2.1 Inleiding
Veel verschillende defini.es voor begrip communica.e
Invulling en klemtoon a9ankelijk van de uitgangsposi.e van de auteur
2.2 Wat is communica4e?
Manier 1: definiëren
!! NIET betekenis uit woordenboek (geen wetenschappelijke bron)
!! WEL wetenschappelijke definiGe (veel verschillende door verschillende wetenschappers; alle
defini9es samen tonen verschillende kijk op begrip communica9e)
Goede defini.e:
- Bruikbaar + operaGoneel binnen een bepaalde wetenschappelijke visie/benadering/veld
- Logisch en coherent
- Wordt niet tegengesproken door de waarneembare werkelijkheid
- Onderscheidt het gedefinieerde nauwkeurig van andere maatschappelijke verschijnselen
TWEE VISIES OP COMMUNICATIE:
1 Processchool: 2 Betekeniscrea7e-school:
CommunicaGe = transmissie van boodschappen CommunicaGe = producGe en uitwisseling van betekenissen
à nadruk op aanwezigheid van zender & à nadruk op betekenis, hoe boodschappen
ontvanger, hoe zij encoderen (= manier om interageren met mensen en zo betekenissen tot
boodschap over te brengen) en decoderen (= stand brengen
boodschap ontvangen) via media en kanalen
Communica)e volgens de processchool: Communica)e volgens de betekeniscrea)e-school:
- Beïnvloedingsproces van gedrag / gedachten van - Klemtoon op wat tussen zender & ontvanger zit (=
de andere persoon boodschap)
- Proces met een intenGe/bedoeling - Verschil tussen betekenisgeving zender en ontvanger ¹
- Richt zich op gedrag/communicaGeacGviteiten fout,
(=acts of communica9on) maar wel culturele verschillen
- Verschil tussen input (bedoelde effect) en output - Centrale methode = semioGek (= betekenisleer)
(effect) = fout in communicaGe à verklaren door - Gaat om wisselwerking, niet begin- en eindpunt
te kijken naar verschillende fasen in het - Richt zich op works of communicaGon
communicaGeproces bv. eigen interpreta.e van een boek
bv. Slimste Mens: makers hebben niet inten.e bv. Slimste Mens: interpreta.e dat het een
om seksis.sch programma te maken vrouwonvriendelijk programma is
,Manier 2: Voorwaarden en breekpunten in defini7es van communica7e
1 Inten&onaliteit:
à CommunicaGe is pas communicaGe als er een intenGe is (= teleologische opvaXng)
à Zender hee[ bedoeling boodschap te sturen & ontvanger hee[ bedoeling te ontvangen
Bedoeld door zender Niet bedoeld door zender
(zender ACTIEF) (zender PASSIEF)
IntenGoneel ontvangen bv. klant bestelt iets bij bv. meeluisteren met een
(ontvanger ACTIEF) verkoper gesprek
Niet-intenGoneel ontvangen bv. passief luistergedrag in bv. indrukken wanneer we op
(ontvanger PASSIEF) de klas straat lopen
à Gedragsopva:ng (Watzlawic): men kan niet niet communiceren; alles is communicaGe;
sprake van interpretaGe = communicaGe
à Teleologische opva:ng maakt onderscheid tussen
communicaGef (= intenGe af te leiden) en informaGef (= geen intenGe)
MAAR intenGonaliteit vaak moeilijk vast te stellen
2 Geslaagdheid als criterium?
à Sprake van communicaGe als de communicaGe geslaagd is
à Wiskundige benadering van Fauconnier:
Geslaagde CommunicaGe = Expressie van een boodschap + Transmissie naar bedoelde
Ontvanger x die de expressie Interpreteert zoals die bedoeld is en dat leidt tot de
Uitwerking die bedoeld is
GC = E + T + Ox + Ib + Ub
3 Rich&ng van communica&e:
à ÉénrichGngsverkeer (A ® B) of tweerichGngsverkeer (A ® B en B ® A)
à Lineair of circulair
4 Observa&eniveau
à (Intra persoonlijke communicaGe)
à Interpersoonlijke communicaGe
à GroepscommunicaGe
à OrganisaGecommunicaGe
à MassacommunicaGe
,Manier 3: elementen van het communica7eproces
Gebruikmakend van de procesvisie:
1 Bron / Zender
Sommigen maken onderscheid tussen bron (= persoon die boodschap verstuurt)
& zender (= technische apparaat waardoor boodschap verstuurd kan worden)
à Zender encodeert
2 Ontvanger/bestemmeling
Sommigen maken onderscheid tussen ontvanger (= technische apparaat)
& bestemmeling (= persoon die boodschap ontvangt)
à Ontvanger decodeert
3 Boodschap
= datgene dat wordt uitgedrukt door zender en overgedragen naar ontvanger
à Boodschap bestaat uit tekens (= verbale of non-verbale s9muli die betekenis dragen)
bv. “hond” verwijst naar dier, middelvinger betekent “fuck you”
à Tekens bestaan uit signifiant = betekenaar (klanken) &
signifié = betekende (betekenis die klanken oproepen); drie soorten:
1. Symbolen: geen natuurlijke relaGe tussen signifiant en signifié, relaGe is
resultaat van convenGe / afspraken
bv. taal / klanken
2. Iconen: fysieke gelijkenis tussen betekenaar en betekende
bv. foto / pictogram
3. Indices: zintuiglijke waarneming A verwijst naar B
bv. donkere wolken zijn index van regen, rookwolken zijn index van vuur
à Code = systeem van betekenissen, gemeenschappelijk voor leden van een cultuur
(bestaat uit tekens, regels en convenCes)
4 Signaal
= dragers van tekens
bv. luchDrillingen, visuele signalen, tacCele signalen…
5 Kanaal
= verbinding die ruimtelijke scheiding tussen zender en ontvanger overbrugt;
weg / materie waarlangs signalen worden verstuurd
bv. lucht, telefoonlijn…
, 6 Medium
Verschillende betekenissen
= object dat boodschap draagt of kan dragen / technisch middel om boodschap om te
zegen in signalen die zintuiglijk waargenomen kunnen worden
Classifica)e van media volgens indeling van Bordewijk en Van Kaam:
Controle over informaGebron / over opgeslagen informaGe
Centrale bron Individu
Controle over Centrale bron AllocuGe RegistraGe
Gjd en bv. radio en tv bv. examen
onderwerpkeuze Individu ConsultaGe ConversaGe
bv. boek lezen bv. gesprek
7 Ruis
= elke sGmulus die ontvangst van een boodschap belemmert
1. Fysieke/mechanische/kanaalruis
= storing bij fysieke transmissie van signalen door omgevingsfactoren
2. Psychologische ruis
= interne gedachten die interfereren
3. Fysiologische ruis
= fysieke toestand van ontvanger belemmert ontvangst
4. Seman)sche ruis
= gebruik van verschillende codes; gebrek aan kennis van gebruikte codes /
verkeerde connotaGe
8 Feedback
= informaGe die ontvanger verstuurt naar zender zodat die communicaGeproces kan
evalueren
à CommunicaGe gezien als éénrichGngsverkeer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elTEE. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.99. You're not tied to anything after your purchase.