Hoofdstuk 2 begrippen
Nationalisme: sterke liefde voor het eigen volk, het verlangen naar een eigen
staat en het streven om de eigen staat sterker te maken.
Vijandbeelden: negatief beeld over andere volkeren.
Wapenwedloop: strijd om het sterkste bewapend te worden.
Militairisme: verheelijking van alles wat met het leger en met oorlog te maken
heeft.
Modern imperialisme: de Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika vanaf
1870 waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
Bondgenootschappen: landen die militair samenwerken.
- Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Turkije.
- Geallieerden: Servië, Rusland, Frankrijk en Engeland.
Von schlieffenplan: Duitse oorlogsplan in 1914 om eerst vanuit België
Frankrijk binnen te vallen. Frankrijk binnen 6 weken te verslaan. En daarna met
Rusland af te rekenen.
- Doel: tweefrontenoorlog te voorkomen.
- Niet gelukt.
Loopgraven: gang in de grond waarin militairen beschermd zijn tegen de vijand.
Onbeperkte duikbotenoorlog: Duitse oorlogvoering op zee vanaf 1917 waarbij
onderzeeërs alle vijandelijke schepen, ook vrachtschepen en passagiersschepen,
tot zinken brachten.
- Gevolg: VS doet mee aan de oorlog.
Russische revolutie: revolutie waardoor de regering van de tsaar vervangen
werd door een communistische regering. (een theorie die gebaseerd is op het
ideaal van gelijkheid in een samenleving.)
Wapenstilstand: afspraak om te stoppen met vechten.
Censuur: toezicht op de media.
Propaganda: het proberen te beïnvloeden van andermans opinie.
Totale oorlog: oorlog waarin de hele maatschappij mee doet.
Vrede van Versailles: vredesverdrag tussen de geallieerden en centralen in
1919 die de 1e wereldoorlog officieel eindigde.
- Stond in: Duitsland had de schuld.
1. Duitsland moest koloniën afstaan.
2. Moest herstelbetalingen doen.
3. Mochten geen sterk leger hebben. (demilitarisatie)
Demilitarisatie: het verminderen van het aantal wapens, militairen en andere
militaire zaken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller raan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.03. You're not tied to anything after your purchase.