Hoofdstuk 1 – Wat is mediation
1.1 – Wat is mediation?
Mediation is een methodiek waarbij de partijen die een conflict hebben de gelegenheid krijgen
om weer met elkaar in gesprek te komen en om autonoom de beslissingen te nemen die
nodig zijn om dit conflict te hanteren en evt. op te lossen.
Bij mediation gaat het erom de partijen te helpen de kwaliteit van hun interactie,
communicatie en besluitvorming te verbeteren, om dus beter naar elkaar te kunnen luisteren
en beter te kunnen praten over vaak emotionele zaken die zeer wezenlijk voor hen zijn.
Definities van mediation:
‘Mediation is een vorm van bemiddeling in conflicten, waarbij een neutrale
bemiddelingsdeskundige, de mediator, de communicatie en onderhandelingen tussen partijen
begeleidt om vanuit hun werkelijke belangen tot een gezamenlijk gedragen en voor ieder van
hun optimale besluitvorming te komen.’
‘Een interventie in een onderhandeling of een conflict door een geaccepteerde 3 de partij die een
beperkte of geen dwingende beslissingsbevoegdheid heeft, die de betrokken deelnemers
assisteert bij het bereiken van een vrijwillig tot stand gekomen, wederzijds acceptabele
oplossing van de conflictkwesties.’
‘Mediation is een communicatief proces waarin een 3de partij de deelnemers helpt om de
kwaliteit van hun interactie en hun onderlinge communicatie te verbeteren en om hun eigen
situatie en die van de ander beter te begrijpen, en om beter te kunnen beslissen wat en hoe ze
met hun conflict willen omgaan.’
Beoogde resultaat van mediation hoeft niet primair de oplossing van de conflictkwesties te
zijn, maar kan daarnaast ook zaken inhouden als een duidelijk zicht krijgen op de eigen
motieven, doelen, belangen en mogelijkheden, als wel die van de ander, een verbetering van
de onderlinge interactie en communicatie, vooruitgang boeken bij het oplossen van
conflictkwesties en de tevredenheid over de wetenschap dat men i.i.g. serieus en diepgaan
samen met de ander aan de problemen heeft kunnen werken en er een punt achter heeft
kunnen zetten.
1.2 – Autonomie, zelfbeschikking en vrijwilligheid
Belangrijkste karakteristiek van mediation is dat de partijen in alle vrijheid en autonoom over
hun eigen conflict kunnen beslissen.
Autonomie de partijen kunnen hun eigen richting bepalen, geïnformeerde en niet-
afgedwongen beslissingen kunnen nemen die voortkomen uit de eigen motiveren, die niet
extern zijn opgedrongen of het product zijn van dwang en manipulatie door anderen.
Gevolg hiervan is dat niet de mediator maar de deelnemers uiteindelijk de hoofdactoren en de
scheppers van het mediationproces zijn: zij staan in het centrum van mediation. Dit betekent
dat:
De partijen actief en direct participeren in het communicatieproces dat plaatsvindt in
de mediation.
Zij de procedures en normen voor het besluitvormingsproces tijdens de mediation
moeten kiezen en bepalen of i.i.g. volledig moeten onderschrijven.
Zij de opties voor de oplossing van hun conflict moeten creëren.
Zij de finale beslissing over of en hoe ze de oplossing willen regelen in de hand moeten
hebben en dat zij daarmee volledig verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de
oplossing.
1.3 – Neutraliteit, onpartijdigheid en vertrouwelijkheid
Neutraliteit is een soort opstelling dat van de mediator wordt vereist, wil deze de autonomie
van de deelnemers serieus kunnen nemen.
Onder neutraliteit wordt verstaan dat een mediator geen belang heeft bij een bepaalde
uitkomst van de mediation en niets doet wat de autonomie van de deelnemers te zeer
ondermijnt, dus niet probeert het proces in een bepaalde richting te sturen, maar zich zo veel
mogelijk buiten (de inhoud) van het conflict houdt.
Zijn er omstandigheden waaronder een mediator zijn neutraliteit toch gedeeltelijk kan
opgeven?
, Er zijn mediators die ingrijpen wanneer er een – in hun ogen – onrechtvaardige of
instabiele oplossing dreigt of wanneer er scepsis bestaat over de competentie van de
deelnemers om een aanvaardbare, stabiele oplossing te vinden.
Wanneer er sprake is van het gebruik van pressie en/of geweld door 1 van de
deelnemers bij de totstandkoming van de beslissingen of van een te grote
machtsongelijkheid, waardoor de ene partij zijn wil dreigt op te leggen aan de andere,
kan dit een reden zijn voor een mediator om in te grijpen of om de mediation te
stoppen of er zelfs in het geheel niet aan te beginnen, omdat de condities voor
zelfbeschikking dan niet aanwezig zijn.
Onpartijdigheid houdt in dat een mediator geen blijk geeft van een voorkeur voor 1 van beide
deelnemers en niet mag handelen vanuit een bepaalde vooringenomenheid tegen 1 van hen.
Een volgende eis die aan de beroepsrol van de mediator wordt gesteld, is dat deze ook de
vertrouwelijkheid respecteert van de door de deelnemers ingebrachte info. Mediator is dus
gehouden aan geheimhouding over alles wat in de mediation aan de orde is geweest. Als een
mediator door de rechtbank wordt opgeroepen als getuige op te treden, heeft hij echter geen
wettelijk verschoningsrecht.
Naast de vertrouwelijkheid waaraan de mediator krachtens de beroepscode is gebonden,
wordt meestal ook van de deelnemers een zekere vertrouwelijkheid gevraagd.
1.4 – Verschil tussen mediation en andere vormen van conflictinterventie
Mediation verschilt sterk van een aantal traditionele methoden van conflictinterventie, zoals
een machtsingreep door een machtige derde partij, rechtspraak en arbitrage. Deze methoden
worden ook wel ‘beslissingsmethoden’ genoemd, omdat de beslissingsbevoegdheid in handen
van de derde partij ligt.
Bij een machtsingreep hakt de 3de partij bij een impasse de knoop door en legt eenzijdig zijn
beslissing op aan de partijen.
Nadeel: werken slechts op korte termijn, afhankelijkheid van de partijen verhoogt en daardoor
achteraf voortdurende controle vereist of de beslissing wel naar letter en geest wordt
uitgevoerd.
Bij arbitrage en rechtspraak doet de 3de partij een bindende uitspraak over de conflictkwestie
o.b.v. een presentatie en verdediging ervan door de partijen en hun eventuele
vertegenwoordigers.
1.5 – Drie typen van mediation: resultaatgerichte, probleemoplossende en
communicatiegerichte benadering
Er bestaat een discussie over hoe de verschillen in manier van werken moet worden gezien:
(a) als een losse, willekeurige verzameling van technieken, (b) als een meer samenhangend
geheel dat een mediator bewust kiest al naargelang de eisen vanuit de situatie of (c) als een
model dat te maken heeft met onderliggende waarden en doelen van de mediator.
1. Resultaatgerichte of evaluatieve benaderingen (evaluatieve mediation, dealmaking):
o Mediator treedt directief op
o Enige vorm van pressie uitoefent
o Actief met de inhoud van het conflict inlaat
2. Probleemoplossende of procedurele benaderingen (faciliterende mediation)
o Mediator houdt zich zoveel mogelijk afzijdig van de inhoud
o Vrij directief het (onderhandelings)proces tussen partijen stuurt
3. Communicatiegerichte of interactionele benaderingen
o Mediator houdt zich niet direct met inhoud bezig, maar met hun onderlinge
interactie en communicatie (transformatieve benadering) en/of de wijze waarop
partijen hun conflictverhalen vormgeven (narratieve benadering).
1.6 – De fasering van het mediationproces of de mediationtaken
De voorbeelden van fasering die in de literatuur worden gegeven komen alle globaal met
elkaar overeen:
1. Voorbereiden en het maken van werkafspraken (een voorfase, waarin de werkrelatie
met de deelnemers wordt opgebouwd)
, 2. De conflictkwesties bepalen (wat is het probleem waaraan de deelnemers willen
werken?), verhelderen en vaststellen
3. De achterliggende belangen inventariseren (wat zijn de belangen en behoeftes die aan
het probleem ten grondslag liggen?), ordenen en prioriteiten stellen
4. De oplossingen zoeken voor het probleem (brainstormen, gericht zoeken naar
oplossingen), oplossingen beoordelen op hun bruikbaarheid, onderhandelen hierover en
beslissen over de meest geschikte en haalbare oplossing
5. Het komen tot afspraken, de medewerking verkrijgen van de achterban, laatste
controle van afspraken door adviseurs (advocaat, fiscaal adviseur e.d.), planning,
opstellen en ondertekenen van de vaststellingsovk.
1.7 – Mogelijkheden en beperkingen van mediation
Omdat bij mediation de autonomie van de deelnemers vooropstaat is mediation niet geschikt
voor alle typen conflicten.
Wanneer partijen zich al te zeer hebben ingegraven in te rigide posities, ontbreekt de
motivatie om samen aan een oplossing te werken. Partijen kunnen zo geëmotioneerd zijn dat
onderlinge communicatie nauwelijks mogelijk is. Als ze over en weer (dreigen met)
gebruikmaken van geweld, zodat de betrokkenen niet in vrijheid kunnen beslissen, is
mediation onmogelijk.
Glasl heeft een escalatiemodel met 9 fasen ontwikkeld, waarbij in iedere volgende fase steeds
negatiever gedrag door de partijen als toelaatbaar wordt beschouwd, terwijl dit in een vorige
fase nog werd afgewezen. Hij reserveert het middelste gedeelte van de escalatietrap (3 de tot
5de fase) voor mediation: daarvóór is er voor een mediator nog niet zoveel te doen en daarná
wordt de mediator het werken als het ware onmogelijk gemaakt.
Omdat bij mediation de deelnemers de centrale rol spelen en hun autonomie als uitgangspunt
geldt, staat en valt het hele proces met de motivatie van de partijen: als zij niet willen, is
mediation niet mogelijk.
Partijen moeten competent genoeg zijn in communicatieve vaardigheden en over voldoende
intellectuele vermogens beschikken om autonoom beslissingen te kunnen nemen. Het gaat
hier om de (mentale) competentie om de zaak te kunnen overzien en om de eigen belangen
op een adequate wijze naar voren te kunnen brengen en te verdedigen, zodat zelfbeschikking
op een reële manier mogelijk kan zijn.
Wil een mediation constructief kunnen verlopen, dan zullen beide deelnemers voldoende in
staat moeten zijn om een evenwichtig aandeel in de besluitvorming te leveren. Beiden
moeten ook in voldoende mate toegang kunnen hebben tot de benodigde info en in staat zijn
, om zo nodig onafhankelijke financiële, juridische of psychologische adviseurs te kunnen
raadplegen.
1.8 – De persoon van de mediator
Mediator moet betrokken en empathisch kunnen zijn, en niet-oordelend en met een open
houding kunnen optreden. Hij moet integer, consistent en betrouwbaar kunnen overkomen,
zodat de deelnemers vertrouwen in hem kunnen hebben. Hij moet non-directief genoeg zijn,
geduld kunnen hebben en de deelnemers niet iets willen opdringen om de autonomie van
deelnemers te kunnen respecteren en consequent de keus bij hen te kunnen laten.
Hij moet zelf niet bang zijn voor conflicten en heftige emoties, zodat hij als mediator rust en
kalmte kan uitstralen en de benodigde veiligheid aan de deelnemers kan bieden. Hij moet niet
te gretig uit zijn op harmonie of geneigd zijn om conflicten te ontlopen of glad te strijken.
Mediator moet voldoende stressbestendig zijn, omdat hij emotioneel onder druk kan komen te
staan en overeind moet kunnen blijven ook als hij geïsoleerd komt te staan en weinig of geen
begrip ontmoeten van de klant van de conflictpartijen.
Tegenoverdracht het gaat om de gevoelens die de cliënt ontwikkelt en overdraagt op de
therapeut, gevoelens die samenhangen met zijn ouders of andere emotioneel belangrijke
personen in zijn leven.
Bij tegenoverdracht worden de gevoelens bedoeld die bij de therapeut zelf worden opgewerkt
onder de emotionele invloed van de cliënt.
Objectieve tegenoverdracht het gaat om gevoelens van de therapeut die op een reële
manier worden opgewekt door een min of meer objectieve observatie van de cliënt als reëel
persoon.
Subjectieve tegenoverdracht het gaat om gevoelens die bij de therapeut ontwikkeld zijn
tijdens zijn eigen persoonlijke emotionele levensgeschiedenis en die nu als het ware weer
worden gewekt en overgedragen op de cliënt.
Op een wat minder diep niveau wordt het professionele handelen van een mediator uiteraard
ook beïnvloed door zijn visies en waardeopvattingen. Net als ieder ander interpreteert ook de
mediator het gedrag en de interacties tussen de partijen vanuit zijn eigen interpretatiekader
en zal hij vanuit de hypotheses die hij vanuit dat interpretatiekader ontwikkelt vragen stellen
en het mediationproces via interventies, zoals samenvatten en positief heretiketteren,
trachten bij te sturen.
Iedere mediator moet bij zichzelf ontdekken wat voor situaties en gebeurtenissen en wat voor
deelnemers bij hem al te sterke gevoelens oproepen, die hem het moeilijk of onmogelijk
maken om neutraal en/of onpartijdig te werken en het vertrouwen te winnen van de
deelnemers – en waardoor hij een bepaalde mediation beter niet kan doen. Regelmatige
reflectie over het eigen professionele handelen kan hierbij een goed hulpmiddel zijn. Een
aantal vragen kan hierbij behulpzaam zijn.
a. Wat blijft karakteristiek voor mijn aanpak als mediator?
b. Wat zijn de sterke en zwakke punten van mijn aanpak?
c. Wat is de invloed van mijzelf als persoon?
Tot slot wil ik hier een aantal aanbevelingen aanhalen, omdat deze ook goed toepasbaar zijn
voor mediators.
Ken jezelf, je rol, motieven, gevoelens, onzekerheden en gedragspatronen. Ken ook de effecten
die deze hebben op de deelnemers.
Besteed aandacht aan jezelf: blijf in contact met jezelf; gebruik je eigen unieke capaciteiten; je
kunt alleen jezelf zijn, niet iemand anders.
Wees transparant voor de deelnemers: deel je motieven, gevoelens, theorieën en aarzelingen
wanneer zij dit behoren te weten.
Heb vertrouwen in de deelnemers en in het proces. De deelnemers hebben vele noodzakelijke
bronnen die opgespoord en gebruikt moeten worden in het proces.
Richt je met je interventies op het mediationproces, niet op aardig gevonden worden door de
deelnemers en je prettig voelen.
Wees je ervan bewust dat iedere interventie die je maakt de lading van autoriteit/gezag heeft,
of je het wilt of niet. Je bent hoe dan ook een persoon met een bepaald gezag. Je moet leren
omgaan met gezag/verantwoordelijkheid/afhankelijkheid in je relatie met je deelnemers. Als
mediator heb je een gedeelde verantwoordelijkheid voor het nemen van initiatieven en voor de
effecten die deze initiatieven hebben.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller denisevaningen1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.