100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Beschrijvende en inferentiële statistiek - samenvatting Vrije Universiteit Amsterdam 2018/2019 $8.05
Add to cart

Summary

Beschrijvende en inferentiële statistiek - samenvatting Vrije Universiteit Amsterdam 2018/2019

 68 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting beschrijvende en inferentiële statistiek. Gegeven aan de VU Amsterdam . Bevat de colleges en relevante toevoegingen. Met deze samenvatting en het maken van de SPSS-opgaves heb ik een 9 behaald als eindcijfer

Preview 4 out of 84  pages

  • Unknown
  • September 19, 2019
  • 84
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Statistiek

Inleiding
Statistiek gaat over de methoden om gegevens te verzamelen, bewerken, interpreteren en presenteren.
Die gegevens noemen we data.

Ultieme doel: door middel van data kennis vergaren over de wereld om ons heen.

Beschrijvende statistiek – samenvatting van de verkregen data.
Inferentiële statistiek – uitspraken en voorspellingen doen over hele populatie op basis van de verkregen
data (steekproef).

To infer = concluderen uit/opmaken uit
Terminologie – het boek heeft het over “sample statistic” en “population parameter”.




Beschrijvende univariate statistiek
Hoofdstuk 2: beschrijvende univariate statistiek
Samenvatting van één variabele (= univariaat).
• Meetniveau van variabelen
• Centrale tendentie gemiddelde, mediaan, modus
• Verdeling histogram, barchart
• Spreidingsmaten standaarddeviatie, variantie

Het boek maakt de volgende twee contrasten:
• Categorisch vs. kwantitatief
• Discreet vs. continu

Categorische variabelen: hebben als waarden geen getallen, maar alleen kenmerken of categorieën. Vb.
geslacht, nationaliteit, religie, opleidingsniveau.
• Onderverdeeld in 2 soorten: nominaal en ordinaal.

Nominaal
Nominaal (in SPSS: “nominal”): de variabele heeft meerdere groepen, maar er is geen rangordening. Bijv:
nationaliteit, religie, studierichting.
• Je kunt de verschillende groepen aanduiden met een kleur, letter of symbool. Maar ook met een
getal.
• Een “speciaal geval” van een nominale variabele is dichotoom (dummy variabele): 0/1 kenmerk.
Bijv: geslacht.
• Je kunt alle variabelen altijd terugbrengen tot een 0/1 dichotomie.

Voorbeeld
Vraag in een enquête:
Met welk hoofdvervoermiddel komt u naar uw werk? Indien u twee of meer vervoermiddelen combineert
(bijv. met de fiets naar het station en dan verder per trein) noem dan het vervoermiddel waarmee u de
grootste afstand aflegt.
(1) per fiets
(2) per auto
(3) per bus/tram/metro
1

,(4) per trein
(5) per scooter/bromfiets
(6) te voet
(7) anders, namelijk …..

Ordinaal
Ordinaal (in SPSS: “ordinal”): de groepen hebben een rangordening, maar geen vaste afstand. Bijv: rangen
in het leger, opleidingsniveau (vmbo, havo, vwo)

Voorbeeld
Vraag in een enquête: Wat is uw hoogst voltooide opleiding?
(1) Geen enkele opleiding voltooid
(2) Basisonderwijs
(3) VMBO (LBO of MAVO)
(4) HAVO/Mms
(5) VWO/Hbs/Gymnasium
(6) MBO
(7) HBO
(8) WO

Ordinale variabelen worden soms voor het gemak als kwantitatief behandeld!

Kwantitatief
Kwantitatieve variabelen (in SPSS: “scale”): variabelen die als waarde getallen aannemen. Bijv: leeftijd,
gewicht, inkomen.
• Bryman noemt deze variabelen interval/ratio.
• We kunnen ze onderverdelen in 2 soorten:
– Discreet: variabele waarbij slechts bepaalde waarden kunnen voorkomen, bijvoorbeeld
alleen hele getallen: 0, 1, 2, 3, etc.. Bijv: het aantal kinderen, aantal huisdieren.
– Continu: variabele waarbij oneindig veel mogelijkheden zijn in waarde, zoals tijd, afstand,
gewicht. Bijv: de tijdsduur van dit college = 44,99999999999 minuten.

Dus samengevat….
• Het onderscheid tussen meetniveaus is belangrijk, omdat ze verschillende
rekenkundige/statistische operaties toestaan.
• Categorische variabelen:
– (1) Nominaal (“nominal”): categorieën zonder rangordening. Een speciaal geval is
dichotomie (0/1).
– (2) Ordinaal (“ordinal”): categorieën met rangordening.
• (3) Kwantitatieve variabelen = interval/ratio (“scale”)
– Discreet: hele getallen.
– Continu: elk getal mogelijk.
Is de variabele (1) nominaal, (2) ordinaal of (3) interval/ratio?
• Hoeveelheid groente (in gram) dat je per dag eet. Ratio
• Kledingmaat (S, M, L, XL). Ordinaal
• Aantal keer dat je per jaar naar de kapper gaat. Ratio-discreet
• De studierichting die je volgt (CW, SOC, POL, B&O, CAO). Nominaal




2

,Centrummaten
Gemiddelde (M) - mean
Mediaan (Md)
Modus

Gemiddelde (mean):



Bijvoorbeeld: aan 10 studenten is gevraagd hoeveel uur ze per week op internet zitten.




Gemiddelde:
= 105,5 uur

Een andere belangrijke benaming = verwachting, verwachte waarde. Het gemiddelde is beste gok over een
waarneming, als je verder (nog) niets weet.

Formule van gemiddelde:

x=
åx
n
x̄ = symbool van gemiddelde (x-bar)
 = symbool sommatie: optellen v.e. reeks getallen
X = observatie
n = aantal observaties

Mediaan
Het middelpunt van de observaties als je ze van laag naar hoog ordent.



Ordenen: 70, 80, 90, 95, 100, 110, 120, 130, 150

Mediaan = 100



Ordenen: 70, 80, 90, 95, 100, 110, 110, 120, 130, 150
Mediaan = tussen 100-110 → dus 105

Modus
= de waarde die het vaakst voorkomt.

Uren op internet onder 10 studenten:
70, 80, 90, 95, 100, 110, 110, 120, 130, 150
Hier komt 110 het vaakst voor (2x)

Modus = 110


3

, Zijn nooit twee modusssen → dus als er 2 zijn of meer, geen modus

Nominaal – modus
Ordinaal – gemiddelde, mediaan, modus
Scale – gemiddelde, mediaan, modus




Rood: mag eigenlijk niet, maar gebeurd wel in praktijk

Ordinale variabelen worden soms voor het gemak als kwantitatief behandeld: we gebruiken in de praktijk
vaak Gemiddelde

Distributie
Verdeling van data (distribution): de waarden die een variabele aanneemt en hoe vaak elke waarde
voorkomt.

Categorisch
• Frequentietabel
• Taartdiagram (pie chart)
• Staafdiagram (bar chart)
Kwantitatief
• Dot plot (punt diagram)
• Stem-and-leaf plot (stam diagram)
• Histogram

Dikgedrukte komen meeste voor

Frequentietabel




Cases: 559 → haaiaanvallen

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Vustudentt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.05  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added