Dit is een uitwerking van de stof per leerdoel die ik gemaakt heb aan het eind van het semester. Ikzelf heb uiteindelijk alleen deze beknopte samenvatting uit mijn hoofd geleerd en heb daarmee de toets gehaald! Dit document geeft je een overzicht van de kern van het vak. Na het volgen van de colleg...
Leerdoelen behandelmethoden
College 2 - registratie, exposure en cognitieve
training
● Wat zijn registratieopdrachten en wanneer zet je ze in?
Redenen voor inzetten: inzicht in aard, omvang, frequentie, intensiteit + beloop
in kaart brengen + inzicht bij patiënt. Er zijn drie soorten: frequentie/tijdsduur,
dagboekformulier met waardetoekenning en gedachtenrapporten
○ Frequentie van het gedrag per eenheid→ let op de eenheid (per uur,
dagdeel, week) + maak concreet welk gedrag (validiteit)
○ Tijdsduur in eenheden → let op frequentie (per dag, per uur)
○ Dagboekregistratie is invullen van tijd, activiteit en waardetoekenning
van klacht
○ Gedachtendagboek heeft ruimte voor datum en tijd, situatie, gevoel,
gedachte met geloofwaardigheid, gedrag en reflectie
● Hoe ontwikkel je een registratieformulier?
Aandachtspunten zijn specifiek zijn, belastbaarheid van de patiënt,
aanvullende informatie, vast tijdstip.
● Wat is exposure en wanneer is deze techniek geïndiceerd?
Exposure = herhaaldelijke blootstelling aan situaties die angst oproepen
zonder dat de gevreesde gevolgen uitkomen → extinctie. Angstprikkel kan
intern of extern zijn. Het uiteindelijke doel is om nieuwe leerervaringen op te
doen die contrasteren met de angstopwekkende associaties. Dit heten
inhibitorische associaties. Deze moeten zo sterk worden, dat ze dominant
worden over angstopwekkende associaties.
Indicatie: paniekstoornis, sociale angststoornis, specifieke fobie, dwang, PTSS
en vrees van negatieve consequenties. Niet bij GAS.
Soorten exposure zijn:
○ exposure in vivo → niet geschikt bij praktische of ethische
hindernissen, trauma’s → dan imaginair, EMDR of VR
voorbereiding door angsthiërarchie:
■ nauwkeurig vaststellen wat iemand vreest + veiligheidsgedrag
■ angstladder van 0 tot 100 en door de patiënt laten ranken
■ plan wanneer en hoe pt kan oefenen
■ registratie vooraf en evaluatie achteraf
○ exposure in virtual reality
○ exposure in vitro (imaginair)
○ interoceptieve exposure
Optimaliseren van exposure effect door verwachtingsdisconfirmatie,
verdiepende extinctie (eerst één voor één, dan gecombineerd), meest
gevreesde situaties koppelen aan dagelijkse situatie, bouw veiligheidsgedrag
af, retrieval cues, oefenen in meerdere contexten, variëren in stimuli, duur,
, intensiteit in willekeurige volgorde, reacties verwoorden versterkt inhibitorisch
leren.
● Wat is het verschil tussen cognitieve technieken en gedragsmatige technieken?
● Hoe behandel je fobieën voor bloed, injecties en verwondingen?
Bij een bloed- of injectiefobie en bij verwondingen is door fysiologische
processen (toename bloeddruk en hartslag, gevolgd door snelle daling) de
vrees flauw te vallen niet geheel ongegrond: reële kans op flauwvallen.
Exposure kan dan de vrees juist bevestigen. Daarom applied tension training:
leren bloeddrukdaling herkennen en opvangen door aanspanning grote
spiergroepen en daarna spanning laten wegvloeien tot normaal niveau (geen
ontspanning). Specificeer de angst en gradueel.
● Wat is cognitieve training en welke interventies omvat het?
College 3, 4 en 5 - cognitieve gedragstherapie I, II
en verdieping
● Inzicht en basisvaardigheid in de cognitief-gedragstherapeutische manier van
denken
Gedrag is het aangrijpingspunt, gedrag is aangeleerd.
● Toepassing van het cognitief-gedragstherapeutisch proces
○ Iemand heeft een aanmeldingsprobleem.
○ Daarover ga je informatie verzamelen → anamnese, heteroanamnese,
observaties, registraties, vragenlijsten
○ Met een holistische theorie en functieanalyse en betekenisanalyse doe
je aan verklarende diagnostiek: waarom deze klachten in deze
specifieke context bij deze patiënt? Ook hiervoor kun je vragenlijsten of
semigestructureerde interviews gebruiken.
■ Een holistische theorie (macroniveau) is een theorie over de
samenhang van problemen, relevante eigenschappen van de
patiënt en de omstandigheden waar de problemen zich voordoen.
Het wordt gebruikt voor probleemselectie. → bevordert
samenwerking cliënt, want je toetst verbanden. Bijvoorbeeld door
een topografische analyse, waarin de patiënt een
probleemsituatie heel uitgebreid moet opschrijven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellepsychologie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.