100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Grondslagen van de geschiedwetenschap - stromingen en gebeurtenissen $4.29
Add to cart

Summary

Samenvatting Grondslagen van de geschiedwetenschap - stromingen en gebeurtenissen

1 review
 59 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

behandelde stromingen: Logisch Empiristen, Frankfurter Schule, Kritische theorie, Modernisten, Secularisten. behandelde gebeurtenissen: Wetenschappelijke revolutie, ontstaan v.d. Geesteswetenschappen,

Preview 2 out of 5  pages

  • September 18, 2019
  • 5
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: RafaelVDK • 5 year ago

avatar-seller
STROMINGEN:

Logisch Empiristen
- 20e-eeuw Wenen (interbellum)  Wiener Kreist: een groep die nadacht over wetenschapsfilosofische
vraagstukken. Deze kringen waren modernistische, revolutionaire groeperingen.
- Verwerping van de filosofie van Kant  ze denken opnieuw na over hoe kennis te verklaren valt
(antwoord in het empirisme en de logica). Empirisme: basis waarop de filosofie van de LE is gebaseerd.
- 2 gemeenschappelijke kenmerken tussen LE onderling:
o 1. Ze beschouwen het schrijnende gebrek aan vooruitgang in de wijsbegeerte, dat in schril
contrast staat met de snelle vooruitgang die de natuurwetenschappen boeken, als een
aanwijzing dat er met de academische filosofie iets fundamenteel mis is.
o 2. Ze zien de katholieke kerk, een bron van traditionele metafysische en theologische
waarheden als een reactionaire macht die maatschappelijke vooruitgang belemmert.
- Rudolf Carnap: in filosofisch opzicht heeft zijn werk de meest duurzame invloed gehad.
- Aanpak heeft twee hoofdkenmerken:
o 1. Ze delen het empiristische uitgangspunt van de klassieke natuurwetenschap dat alleen de
waarneming een 2. legitieme bron van kennis is.
o Ze hanteren de methode van logische analyse om te bepalen wat precies de empirische
betekenis van een willekeurige uitspraak.  Linguistic Turn! Zoals Kant de grenzen van het
denken verkende, zo bakenen de LE de grenzen van de taal af.
 Logica:
 Filosofie is een oefening in de logica: ze bekijken de geldigheid van redeneringen.
Uitspraken zijn of universeel, of singulier (existentieel).
o Linguistic Turn: talige wending: logica houdt zich bezig met de taal en de samenhang
ertussen.
- Focus op context of justification:
o het achterhalen van de groei van wetenschappelijke kennis. Ze wilden de structuur verklaren.
De vraag staat centraal hoe wetenschappelijke kennis te rechtvaardigen valt. Ze geven geen
voorschrift over het dagelijks handelen van wetenschappers.
- Drie belangrijke kenmerken filosofie:
o 1. Verificatiecriterium van betekenis: we weten wat een uitspraak betekent wanneer we een
methode kunnen aangeven om te beslissen of zij waar of onwaar is, bv. via een experiment of
observatie. De betekenis van een uitspraak bestaat zo bezien uit niets meer of minder dan
haar empirische waarheidscondities. Verifieerbaarheid is een noodzakelijke voorwaarde om
een uitspraak als empirisch betekenisvol aan te merken. Metafysische uitspaken zijn
empirisch niet verifieerbaar en dus betekenisloos.
 Het verificatiecriterium wordt door onhaalbaarheid vervangen door het
confirmatiecriterium.  vanaf dan is de logische relatie tussen individuele
observatie-uitspraken en algemene theorieën niet meer deductief (logisch
dwingend), maar inductief.
- Waarheidsbegrip  introductie semantische waarheidsbegrip door Tarski. Waarheid is niet langer een
mysterieuze relatie van correspondentie van gedachten met de wereld, maar een relatief alledaagse
*semantische eigenschap van zinnen in een specifieke taal.
o 2. Analytische (a-priori) – synthetische (a posteriori): analytisch = conventioneel. De
uitspraken zijn waar op basis van afspraken die wij maken. Synthetische uitspraken = waar op
basis van de wereld om ons heen. Volgens de LE is Kants synthetische apriori-kennis
onmogelijk. Deze notie veronderstelt namelijk een onderscheid tussen het begrip analyticiteit
en dat van a priori-kennis, en dat onderscheid is in het licht van et verificatiecriterium
onhoudbaar. Dat criterium sluit immers uit dat de betekenis, e daarmee de kennisinhoud, van

, een uitspraak uit iets anders kan bestaan dan empirische waarheidscondities. Daarmee
vervalt de noodzaak voor een aparte klasse van synthetische a priori-uitspraken zoals Kant ze
formuleerde. Bij Kant geven zulke uitspraken een onbetwijfelbaar fundament voor
ervaringskennis. Bij Carnap verdwijnt dit fundament, en zijn alle synthetische uitspraken of
ervaringsuitspraken betwijfelbaar.
o 3. Reductionisme: het stelt dat betekenisvolle uitspraken moeten kunnen worden
gereduceerd. Het moet kunnen worden uitgekleed tot uitspraken die getoetst kunnen
worden aan de werkelijkheid.  LE zijn alleen maar bezig met de vraag hoe
wetenschappelijke kennis gerechtvaardigd kan worden.
- Logisch positivisme: de basis van kennis ligt in ‘positieve feiten’.
- Verwerping van het realisme, het geloof dat een theorie de wereld of de werkelijkheid beschrijft zoals
ze is.  dit valt namelijk niet onafhankelijk te verifiëren.
- Het ontwikkelen van een eenheidswetenschap met uniforme taal is nooit gelukt.
- Verwerpen het idee van een afzonderlijk domein voor de GW.  het is een uiting van achterhaalde of
zelfs reactionaire metafysica. SW worden geaccepteerd zolang deze vakgebieden in termen van strikt
empirisch te toetsen begrippen en uitspraken geformuleerd wordt.
- Deductief-nomologisch model van verklaring (covering law model): verklaring wordt in termen van
uitspraken geformuleerd: de te verklaren uitspraak wordt ook wel het explanandum genoemd en de
verklarende uitspraak de explanans. Volgens de LE bestaat de verklaring uit de inbedding van het
explanandum in een explanans, dat de vorm moet hebben van een algemene wet. Het te verklaren
verschijnsel wordt logisch, dus deductief, uit de universele wet afgeleid.
Aantekeningen werkgroep:
- Het gaat niet om of het waar of niet waar is. het gaat om een betekenisvolle kennis uit empirische
waarnemingen te verkrijgen. De LE hechten meer waarde aan empirie in plaats van het subject. Dit
was omdat verschillende wetenschappen zoals Newton’s theorie volgens LE geen a priori kennis waren
zoals Kant beweerde. De Wiener Kreis stelde dat men juist wel de empirie moest gebruiken. Alle
wetenschap moet worden teruggebracht tot empirische waarnemingen  dit wordt reductionisme
genoemd.

Frankfurter Schule
- Groep die ontstaan is tijdens het interbellum  linkse Marxistische intellectuelen.
- Geïnteresseerd in kunst, cultuur en bewustzijn. Hetgeen zich in de bovenbouw bevindt.
- Namen: Benjamin en Adorno.
- De kritische theorie is onderdeel van de Frankfurter Schule.

Kritische theorie
- Systeemkritiek staat hierin centraal.
- Verschil tussen intenties en prestaties is belangrijk (het zijn en het willen zijn).
- 3 eisen aan de kritische theorie:
o Interpreteren (sein): het beschrijven van de wereld zoals zij is.
o Anticiperen (sollen): op maatschappelijke veranderingen.
o Emanciperen: ontvangen en toepassen.
- Vergelijking met Weber: kritische theoretici stellen dat Sein en Sollen altijd samen zijn. Focus op de
methode door Popper en Weber zorgt ervoor dat de doelen gaan overheersen. De methode en
technieken die centraal staan bepalen wat je kan bereiken. Je moet de wereld zoals zij is afmeten aan
hoe hij zou moeten zijn.
- Adorno en Horkheimer vs. Weber en Popper: over de verhouding tussen het Sein en Sollen ontstaat in
de jaren ’60 een debat.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lthus. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added