“Een leven lang met plezier bewegen” dat is mijn missie. Dit gaat nauw samen met het
leergebied Bewegen & Sport. Om dit te kunnen realiseren vind ik het belangrijk om vooruit te
kijken naar de toekomst en nieuwe sporten die ontstaan.
Mijn visie komt voort uit het Curriculum.nu. Ik vind het belangrijk dat je als docent vooruit
beweegt. Hierbij past het nieuwste concept (Curriculum, 2023). In het basisonderwijs vind ik
het belangrijk dat je een kind breed motorisch
opleidt. Hierbij staat bewegen voor sport. Ik
vind het belangrijk dat we de nadruk leggen op
plezier en het ontdekken van verschillende
bewegingsactiviteiten. Dit biedt diversiteit in
beweging en doen kinderen verschillende
bewegingsvaardigheden op (Wormhoudt,
2013). Verder vind ik dat er een overloop moet zijn van breed motorisch leren naar het sport
specifieke in het VO. Ik vind het belangrijk om in het VO te werken aan sport specifieke
oefeningen en tactische vaardigheden. Hierbij moet er rekening worden gehouden met de
behoeften van de leerlingen. Ook moet er gekeken worden naar de individuele leerling en dan
met name met de aandacht op de sterke en zwakke punten/doelen van de leerling.
Veiligheid in de gymzaal vind ik cruciaal. Onderzoek over motorisch leren toont aan dat een
veilige omgeving cruciaal is voor het leren (Behets, 2011). Wanneer leerlingen zich veilig
voelen zijn ze beter in staat om te experimenteren, risico’s te nemen en nieuwe activiteiten uit
te proberen. In een veilige omgeving kun je dus beter leren deelnemen aan verschillende
beweegsituaties. De leerlingen kunnen zich in een veilig klimaat ontwikkelen en voorbereiden
op wat het leven te bieden heeft. Ze zullen zich dan uiteindelijk vrijer voelen om fouten te
maken (Dokman, 2018). Hierin vind ik het belangrijk dat leerlingen zich autonoom,
competent en betrokken voelen (Ryan & Deci, 2000). Van deze 3 punten vind ik de
betrokkenheid, ook wel de relatie genoemd het belangrijkste voor mijzelf. Door echt contact
te maken met leerlingen kan ik ervoor zorgen dat zij zich gehoord en gezien voelen, waardoor
ze zich optimaal kunnen ontwikkelen op sociaal gebied. Wanneer zij zich sociaal veilig
, voelen kunnen zij zich optimaal uiten en zichzelf laten zien en dus ook optimaal ontwikkelen
op motorisch gebied.
Samenwerken is natuurlijk een belangrijk aspect. Als er geen veilige sfeer in de klas is
doordat de leerlingen niet kunnen samenwerken, kunnen er onveilige situaties ontstaan,
waarin iemand zich gepest, gekwetst of niet bekwaam kan voelen. De reden dat dit belangrijk
voor mij is komt voort uit mijn verleden (Korthagen 2013). Een voorbeeld van mijzelf is dat
ik vroeger door een docent onder water ben geduwd tijdens zwemles en hier nu altijd een
soort van angst voor heb. Korthagen vertelt dat je vaak terugblikt naar je eigen verleden en
vanuit hier handelt. Ik probeer altijd onveiligheid situaties te voorkomen. Verder gebruik ik
het groepsdynamische schema van Dokman om de normdragers in de klas vast te stellen en
hier passende interventies op te plegen indien nodig. Daarnaast probeer ik er ook altijd achter
te komen wat er om gaat in mijn leerlingen en wat ze nou echt denken en willen. Hiervoor
gebruik ik het Ijsbergmodel van McClelland.
“Meervoudige deelnamebekwaamheid” is een belangrijk concept. Ik vind dat
bewegingsvaardigheden de basis vormen voor elk leerproces op het gebied van bewegen en
sport, maar voor mij is het stukje socialisatie het belangrijkst. Het centrale doel is om de
leerlingen deel te laten nemen aan de beweegsituaties. Hierdoor wordt er een bijdrage
geleverd aan de drie doeldomeinen van het onderwijs: kwalificatie, socialisatie en
persoonsvorming (Biesta, 2015).
Tijdens mijn lessen hou ik ook altijd rekening met de zone van naaste ontwikkeling (ZNO). Ik
hou altijd rekening met verschillende niveaus in mijn les. Van zorg tot expert. Voor al deze
groepen bepaal ik vooraf altijd een aantal differentiaties. Ik wil namelijk alle leerlingen wat
leren. Ik vind het belangrijk dat de leerlingen niet in de beheersingsfase blijven zitten, maar
probeer ze naar de ZNO te brengen door middel van leerhulp. Dit kan ik zelf zijn, maar ook
medeleerlingen die elkaar helpen. Net dat stapje extra zetten, om toch wat te leren en over je
eigen grenzen heen te gaan. Ook weet ik dat we niet naar de rode fase moeten. Als je iemand
zo ver pusht kan het kind een trauma oplopen en dit kan ervoor zorgen dat hij/zij dit nooit
meer wilt (Berk & Wisnler, 1995).
Ook sta ik voor differentieel leren. Bij de traditionele methode wordt een vaardigheid
aangeleerd door expliciete aanwijzingen te geven. Deze expliciete aanwijzingen zijn
gebaseerd op regels en feiten waar we ons bewust van zijn (Beek, 2011). De differentiële
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noahdegroot1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.