Nederlandse vertaling hoofdstuk 2 van het boek Schunk. Over leren, onderwijs en instructie (Learning Theories An Educational Perspective 6th Edition D.H. Schunk) Per pagina vertaald. Incl. tabellen.
Schunk. D. H. (2014). Learning Theories: An Educational Perspective (6th Edition)
Hoofdstuk 2 (Nederlandse vertaling)
Boek Schunk Hoofdstuk 2
blz 30
BEHAVIORISM/BEHAVIORISME
Psychologie stond in de kinderschoenen aan het begin van de twintigste eeuw. Twee
prominente stromingen waren structuralisme en functionalisme (hoofdstuk 1), maar
beide hadden problemen. Structuralisme gebruikte de introspectiemethode, waardoor
het niet in contact kwam met belangrijke ontwikkelingen in de wetenschap en nam
Darwin's werk over aanpassing en evolutie niet op. Het functionalisme had een te brede
focus omdat de voorstanders ervan te veel onderzoeksrichtingen bepleitten.
Tegen deze achtergrond begon het behaviorisme uit te groeien tot de leidende
psychologische discipline (Rachlin, 1991). John B Watson (1878-1958), algemeen
beschouwd als de oprichter en kampioen van het moderne behaviorisme (Heidbreder,
1933; Hunt, 1993), geloofde dat denkrichtingen en onderzoeksmethoden die met de
geest omgingen, onwetenschappelijk waren. Als de psychologie een wetenschap zou
worden, moest ze zichzelf structureren volgens de lijnen van de natuurwetenschappen,
die waarneembare en meetbare fenomenen onderzochten. Gedrag was het juiste
materiaal voor psychologen om te studeren (Watson, 1924). Introspectie (zelfreflectie)
was onbetrouwbaar, bewuste ervaringen waren niet waarneembaar en mensen met
dergelijke ervaringen konden niet vertrouwd worden om ze nauwkeurig te rapporteren
(Murray, Kilgour, & Wasylkiw, 2000).
Watson (1916) vond dat het conditioneringsmodel van Pavlov (later in dit hoofdstuk
besproken) geschikt was voor het bouwen van een wetenschap van menselijk gedrag.
Hij was onder de indruk van Pavlov's nauwkeurige meting van waarneembaar gedrag.
Watson geloofde dat Pavlov's model kon worden uitgebreid om rekening te houden met
verschillende vormen van leren en persoonlijkheidskenmerken. Pasgeborenen kunnen
bijvoorbeeld drie emoties vertonen: liefde, angst en woede (Watson, 1926a). Door
middel van Pavloviaanse conditionering kunnen deze emoties worden losgemaakt van
prikkels om een complex volwassen leven te produceren. Watsons uitte zijn geloof in de
kracht van conditionering in deze beroemde uitspraak: Geef me een dozijn gezonde
baby's, goed gevormd en mijn eigen specifieke wereld om ze groot te brengen en ik
garandeer dat ik willekeurig iemand neem en hem opleid om elk type specialist te worden
dat ik zou kunnen selecteren - een arts, advocaat, kunstenaar, zakenman en, ja zelfs in
bedelaar en een dief, ongeacht zijn talenten, voorgevoelens, neigingen, capaciteiten,
roepingen en ras van zijn voorouders. (Watson, 1926b, p. 10).
Hoewel het onderzoek van Watson weinig relevant is voor academisch leren, sprak en
schreef hij met overtuiging en zijn onvermurwbare opvattingen hadden invloed op de
psychologie van rond 1920 tot de vroege jaren 1960 (Hunt, 1993). Zijn nadruk op het
belang van de omgeving is goed te zien in het daaropvolgende werk van Skinner (later
besproken in dit hoofdstuk) (Horowitz, 1992).
Dit hoofdstuk behandelt behaviorisme zoals uitgedrukt in conditioneringstheorieën
van leren. Het kenmerk van conditioneringstheorieën is niet dat ze omgaan met gedrag
(alle theorieën doen dat), maar eerder dat ze het leren verklaren in termen van
omgevingsgebeurtenissen. Hoewel ze het bestaan van mentale fenomenen niet
ontkrachten, beweren deze theorieën dat dergelijke fenomenen niet nodig zijn om het
leren te verklaren. In het openingsscenario omarmt Leo een conditionerende positie (zie
bladzijde 29 van het boek).
,Schunk. D. H. (2014). Learning Theories: An Educational Perspective (6th Edition)
Hoofdstuk 2 (Nederlandse vertaling)
De bekendste conditioning theory/conditioneringstheorie is de operant
conditioning/operante conditionering van B. F. Skinner. Voordat we deze theorie
bespreken, wordt wat historisch werk in de conditioneringstraditie gepresenteerd om
de achtergrond voor het werk van Skinner te vormen; specifiek, Thorndike's
connectionisme, Pavlov's klassieke conditionering en Guthrie's aaneengesloten
conditionering.
Als je klaar bent met het bestuderen van dit hoofdstuk, kun je het volgende:
-Uitleggen hoe gedragingen worden geleerd volgens connectionism theory/de theorie
van het connectionisme.
-Discussiëren over de onderwijspraktijk van Thorndike.
-Uitleggen hoe reacties worden geconditioneerd, extingguished/gedoofd en
gegeneraliseerd volgens de klassieke contitioneringstheorie.
-Het proces beschrijven waarbij een emotionele reactie kan worden geconditioneerd tot
een aanvankelijk neutraal object.
blz 31
-Uitleggen met behulp van aaneengesloten conditionering principes, hoe bewegingen
worden gecombineerd tot een handeling.
-Beschrijven hoe Skinner’s drie-termijn contingentiemodel van operante conditionering
werk en voorbeelden geven.
-Definieren en illustreren van de belangrijke operante conditioneringsconcepten:
positieve en negatieve versterking, straf, generalisatie, discriminatie, vormgeven en
Premack-principe.
-Een kort overzicht geven van een behaviorist model van zelfregulering.
-Enkele belangrijke educatieve toepassingen verklaren van operante principes voor het
onderwijs: gedragsdoelstellingen, leertijd, leren van meesterschap, geprogrammeerde
instructie en contingentiecontracten.
CONNECTIONISME
Edward L. Thorndike (1874-1949) was een prominente Amerikaanse psycholoog wiens
theorie van leren – connectionism/connectionisme – dominant was in de Verenigde
Staten tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw (Mayer, 2003). In tegenstelling tot
veel vroege psychologen was hij geïnteresseerd in onderwijs en vooral leren,
overdracht, individuele verschillen en intelligentie (Hilgard, 1996; McKeachie, 1990). Hij
paste een experimentele benadering toe bij het meten van de prestaties van studenten.
Zijn impact op het onderwijs wordt weerspiegeld in de Thorndike Award, de hoogste eer
gegeven door de Division of Educational Psychologie of the American Psychological
Association voor onderscheidende bijdragen aan onderwijspsychologie.
Trial-and-Error Learning/Leren met vallen en opstaan
Het belangrijkste werk van Thorndike is de drievoudige reeks Educational
Psychology/educatieve psychologie (Thorndike, 1913a, 1913b, 1914). Hij stelde dat het
meest fundamentele type van leren inhoudt het vormen van associaties
(connections/verbindingen) tussen zintuiglijke ervaringen (percepties van stimuli of
gebeurtenissen) en neurale impulsen (reacties) die zich gedragsmatig manifesteren. Hij
geloofde dat leren vaak gebeurt met vallen en opstaan/trial and error (selecteren en
verbinden).
,Schunk. D. H. (2014). Learning Theories: An Educational Perspective (6th Edition)
Hoofdstuk 2 (Nederlandse vertaling)
Thorndike begon leren te bestuderen met een reeks experimenten op dieren
(Thorndike, 1911). Dieren in probleemsituaties proberen een doel te bereiken
(bijvoorbeeld voedsel verkrijgen, een bestemming bereiken). Uit de vele reacties die ze
kunnen geven, selecteren ze er een, voeren het uit en ervaren de gevolgen. Hoe vaker ze
reageren op een stimulus, hoe steviger die reactie wordt verbonden met die stimulus.
In een typische experimentele situatie wordt een kat in een kooi geplaatst. De kat kan
een ontsnappingsluik openen door op een stok te drukken of aan een ketting te trekken.
Na een reeks willekeurige reacties, wordt het doel bereikt en gaat het luik open. De kat
kan ontsnappen. Hij wordt teruggezet en na proberen ontsnapt de kat sneller en maakt
hij minder fouten voordat hij de juiste handeling verricht. Een plot van de resultaten
wordt getoond in figuur 3.1 (zie boek blz 32).
Leren gebeurt geleidelijk met vallen en opstaan (stapsgewijs), de goede antwoorden
worden gevestigd en de foute antwoorden worden verdrongen. Verbindingen worden
mechanisch gevormd door herhaling; bewust besef/bewustzijn is niet nodig. Dieren
‘vangen niet aan’ of ‘hebben geen inzicht’. Thorndike begreep dat menselijk leren
complexer is omdat mensen anders leren door het vormen van ideeën en te verbinden,
te analyseren en redeneren (Thornddike, 1913b).
blz 32
Desalniettemin heeft Thorndike door de overeenkomst in onderzoeksresultaten uit dier-
en mensstudies complex leren verklaard met elementaire leerprincipes. Een goed
opgeleide volwassene bezit miljoenen stimulus-responsverbindingen.
Laws of Exercise and Effect/Wetten van oefening en effect
De basisideeën van Thorndike over leren zijn belichaamd in de wetten van oefening en
effect. De Law of Exercise bestaat uit twee delen: The Law of Use – door een reactie op
een stimulus wordt de verbinding sterker; de wet van onbruik – wanneer niet op een
stimulus wordt gereageerd wordt de kracht van de verbinding verzwakt (vergeten). Hoe
langer het tijdsinterval vóór een reactie wordt gemaakt, des te groter is de afname van
de sterkte van de verbinding.
The Law of Effect staat centraal in de theorie van Thorndike (Thorndike, 1931b):
Wanneer een veranderlijk verband wordt gelegd tussen een situatie en een reactie en dit gepaard
gaat met of wordt gevolgd door een bevredigende stand van zaken, neemt de sterkte van dat
verband toe: Wanneer gemaakt en vergezeld of gevolgd door een vervelende stand van zaken,
neemt de sterkte af. (p.4).
De wet van effect benadrukt de concequences/gevolgen van gedrag: Reacties die leiden
tot bevredigende (lonende) gevolgen worden geleerd; reacties met vervelende
(punishing/straffende) gevolgen worden niet geleerd. Dit is een functioneel verslag van
leren, omdat bevredigers (reacties die gewenste resultaten opleveren) individuen in
staat stellen zich aan te passen aan hun omgeving.
De volgende studie illustreert de toepassing van de Law of Effect (Thorndike, 1927).
Deelnemers kregen 50 stroken papier te zien, variërend in lengte van 3 tot 27
centimeter, een voor een. Naast elke strook was een tweede strook waarvan de
deelnemers wisten dat het 10 cm lang was. Ze schatten aanvankelijk de lengte van elke
strook zonder feedback. Volgend op de pretest werden de 50 stroken opnieuw
gepresenteerd, een voor een. Na elke schatting waren ze als ‘goed’ of ‘fout’ gezegd door
de experimentator. Nadat de 50 stroken herhaaldelijk waren gepresenteerd gedurende
meerder dagen werden ze opnieuw gepresenteerd zonder feedback over de lengte.
, Schunk. D. H. (2014). Learning Theories: An Educational Perspective (6th Edition)
Hoofdstuk 2 (Nederlandse vertaling)
blz 33
Na de training werden de lengtes van de stroken beter beoordeeld door de deelnemers
dan bij hun eerdere schattingen. Thorndike concludeerde dat deze resultaten
vergelijkbaar waren met die van experimenten waarbij dieren die opnieuw gevoed
werden met voedsel of vrijheid, het bevestigt het idee dat bevredigende (correcte)
stimulus-reactieverbindingen worden versterkt en vervelende (onjuiste) verbindingen
worden verzwakt.
Other Principles/Andere principes
De theorie van Thorndike (1913b) omvatte andere voor het onderwijs relevante
principes. Eén principe is de Law of Readiness/wet van gereedheid, die stelt dat wanneer
iemand bereid is (klaar) te handelen, dit ook is en te belonen en dit niet doen is straffen.
Als iemand honger heeft, zijn de reacties die tot voedsel leiden gereed, terwijl andere
reacties die niet tot voedsel leiden niet gereed zijn. Als iemand vermoeid is, is het
straffen om dan gedwongen te worden te oefenen. Dit idee toepassend op leren, zouden
we kunnen zeggen dat wanneer studenten klaar zijn om een bepaalde handeling te leren
(in termen van ontwikkelingsniveau of eerdere verworven vaardigheden) de
gedragingen die dit leren bevorderen vervolgens de moeite waard zullen zijn. Wanneer
studenten niet klaar zijn om de vereiste vaardigheden te leren, dan is dit toch te
proberen te laten leren eerder een straf en verspilde tijd.
Het principe van associative shifting/associatieve verschuiving verwijst naar een situatie
waarin reacties op een bepaalde stimulus uiteindelijk worden gemaakt op een geheel
andere stimulus als er bij herhaalde proeven kleine veranderingen zijn in de aard van de
stimulus. Om bijvoorbeeld studenten te leren een tweecijferig nummer te verdelen in
een viercijferig nummer, leren we eerst om een ééncijferig nummer op te delen in een
ééncijferig nummer en vervolgens geleidelijk meer cijfers toe te voegen aan de deler en
het deeltal.
Het principe van identieke elementen beïnvloedt overdracht transfer
generalization/generalisatie, of de mate waarin versterking of verzwakking van een
verbinding een vergelijkbare verandering in een andere verbinding veroorzaakt
(Hilgard, 1996; Thorndike, 1913b; zie hoofdstuk 7). Overdracht vindt plaats wanneer
situaties identieke elementen hebben en vergelijkbare antwoorden vereisen. Thorndike
en Woodworth (1901) ontdekten dat oefenen of trainen in een vaardigheid in een
specifieke context iemands vermogen om die vaardigheid in het algemeen uit te voeren
niet verbeterde. Dus, training over het schatten van het gebied van rechthoeken
verbetert het vermogen van de leerlingen om de gebieden van driehoeken, cirkels en
onregelmatige figuren te schatten niet. Vaardigheden moeten worden aangeleerd met
verschillende soorten educatieve inhoud zodat studenten kunnen begrijpen hoe ze deze
kunnen toepassen (Toepassing 3.1).
Revisions to Thorndike’s Theory/Herzieningen van Thorndike’s Theorie
Thorndike herzag de Laws of Exercise and Effect nadat andere onderzoeksresultaten
hen niet ondersteunden (Thorndike, 1932). Thorndike gooide de Law of Exercise weg
toen hij ontdekte dat een eenvoudige herhaling van een situatie niet noodzakelijkerwijs
garant stonden voor ‘instampen’. In één experiment sloten deelnemers bijvoorbeeld hun
ogen en trokken lijnen waarvan ze dachten dat ze 2, 4, 6 en 8 inch lang waren,
honderden keren gedurende meerdere dagen, zonder feedback over de nauwkeurigheid
van de lengtes (Thorndike, 1932). Als de Law of Exercise correct was, zou de reactie die
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mtesselhof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.