Samenvatting van het vak Kwalitatieve methoden in de sociale wetenschappen van het boek 'Uwe Flick, An Introduction to Qualitative Research'. De samenvatting bestaat uit de hoofdstukken 16, 18, 19, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 29 en 30.
H16. Interviews
Leiden van een interview
Interviewstijl – toegankelijke interview = Focus op ervaringen van de geïnterviewde. Doel is om
volledig beeld te krijgen van gezichtspunt van de geïnterviewde. Belangrijk om een vertrouwensband
op te bouwen een meer give-and-take gesprek met weinig confrontatie. Maakt gebruik van 2
instrumenten: Interviewgids (vragen voor bruikbare antwoorden) en probes (doorvraag-vragen voor
meer diepte).
Bureaucratisch gebruik interviewgids
Probleem bij interview: kiezen van onderwerpen in interviewgids VS openstaan voor individuele
wijze waarop de ander over onderwerpen praat.
Interviewgids niet bureaucratisch gebruiken, dit zorgt voor minder openheid.
Redenen waarom dit soms wel gedaan wordt: onzekerheid, bang om niet loyaal te zijn naar
onderzoeksdoelen en tijdsdruk. Oplossing: interviewtraining.
6 specifieke soorten interviews
1. Focused interview – voor bestuderen subjectieve gezichtspunten in verschillende groepen.
Doel: diepere interpretaties van experimentele resultaten te vinden. Steekproef is vaak van
tevoren bepaald.
Respondent wordt blootgesteld aan een stimulus zoals een film, waarna een interview volgt a.d.h.v.
een interview guide (handleiding).
4 voorwaardes interview guide:
- Non-directie. Interviewer mag geen richting bepalen. Non-directie wordt bepaald door de
volgende volgorde: ongestructureerde vragen, semi-gestructureerde vragen en
gestructureerde vragen.
- Specificiteit. Interview moet specifieke elementen bevragen om algemeenheden te
voorkomen (d.m.v. retroperspectieve vragen)
- Omvang. Interview behandeld alle aspecten die voor onderzoek relevant zijn. Gevaar:
interview wordt oppervlakkig door het bespreken van alle topics.
- Diepte en persoonlijke context. Respondent moet zoveel mogelijk persoonlijke en
onderbouwde antwoorden geven
Probleem bij focus interview; 4 voorwaardes kunnen niet bij voorbaat vastgelegd worden want het is
afhankelijk van de situatie. Interviewer moet tijdens het ‘proben’ beslissen welke van de
bovenstaande 4 criteria ze willen volgen.
2. Semi-standardized interview – voor reconstructie subjectieve gezichtspunten
Respondent beschikt over subjectieve theorie gebaseerd op eigen kennis. De interview guide bestaat
uit meerdere deelonderwerpen die worden geïntroduceerd met een open vraag. Tot slot een
confronterende vraag om de theorie vast te stellen.
Aan de hand van de theorie wordt een Structure laying technique (SLT) opgesteld. Dit is een
weergave van een subjectieve theorie en wordt in de tweede interview toegepast.
Doel: subjectieve theorie van de respondent naar boven te halen door middel van 3 soorten
vragen: open vragen, Theory-driven/hypotheses-directed vragen (doel om impliciete kennis van
persoon expliciet te maken) en confronterende vragen.
Problemen: hoe ver kan de interviewer de procedure plausibel maken voor de geïnterviewde
en hoe gaan ze om met irritatie die voort kan komen uit de confronterende vragen (SLT kan
überhaupt irritatie opwekken bij participanten, dit voorkomen door ze goed in te lichten)
, Relevantie van de methode: Verschillende type vragen van SLT geven de kans om meer kennis
expliciet te maken
3. Problem-centered interview – om een moeilijk onderwerp vooruit te helpen met als doel om
theorieën te ontwikkelen. Selectie gebeurt geleidelijk zodat procesoriëntatie plaatsvindt.
Criteria: Relevant en sociaal probleem staat centraal en het onderwerp + proces worden onderzocht.
Dit kan dmv case analyse of groepsdicussie.
Een beperking is de strijd tussen diepgang enerzijds en het aan bod brengen van zoveel mogelijk
aspecten anderzijds, door 3 criteriapunten:
- Problem-centering: onderzoeker richt zich op een relevant sociaal probleem
- Object-orientation: methoden houden rekening met onderzoeksobject
- Process-orientation: oriëntatie op het onderzoeksproces en in het begrijpen van
onderzoeksobject.
4 centrale communicatie strategieën: conversationele binnenkomst, algemene vragen, specifieke
vragen en ad hoc vragen.
Witzel= Korte vragenlijst in combi met interview. De vragenlijst moet op het einde, zodat de
interviewvragen niet gestructureerd worden. Daarnaast moet er een observatieverslag gemaakt
worden.
4. The expert/elite interview.
Semi-gestructureerd interview, nadruk ligt op specifieke kennis van de respondent.
Doel is verschillend: uitkomst kan gebruikt worden ter oriëntatie op onderzoeksgebied, inzichten te
verzamelen, voor kwaliteitsmanagement of om theorie te ontwikkelen.
Interview guide speelt een grote rol door een invalshoek of als mogelijke tijdsdruk.
Gevaar:
- kennis van respondent over een onderwerp kan onvoldoende zijn
- onderzoeksdoel richt zich op een te klein gebied
- de expert kan te veel uitwijken over specifieke, interne kwesties
- de expert kan te persoonlijk zijn in het interview.
Expert interviews: experts in instituties die specifieke inzichten en kennis hebben vanwege hun
professionele positie en expertise.
Expert: iemand die autoriteit heeft op een bepaald gebied. Zijn capaciteiten als expert zijn
belangrijker dan zijn individu.
Doelen:
1. exploratie, oriëntatie in nieuw veld om structuur te geven en hypotheses op te stellen (d.m.v.
systematisch expert interview)
2. verzamelen context informatie
3. ontwikkelen van typologie/theorie (d.m.v. theorie-generend expert interview)
Soorten kennis die worden gereconstrueerd:
- proceskennis
- contextkennis
- technische kennis
- interpretatieve kennis
Elite interviews: mensen die erg representatief zijn voor organisaties of het dagelijks leven. Zij
hebben een bevoorrechte positie in de maatschappij en veel invloed op politieke uitkomsten.
Problemen bij expert en elite interviews: Lastig om de juiste elite/experts te vinden, weinig tijd,
vanwege vertrouwelijkheid kunnen sommige antwoorden niet beantwoord worden of opgenomen
worden.
5. Ethnographic interview: een serie vriendelijke gesprekken waarin nieuwe elementen worden
geintroduceerd en participanten kunnen reageren. Participanten kunnen afhaken als dit te
snel gebeurt. Er zit verschil tussen etnografisch interview en een vriendelijk gesprek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentediender. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.