100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Algemene economie samenvatting Business Studies jaar 1 en 2 $5.31
Add to cart

Summary

Algemene economie samenvatting Business Studies jaar 1 en 2

1 review
 66 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Algemene economie en bedrijfsomgeving. Business Studies jaar 1. H1, H2, H3, H5, H6, H8, H9, H11, H12, H13, H14 en H15

Preview 4 out of 40  pages

  • Unknown
  • September 18, 2019
  • 40
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: tcscheper19 • 5 year ago

avatar-seller
H1 De onderneming en algemene economie
1.1 Economisch handelen en algemene economie
Economie bestaat uit de wetenschap en het menselijke gedrag.
Schaarste; spanning tussen behoefte (oneindig) en middelen (beperkt).
Welvaart; de mate waarin je oneindig behoefte kan voorzien gegeven de beperkte
middelen.
Het doel van economisch handelen is welvaart.
Algemene economie onderscheiden we in de volgende onderdelen;
- Micro-economie; gezinnen, bedrijven
- Meso-economie; bedrijfstakken, concurrentie
- Macro-economie; landgrootheden
- Monetaire economie; geld, banken
- Internationale economische betrekkingen; buitenlandse handel, goederen,
betalingsbalans, geld-wisselkoersen
- Publieke sector (overheids); overheid, belastingopbrengsten, tekort, staatsschuld
Adam Smith (1723-1790), algemeen beschouwd als grondlegger van de economische
wetenschap.
1.2 Bedrijfsomgeving en algemene economie
De bedrijfsomgeving
Directe omgevingsfactoren, indirecte
omgevingsfactoren van de onderneming en de
macro-omgevingsfactoren.
De directe omgeving bestaat uit marktpartijen van
de onderneming op haar in- en verkoopmarkten.
Het gaat daarbij om verschillende schakels in de
bedrijfskolom, zoals de toeleveranciers, de
distributieschakels en de uiteindelijke afnemers.
De indirecte omgeving van de onderneming bestaat uit werknemers- en
werkgeversorganisaties, de overheid en culturele omgevingsfactoren, zoals de media.
De macro-omgeving bestaat uit de conjuncturele ontwikkeling, de ontwikkeling van
wisselkoersen en prijzen van belangrijke grondstoffen en demografische ontwikkelingen.
Deze factoren zijn vrijwel geheel onbeheersbaar.
1.3 Absolute en relatieve gegevens
Welvaart kan benadert worden door het inkomen. Als we de welvaart van landen vergelijken
kijken we naar het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking.
Groeivoeten Absolute grootheden; nieuw-oud

,Relatieve grootheden; nieuw-oud/oud ×100%
Y (nationaal inkomen) = arbeidsproductiviteit × aantal werkende
Met % word het + of -
Y (in %) = arbeidsproductiviteit (in %) + aantal werkende (in %)
Yc = Y/ TB
Yc= inkomen per hoofd van de bevolking
TB= totale bevolking
De waardestijging van een variabele noemt men de nominale stijging. De
volumeverandering noemt men de reële stijging van de variabele. De nominale verandering
is gelijk aan de reële verandering plus de prijsstijging.
De productie van een onderneming is gelijk aan het aant. werknemers × productie per
werknemer (arbeidsproductiviteit). In een heel land is de productie (BBP- bruto binnenlands
product) gelijk aan het aantal werknemers × arbeidsproductiviteit. Het verband tussen
productie, werknemers en arbeidsproductiviteit kan als volgt worden weergeven;
Bbp= Av × ap
Bbp; bruto binnenlands product
Av; vraag naar arbeidskrachten, aantal werknemers of de totale werkgelegenheid
ap; arbeidsproductiviteit PDC P; producten D; distruberen C; consumeren
De relatie van de veranderingen is als volgt weer te geven;


Het looninkomen is het product van het aantal werknemers en de loonsom per werknemer.
Het verband tussen loonsom, loonsom per werknemer en het aantal werknemers is in een
vergelijking weergeven; L= Lwn × Av
L; de totale loonsom
Lwn; de loonsom per werknemer
Av; de hoeveelheid werknemers
In elk product dat met behulp van de productiefactor arbeid is geproduceerd, zit een bedrag
aan loon. Dit kan stijgen of dalen. In de vorm van een vergelijking;
Deze vergelijking zelf uit je boek opschrijven lukt niet op laptop
; loonkosten per eenheid product
; loon per werknemer ap ; arbeidsproductiviteit

H2 Markten

,2.2 Bedrijfstak en bedrijfskolom
Bedrijfstak
Een bedrijfstak bestaat uit ondernemingen die dezelfde soort producten maken met
dezelfde soort productieprocessen. Een onderneming kan tot verschillende bedrijfstakken
behoren. Voor de analyse van de kracht van een bedrijf in een bepaalde bedrijfstak is de
ondernemingsgrootte van belang. Grote ondernemingen kunnen gebruik maken van
voordelen die kleine ondernemingen niet hebben, zoals betere inkoopprijzen bedingen.
Maar kleine ondernemingen zijn flexibeler. Bedrijfstakgenoten zijn concurrenten.
Classificatie van bedrijven
Sector; groep verwante bedrijfstakken.
- Primaire sector: landbouw, bosbouw en visserij
- Secundaire sector: delfstoffenwinning, industrie en bouw
- Tertiaire sector: commerciële dienstverlening
- Quartaire sector: niet-commerciële dienstverlening, bijv onderwijs, zorg
Bedrijfskolom
Een bedrijfskolom is de opeenvolgende bedrijfstakken die een product doorloopt van
oerproducent tot eindgebruiker. Met oerproducent wordt bedoeld de producent/
leverancier van de ruwe materialen ofwel basisgrondstof bijv. ijzererts. Elke bedrijfstak in
een bepaalde bedrijfskolom voegt waarde toe aan de producten; het zogenoemde
waardesysteem.
2.3 Economische orde
= het geheel van collectieve waarden, normen en instituties die het economisch handelen
bepalen.
Waarden, normen en instituties
Waarden zijn doelen voor het menselijk handelen. Als grote groepen individuen in een
samenleving bepaalde waarde aanhangen, spreken we van collectieve waarden. In het
economische gedrag spelen economische waarden een rol, maar ook zedelijke.
Economische waarden zijn bijvoorbeeld winstgevendheid en werkgelegenheid. Zedelijke
waarden hebben te maken met opvattingen over het menszijn. Bijvoorbeeld vrijheid en
gelijkheid.
Normen zijn regels die afgeleid zijn van de waarden ‘wat doe je wel en wat niet’. Zij vormen
een leidraad voor het menselijk gedrag in concrete situaties. Normen bepalen bijv.
tafelmanieren, kleding.
De wet- en regelgeving en de instellingen die ze opstellen en uitvoeren noemt men
instituties.

H3 De vraag

, 3.2 Prijs
Vraagcurve
Naarmate de prijs daalt, vragen consumenten meer en als de prijs stijgt, kopen ze minder.
Het verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid kan men bijvoorbeeld weergeven met
behulp van een vergelijking;
q = -2p + 600
q= de gevraagde hoeveelheid
P= de prijs vraagcurve
Het verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid
noemen we de vraagfunctie.
Substitutie-effect; de verdringing van producten als gevolg van
een prijsverlaging van een ander product.
Inkomenseffect; de toename van de koopkracht van het inkomen door een prijsdaling van
producten.
De prijsdaling heeft door het substitutie- en inkomenseffect een stijging van vraag tot gevolg.
Prijselasticiteit van de vraag
Hoeveel de vraag op prijsveranderingen reageert. Daar geeft de prijselasticiteit antwoord op.
De prijselasticiteit van de vraag is de relatieve verandering van de gevraagde hoeveelheid als
gevolg van en gedeeld door een relatieve verandering van de prijs. De prijselasticiteit van de
vraag is;


= de prijselasticiteit van de vraag
= de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid
= de procentuele verandering in de prijs
Tussen -1 en 0 is het inelastisch, bij 0 is het volkomen inelastisch.
Na -1 is het elastisch, bij oneindig is het volkomen elastisch.
De elasticiteit is niet alleen afhankelijk van de plaats op de curve, maar ook op de helling van
de curve.
De prijselasticiteit van de vraag naar basisgoederen is veel kleiner dan die naar
luxegoederen. Consumenten zullen basisgoederen blijven kopen ook als de prijzen sterk
liggen.
Elastische en inelastische vraag kunnen ook heel goed op een markt samengaan. Als kleine
ondernemingen hun prijzen verhogen, zullen hun klanten andere leveranciers zoeken. Hun

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demihelleman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.31  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added