Mogelijke meerkeuzevragen - Inleiding tot het recht - Handelswetenschappen - ALLE HOOFDSTUKKEN
7 views 0 purchase
Course
Inleiding tot het recht (F710222)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Dit document bevat meerkeuzevragen (en verbetering) uit alle hoofdstukken van het vak inleiding tot het recht uit 1ste bachelor Handelswetenschappen. Geeft een ideale leidraad van de vraagstelling doorheen het vak en kan goed helpen om je voor te bereiden op het effectieve examen en het studeren.
INLEIDING TOT HET RECHT
Examen Inleiding tot het recht is volledig meerkeuze en bestaat uit veel vragen
gericht op het testen van kennis, begrippen…, het is geen evident vak en velen
onderschatten de moeilijkheidsgraad gezien de leerstof vrij makkelijk is (maar
bijzonder omvangrijk en zeer specifiek).
,DEEL 1 – RECHTSFENOMENEN
HOOFDSTUK 1 – CONCEPTEN VAN
HET RECHT
Wat wordt bedoeld met 'juridisering' in de context van het recht?
a) Het proces waarbij steeds meer maatschappelijke verhoudingen als juridisch
probleem worden gekwalificeerd
b) Het verminderen van juridische procedures in de samenleving
c) Het vereenvoudigen van wetteksten voor leken
d) Het toenemend gebruik van juridisch jargon in de media
Welke van de volgende stellingen over het klassieke recht is NIET correct?
a) Het klassieke recht was gebaseerd op een piramidaal en coherent systeem
b) De rechter werd gezien als "la bouche qui prononce les paroles de la loi"
c) Het klassieke recht legde grote nadruk op de persoonlijke interpretatie van de
rechter
d) Het was gebaseerd op abstracte rechtsregels
Wat is het verschil tussen materieel recht en formeel recht?
a) Materieel recht ordent maatschappelijke fenomenen, formeel recht bepaalt
hoe rechten kunnen worden afgedwongen
b) Materieel recht gaat over strafzaken, formeel recht over civiele zaken
c) Materieel recht is geschreven recht, formeel recht is ongeschreven recht
d) Materieel recht is nationaal recht, formeel recht is internationaal recht
2
,Welk kenmerk is NIET typerend voor het huidige moderne recht vergeleken met
het klassieke recht?
a) Grotere nadruk op empirische feiten
b) Gebruik van het verzekeringsmechanisme
c) Strikte scheiding tussen publiekrecht en privaatrecht
d) Ontwikkeling van nieuwe rechtstakken zoals arbeidsrecht en milieurecht
Wat wordt bedoeld met de 'vertrouwensleer' in het contractenrecht?
a) Een correctie op de wilsleer waarbij de uitgedrukte wil primeert op de
werkelijke wil
b) Het principe dat contractpartijen elkaar altijd moeten vertrouwen
c) De regel dat mondelinge overeenkomsten even bindend zijn als schriftelijke
d) Het idee dat alleen notariële akten rechtsgeldig zijn
Wat is de betekenis van "pacta sunt servanda"?
a) Overeenkomsten moeten worden nagekomen
b) De wet is hard, maar het is de wet
c) Iedereen wordt geacht de wet te kennen
d) De rechter spreekt recht, hij maakt het niet
Welk principe ligt aan de basis van de proportionaliteitstoets?
a) De maatregel moet passend, noodzakelijk en evenredig zijn
b) De straf moet in verhouding staan tot het misdrijf
c) De wet moet voor iedereen gelijk zijn
d) De overheid mag niet willekeurig handelen
3
, Wat is GEEN kenmerk van het moderne recht volgens de cursus?
a) Toenemende juridisering
b) Gebruik van sociale indicatoren
c) Terugkeer naar natuurrecht
d) Ontwikkeling van het verzekeringsmechanisme
Wat wordt bedoeld met de term "rechtspluralisme"?
a) Het naast elkaar bestaan van verschillende rechtssystemen binnen één
samenleving
b) De mogelijkheid om meerdere rechtszaken tegelijk aan te spannen
c) Het principe dat wetten op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen
worden
d) De diversiteit aan rechterlijke instanties in een land
Welke stelling over de rechtseconomie is correct?
a) Ze gaat uit van de veronderstelling dat individuen streven naar
nutsmaximalisatie
b) Ze verwerpt het gebruik van economische modellen in juridische analyses
c) Ze is alleen van toepassing op handelsrecht
d) Ze pleit voor volledige deregulering van de economie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller depolitiekeman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.86. You're not tied to anything after your purchase.