Gezinnen Van Nu – Probleem 6
Literatuur: Blokland, Van IJzendoorn & NJI-dossier
Hoe ontstaan problemen in de opvoeding?
Ouderschap = veel verschillende factoren hebben invloed op het ouderschap, zoals het
partnerschap, balans tussen werk en gezin, sociale contacten, de financiële situatie en
levensvaardigheden van de ouders. De ontwikkeling van het kind en die van ouders hebben
een wisselwerking op elkaar en op de beleving van ouderschap. Als een ouder het
ouderschap positief beleeft, heeft dit een positieve invloed op het vertrouwen, welzijn en
opvoedgedrag. Dit heeft vervolgens positieve invloed op het welzijn van het kind.
Ouders hebben daarnaast verwachtingen voor het krijgen van een kind. De mate waarin
deze verwachtingen realistisch zijn, hangt samen met het zelfvertrouwen van de ouders.
Wanneer de verwachtingen overeenkomen met de werkelijkheid kunnen ouders groeien in
hun zelfvertrouwen. Wanneer deze echter niet overeenkomen, neemt het vertrouwen van
de ouders af. Een goede voorbereiding op ouderschap is daarom belangrijk, bijvoorbeeld
door erover te praten en onderling afspraken te maken.
Uit onderzoek blijkt dat de levensvaardigheden van ouders een positief effect hebben op
het welzijn van ouders en hun kinderen. Dit zijn vaardigheden die ouders helpen om met
dagelijkse situaties om te gaan die ze tegenkomen in hun ouderschap. Vijf effectieve
levensvaardigheden zijn uit onderzoek geïdentificeerd:
1) Zelfbewustzijn: kunnen herkennen van eigen emoties en gedachten, en weten wat
de invloed is van het eigen gedrag. Een ouder voelt zich zeker over zichzelf.
2) Zelfmanagement: kunnen beheersen van eigen emoties, gedachten en gedrag. Het
kunnen omgaan met stress, zichzelf motiveren en naar doelen werken en behalen.
3) Maatschappelijk bewustzijn: kunnen inleven in andere mensen met verschillende
achtergronden en culturen en de sociale en ethische normen van gedrag begrijpen.
4) Relatievaardigheden: kunnen aangaan van positieve relaties met verschillende
mensen. Dit betekent helder communiceren, actief luisteren, samenwerken,
groepsdruk weerstaan, onderhandelen en hulp aanbieden wanneer nodig.
5) Verantwoordelijke besluitvorming: kunnen maken van constructieve en respectvolle
keuzes over persoonlijk gedrag en sociale interactie.
Opvoeding = opvoeden betekent dat ouders hun kind begeleiden bij zijn of haar
ontwikkeling tot iemand die zelfstandig kan meedoen aan de samenleving. Ouders doen dit
door een verzorgende en beschermende omgeving te bieden (affectie, sensitiviteit), het
bieden van structuur (regelmaat en orde), en het overdragen van kennis en het bijbrengen
van waarden en normen (uitleg en informatie, ongewenst gedrag ontmoedigen).
Volgens ouders zijn tien doelen belangrijk in de opvoeding: verantwoordelijkheidsgevoel
hebben, voor jezelf opkomen, rekening houden met anderen, respect hebben voor ouderen,
goede manieren hebben, zelfstandig oordelen, eigen doelen nastreven, verdraagzaam zijn,
goede schoolresultaten hebben, en ijverig en ambitieus zijn.
1
,Belangrijke principes die de ontwikkeling van een kind positief beïnvloeden:
Een veilige en stimulerende omgeving: binnen een veilige omgeving kunnen
kinderen ontdekken zonder gestoord te worden en hoeven ouders minder te
verbieden. In een stimulerende omgeving zullen kinderen zich minder snel vervelen
en is er minder kans op negatief aandacht vragen en vervelend gedrag.
Positieve ondersteuning: complimenten en aanmoediging zorgen voor motivatie om
nieuwe dingen te leren. Op deze manier wordt de zelfstandigheid van kinderen
gestimuleerd en bieden ouders ondersteuning bij moeilijkheden.
Aansprekende discipline: een duidelijke en voorspelbare omgeving zorgt ervoor dat
kinderen zich het best ontwikkelen. Ouders stellen duidelijke regels, geven heldere
instructies, en reageren snel wanneer het kind ongewenst gedrag vertoont.
Realistische verwachtingen: ieder kind is uniek en ontwikkelt zich in zijn eigen
tempo. Wanneer ouders teveel van het kind verwachten of willen dat deze alles gelijk
goed doet, kunnen er problemen staan. Alle kinderen maken per ongeluk fouten.
Goed voor jezelf zorgen: geen enkele ouder is perfect en opvoeding moet worden
geleerd door ook fouten te maken. Ouders die goed voor zichzelf zorgen en
voldoende rust houden, kunnen makkelijker geduldig en beschikbaar zijn.
Belangrijke voorwaarden voor het creëren van een goede opvoedingsomgeving:
1) Continuïteit en stabiliteit in de levensomstandigheden.
2) Mogelijkheden voor educatie en scholing.
3) Sociale omgang met leeftijdsgenoten.
4) Adequate voorbeelden waarnaar kinderen zich kunnen gedragen.
5) Het hebben van een sociaal verband van familie, vrienden, school en buurt.
6) Kennis over en contact met het eigen verleden.
Partnerschap = een goede partnerrelatie kan het welzijn en de lichamelijke gezondheid van
beide partners positief beïnvloeden. Ook heeft het een positief effect op het welbevinden
van de kinderen. Kinderen die opgroeien bij ouders met een goede relatie:
Doen het beter op school.
Hebben een betere fysieke en mentale gezondheid.
Gebruiken minder alcohol en drugs.
Hebben een betere relatie met hun ouders.
Er is minder sprake van fysiek en seksueel misbruik.
Hebben minder emotionele problemen.
Laten minder delinquent gedrag zien.
Minder pogingen tot zelfdoding.
Gaan zelf minder scheiden.
Ouderschap is een geheel nieuwe fase en een sterke relatie zorgt ervoor dat ouders
vertrouwen hebben in hun eigen kunnen. Hierdoor kunnen ze gemakkelijker omgaan met de
veranderingen en toenemende druk rondom ouderschap. Het welbevinden en het gedrag
van de kinderen kan daarnaast ook invloed hebben op de ouders.
2
, Opvoedingsproblemen = wanneer de dagelijkse praktijk van de opvoeding niet overeenkomt
met wat ouders verwachten of wanneer gezinnen met extra moeilijkheden worden
geconfronteerd, ontstaan er opvoedingsproblemen. Vijf onderwerpen komen vaak voor:
1) Algemene ontwikkeling van kinderen, gezondheid en kinderziektes.
2) Gedrag van kinderen, vooral moeilijk en ongehoorzaam gedrag.
3) Grenzen stellen, luisteren en gehoorzamen, corrigeren en straffen.
4) Sociaal-emotionele ontwikkeling, zelfvertrouwen, onzekerheid en angst.
5) Algemene vragen over opvoeden en toepassing van vaardigheden.
Opvoedingsproblemen kunnen samenhangen met beperkte opvoedingsvaardigheden van
ouders, zoals moeite om normaal kindergedrag te leiden. Ook kunnen de problemen
voortkomen uit het feit dat ouders zich niet gesteund voelen of ondermijnd worden in hun
ouderschap. Dit kan gaan om steun vanuit de partner of vanuit de omgeving.
Ontwikkelingsproblemen = problemen met kinderen kunnen plaatsvinden op verschillende
ontwikkelingsgebieden, zoals lichamelijk/motorisch, verstandelijk en sociaal-emotioneel. Op
de eerste twee gebieden zijn de signalen dat de ontwikkeling niet normaal verloopt vaak
makkelijker en eerder te onderkennen dan bij sociaal-emotionele ontwikkeling.
Psychosociale problemen = hebben betrekking op gedragingen en gevoelsuitingen van
kinderen. Deze kunnen worden onderverdeeld in internaliserend en externaliserend:
Internaliserende problematiek: de aandacht van het kind is meer naar binnen
gericht en problemen worden vooral innerlijk beleefd, ook wel emotionele
problemen genoemd. Voorbeelden zijn depressie en neerslachtigheid, paniek en
angstgevoelens, onzekerheid en teruggetrokken gedrag, psychosomatische klachten
en eetproblemen.
Externaliserende problematiek: de problemen en het gedrag zijn meer zichtbaar en
naar buiten gericht. Voorbeelden zijn antisociaal en opstandig gedrag, agressieve
uitingen, hyperactiviteit en impulsiviteit, delinquent gedrag, spijbelen en
middelengebruik. Deze vorm van problematiek wordt vaak eerder onderkend, omdat
de omgeving er ook last van heeft. Zo leidt dit vaker tot opvoedingsproblemen.
Psychosociale problemen kunnen samenhangen met een bepaalde fase in de ontwikkeling
en worden daarom ook wel faseproblematiek genoemd. Zulke problemen zijn vaak tijdelijk
van aard en kunnen worden overwonnen. Deze problemen hoeven echter niet vanzelf over
te gaan, waardoor het belangrijk is om ouders steun te bieden hierin. Andere factoren die
bijdragen aan psychosociale problemen zijn de aanleg van een kind, de manier waarop
ouders op gedrag van kinderen reageren en de invloed van omgevingsfactoren.
Transactioneel ontwikkelingsmodel = beschrijft de kinderlijke ontwikkeling als een proces
dat voortdurend veranderd, bestaande uit steeds wisselende interacties. De inbreng van het
kind zelf wordt hierbij als een belangrijke factor gezien. Of er sprake is van een negatieve of
positieve ontwikkeling is dan afhankelijk van hoe ouders hiermee omgaan (goodness of fit).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliaslab. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.