100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Materieel Strafrecht (16/20) $15.56   Add to cart

Summary

Samenvatting Materieel Strafrecht (16/20)

 82 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat de GROTE LIJNEN van alle hoofdstukken voor het vak "Materieel Strafrecht" die nodig zijn om dit vak te begrijpen en succesvol te voltooien. Met deze samenvatting, die mij een score van 16/20 heeft opgeleverd, ben je verzekerd van een grondige voorbereiding voor je examen. ...

[Show more]

Preview 10 out of 72  pages

  • Yes
  • July 19, 2024
  • 72
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
onsa




MATERIEEL STRAFRECHT
Academiejaar 2023-2024




Joren Brauwers
UGent

, Algemene inleiding
HOOFDSTUK 1: DEFINITIE

WAT VERSTA JIJ ONDER MATERIEEL STRAFRECHT? ( DEFINITIE)

De strafwet in de brede betekenis omvat ZOWEL materieel strafrecht als het strafprocesrecht (=formeel strafrecht)

BELANGRIJK VERSCHIL (FORMEEL VS MATERIEEL STRAFRECHT)
Formeel strafrecht heeft betrekking op de VORM of procedure van de strafrechtsbedeling
 Formele strafrecht: de regels omtrent de wijze waarop een onderzoek naar eventuele misdrijven gedaan moet
worden, hoe de procedure voor de bevoegde rechtbank verloopt en op welke wijze de uitgesproken straffen
dienen te worden uitgevoerd.
(!!!) Materieel strafrecht heeft betrekking op de MATERIE (inhoud) van het strafrecht (wat de verschillende misdrijven zijn)
BELANGRIJKE WOORDEN die in uw definitie moeten terugkomen: 1) Misdrijf 2) Straf
 “De regels die uitleggen welke gedragingen maatschappelijk ongewenst zijn en op welke manier daarop
gereageerd moet worden”
o Het gaat echter NIET ENKEL over de misdrijven (of gedragingen die ongewenst zijn) en de straffen,
maar het gaat ook over 3) HOE dat we straffen (hoe we gaan bepalen welke straf gepast is voor een
bepaalde persoon, rekening houdend met de CONTEXT waarin de feiten gepleegd zijn)
Een Algemene definitie van MATERIEEL STRAFRECHT verwijst dus niet alleen naar 1) misdrijven en 2) straffen (in de
ENGE betekenis van het woord = beperkt), MAAR EIGENLIJK naar misdrijven en straffen in de RUIME BETEKENIS, waarbij
we ook aandacht hebben voor de voorwaarden waaronder iemand verantwoordelijk gesteld kan worden, welke impact
dat dat moet hebben op de manier waarop wij als maatschappij op ongewenst gedrag gaan reageren,….
 Het materiële strafrecht beschrijft de strafbare feiten en de daaraan verbonden straffen.
o Het Belgisch strafwetboek onderscheidt drie misdrijven.
 Overtredingen met politiestraf
 Wanbedrijven met correctionele straffen
 Misdaden worden door het assisenhof met criminele straffen bestraft.

CONCLUSIE
Het materieel strafrecht kan worden omschreven als het geheel der rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar
worden gesteld en gesanctioneerd.
- Hierbij staan twee begrippen centraal:
o (1) Misdrijven (nl. de omschrijving van de strafbare gedraging)
o (2) Straffen (nl. de bepaling van de straf).
- De regels van het materieel strafrecht bepalen onder welke voorwaarden personen strafrechtelijk
verantwoordelijk kunnen worden gesteld en welke omstandigheden deze verantwoordelijkheid kunnen uitsluiten
of beperken.
o Men vindt er de algemene beginselen inzake daderschap, poging. Welneming, rechtvaardigingsgronden,
schulduitsluitingsgronden, strafuitsluitingsgronden,….
- Het materieel strafrecht bepaalt tevens de toepasselijke sancties (straffen, maatregelen en alternatieve sancties)
en regelt hoe deze sancties in concrete gevallen door de rechter moeten worden toegepast (straftoemeting en
strafmodaliteiten).

CODEX (STRAFWETBOEK)
MATERIEEL STRAFWET  Strafwetboek
Boek 1: De misdrijven en de bestraffingen in het algemeen
 In Boek 1 staan de basisprincipes en algemene beginselen van het strafrecht
o Boek 1 in eigenlijk het Fundament (de basis) => voornamelijk dit bestuderen in de komende weken
Boek 2: De misdrijven en hun bestraffing in het bijzonder
FORMEEL STRAFWET  Wetboek van Strafvordering




1

,WAT WIL JE MET JE STRAFRECHT EIGENLIJK BEREIKEN? (DOELSTELLING)
Wat is eigenlijk de DOELSTELLING, Waarom ga je strafrechtelijk tussen komen of straffen geven?
- 1) Retrospectief: Iemand straffen voor iets dat hij in het VERLEDEN gedaan heeft, en het is een beetje
“vergelding” (=vergoeden, compenseren, terug goed maken, terugbetalen)
- 2) Prospectief: Iemand straffen om te vermijden naar de TOEKOMST toe, dat die persoon nog is dezelfde fout
begaat  PREVENTIE (voorkomen dat hij het nog is doet)
- 3) Instrumenteel: Iemand straffen voor hem “wederoptevoeden” (resocialiseren), waardoor hij daarna op een
correcte manier terug aan ons maatschappelijk leven zou kunnen deelnemen.
- 4) Economisch: Iemand straffen om het vermogensvoordeel (na de daad) bij de dader af te nemen en het
vermogensnadeel van het slachtoffer terug te brengen (terug naar de oorspronkelijke toestand)
(!!!!!!!) “De doelstelling die je nastreeft KLEURT de invulling van de REGELS”




2

, HOOFDSTUK 2: HISTORISCH OVERZICHT VAN HET STRAFRECHT

BELANGRIJK
Belangrijker is om de grote lijnen en de evolutie te begrijpen. Besteed vooral aandacht aan de evolutie binnen het materieel
strafrecht. De referenties naar het formeel strafrecht zijn illustratief.

4 TIJDSVAKKEN
In het tweede hoofdstuk gaan we in een vogelvlucht door de historiek van het strafrecht. We bekijken hoe en
wanneer het strafrecht ontstaan is alsook de evolutie door opeenvolgende periodes .
Je kan het HISTORISCH KADER van ons strafrecht opdelen in VIER GROTE TIJDSVAKKEN
- 1) Archaïsche periode,
- 2) De middeleeuwen,
- 3) De verlichting
- 4) Het huidige strafrecht. (Vandaag)

1) ARCHAÏSCHE PERIODE
In deze periode BESTAAT strafrecht nog NIET !!!!!!!!!!!!!

GEEN ECHT STRAFRECHT!!!!
In deze periode leefden men in een Primitieve samenleving op dat moment kennen wij eigenlijk een “Talio recht”
(BELANGRIJK wij vinden het vandaag ook nog terug in hedendaagse samenlevingen),
- Talio Recht/Principe (!!!) = Oog om oog, Tand om Tand => GEEN ECHT STRAFRECHT!!!
o Het wordt ook ‘eigenrecht’ genoemd, omdat men het recht om een conflict op te lossen in eigen
handen neemt (zonder de Staat of vorst)
 Vaak is het ene CLAN (familie) vs andere Clan, een echte “Familievete” of “Bloedwraak”.
Deze blijven vaak zolang aanslepen dat het niet altijd duidelijk is WAAROM er een
vijandigheid is tegen leden van een andere clan
o Talio principe zorgt ook niet echt voor een veiligheidsgevoel in de samenleving, omdat het principe
eigenlijk een katalysator (aanzetter) is die zorgt voor al maar meer en meer conflicten
- Vergeldingsrecht of Talio-principe is een uitdrukking die verwijst naar het principe van vergelding
(terugbetalen/compenseren) met precies hetzelfde onrecht dat het slachtoffer is aangedaan door de dader

2) DE MIDDELEEUWEN
VOOR HET EERST DE TUSSENKOMST VAN DE STAAT, maar meer bepaald de Vorst of Koning die zich genoodzaakt voelt
om de rust en vrede in zijn gemeenschap te kunnen garanderen. (hij ziet de gevolgen van het Talio-Principe en gaat daar
iets aan willen doen)
De Vorst werpt zich op of neemt de plaats als een soort bemiddelaar (tussenkomer) en NEEMT HET CONFLICT UIT DE
HANDEN VAN DE PARTIJEN!!!!
- Dus het reageren op een misdrijf is NIET MEER een private aangelegenheid of bevoegdheid (de partijen zelf),
maar is nu de bevoegdheid van de Staat (Vorst) = PUBLIEKE AANGELEGENHEID GEWORDEN!!!! (Dader vs
Overheid)
“Strafrecht is een vorm van Publiek Recht” = Strafrecht is met andere woorden een tak uit het Publiek recht (overheid)
 Publiekrecht is het recht dat de relatie tussen individuen (burgers) en de staat/overheid regelt
 Privaatrecht regelt relaties tussen individuen

COMPOSITIO & FREDUS (BEGRIPPEN KENNEN)
Deze concepten verklaren de BASIS/achtergrond van de schadevergoeding en geldboete zoals we die vandaag kennen
- Eerst introduceerde men de “Compositio” = Compositio is het BLOEDGELD waarmee je de wraak afkoopt, in
plaats van een oog om oog – tand om tand principe te redeneren
o Er werd een som geld betaald om u te tegenpartij tegemoet te komen, nadat je een misdrijf hebt
gepleegd, in plaats van dat zij dan weer wraak gaan nemen op u. = VOORLOPER v/d Schadevergoeding


3

, - In tweede instantie werd ook de “Fredus” geïntroduceerd = Fredus is het VREDEGELD (aan de vorst!!) waarmee
je de vorst vergoedt voor de schade die je hebt veroorzaakt door het verstoren van de vrede op zijn territorium
o = VOORLOPER v/d Geldboete
 BELANGRIJK:
 Geldboete gaat naar de overheid
 Schadevergoeding gaat naar het slachtoffer

OUD-GERMAANSE STRAFPROCES
Tijdens de Middeleeuwen wordt de strafprocedure gevoerd volgens de principes van het “Oud-Germaanse Strafrecht” (VOORNAMELIJK
LEERSTOF FORMEELSTRAFRECHT, dus illustratie)

BELANGRIJK is wel dat je weet dat in deze periode sprake was van enorme ONGELIJKE & WREDE STRAFFEN, dit is de periode van
handafhakkingen, godsbewijzen (waren voornamelijk irrationele soort van experimenten om te bewijzen dat je niet schuldig was aan de
hand van God, bijvoorbeeld: steen gebonden aan u en in rivier gegooid als je terug naar boven kwam was je niet schuldig, want God
stond aan jouw kant)
- Deze straffen zijn enorm irrationeel en oneerlijk!!!!!

VERANDERING DRINGT ZICH OP
Het werd duidelijk dat er NOOD WAS aan een meer HUMANE PROCEDURE, verandering begint zich te weeg te brengen in de
aanloop van de Verlichting.
- BELANGRIJK
o Voor ‘minder ernstige misdrijven’ blijft echter dit irrationele veel LANGER bestaan.
o Voor ‘meer ernstige misdrijven’ zie je stap voor stap de evolutie naar een meer HUMANE procedure
 Men gaat over van een Passieve rechter (hij liet zich gewoon leiden door de Godsbewijzen,…)
NAAR een Actieve rechter (HIJ HAD WEL ENORM VEEL MACHT)
 De passieve rechter wordt NU een ACTIEVE RECHTER die zelf op zoek gaat naar de
waarheid (echt concrete bewijzen zoeken)
 = inquisitoire strafproces, groot verschil met het oud Germaans strafrecht is dat de rechter nu een
actievere rol aanneemt als de een soort openbare aanklager (vervolgen van iemand net zoals
openbaar ministerie) + rechter

3) DE VERLICHTING
De ECHTE VERANDERING komen er pas echt wanneer de Franse Revolutie het VERLICHTINGSDENKEN echt op de kaart zetten.
Men had een STERE REACTIE TEGEN alles wat slecht (wreed & oneerlijk) was tijdens de middeleeuwen
- STERKE REACTIE TEGEN
o (!!!) Willekeur van de koning, ze konden doen wat ze wouden
o Wrede onderzoeksmethode (om tot de waarheid te komen)
o De Wrede oneerlijke bestraffingen
- Dit alles heeft ervoor gezorgd dat enkele belangrijke figuren het initiatief genomen hebben om OP PAPIER TE ZETTEN
wat het verlichtingsdenken nu concreet moest betekenen voor het Strafrecht, op welke manier dat het strafrecht vorm
gegeven moest worden volgens het verlichtingsdenken
o Montesquieu = Hij verdedigde de ‘Trias Politica” of de “scheiding der machten” (wetgevende, uitvoerende &
rechterlijke macht)
 De TAAKVERDELING IS ECHTER in de praktijk niet altijd zo rechtlijnig
o Locke & Rousseau kennen wij van het “Sociaal Contract”
 Uitgangspunt: er is een soort fictief contract tussen de burgers en de overheid,
 Burgers: Waarbij de burgers een deel van hun vrijheid opgeven in ruil voor veiligheid
 Overheid: Waarbij de Overheid zich voorneemt om zich NIET te mengen in het leven van
de burgers als dat niet nodig is.
 De overheid heeft dus zowel een POSITIEVE BESCHERMINGSVERPLICHTING en een NEGATIEVE
ONTHOUDINGSVERPLICHTING




4

, MAGNA CHARTA
DIT IS OOK DE PERIODE (de Verlichting) WAARIN DE MAGNA CHARTA TOT STAND KOMT.
Deze Magna Charta brengt 3 BELANGRIJKE basisbeginselen samen
- 1) Legaliteit, dit houdt in dat er een JURIDISCHE BASIS aanwezig MOET zijn voor overheidsoptreden!!!
o In deze juridische basis moet duidelijk staan wat mag en wat NIET MAG, op deze manier kom je als burger
niet tegen verassingen te staan.
 Nullum crimen sine lege = geen misdrijf zonder wet
 Nulla poena sine lege = geen straf zonder wet
- 2) Proportionaliteit,
o De straf moet in verhouding staan met de daad (evenredig!!!)
 Hoe zwaarder de daad, hoe zwaarder de straf
- 3) Subsidiariteit, gaat over de INZETBAARHEID van het Strafrecht
o Subsidiariteit is een (rechts)beginsel dat zegt dat je het minst ingrijpende middel moet gebruiken om een doel
te bereiken.
 Strafrecht (of het geven van een straf) is uit uiterste middel om een doel te bereiken (=Ultimum
remedium) , dus het gaat hierover of het wel inzetbaar is. Moeten wij een straf geven of is er een
andere minder ingrijpend middel dat men kan hanteren om aan hetzelfde doel te komen.

REVOLUTIONAIR STRAFRECHT
Dit verlichtingsgedachtegoed samen met de beginselen in de Magma Charta hebben geleidt tot het ‘REVOLUTIONAIRE
STRAFRECHT’, waarbij strafrecht echt werd neergeschreven in verschillende wetboeken (DOOR VOORNAMELIJK HET
LEGALITEITSBEGINSEL)
Belangrijk omwille van het legaliteitsbeginsel pleitten de revolutionairen voor VASTE STRAFFEN, dus voor iedereen
hetzelfde (niet meer de willekeur van de rechter!!!!)
- Snel na de Franse Revolutie zien we snel twee wetboeken verschijnen, namelijk
(niet vanbuiten kennen, wel evolutie begrijpen):
o Code Lepeletier 1791
o Code Merlin 1795
- Deze wetboeken waren wel een belangrijke basis voor het strafrecht vandaag de dag, maar ze hadden relatief
een kort leven. Dit komt door Napoleon!!!

NAPOLEONTISCHE CODIFICATIE
Deze wetboeken (hierboven) werden al snel vervangen door Napoleon. Hij wou EIGEN WETBOEKEN, maar
ook inhoudelijk was hij verschillend van het revolutionaire strafrecht. Hij vond het namelijk te zachtaardig
en zorgde terug voor een deels verharding van het strafrecht in zijn Code Pénal 1810 (niet echt vanbuiten
kennen, de evolutie wel begrijpen)
- Hierbij werd terug gegrepen naar de wat harde straffen zoals bij de Middeleeuwen
- In dit wetboek werd ook voor de eerste keer gesproken over een ‘strafvork’, waarbij een
minimum en een maximum straf wordt bepaald en daartussen mag eigenlijk de rechter kiezen
o Dit gaat in tegen de STRIKTE LEGALITEIT zoals bij de revolutionairen (Vaste straffen)

4) VANDAAG
Toen België ontstond heeft men wel enkele aspecten overgenomen van Frankrijk, maar wou men toch EIGEN WETBOEKEN.
Het Strafwetboek (1867) dat wij vandaag de dag nog steeds gebruiken is ontworpen door Haus & Nypels, maar er zijn als
enkele initiatieven genomen voor het strafwetboek te vernieuwen. Deze initiatieven zijn nog niet succesvol.
Er zijn al enkele commissies opgebouwd om het wetboek in zijn totaliteit te herzien, maar het is nog NIET gelukt.
- Wat wel is gelukt is om enkele complementaire wetten toe te voegen aan het Strafwetboek
o Via de complementaire wetten doet het Nieuw SOCIAAL VERWEER een intrede
 De ideeën om te gaan werken met verzachtende omstandigheden, om te streven naar
resocialisering,… ga je niet terug vinden in ons wetboek zelf maar staan in de
complementaire/aanvullende wetten

5

, HOOFDSTUK 3: THEORIEËN OVER HET STRAFRECHT
Er zijn verschillende theorieën over het strafrecht, deze geven antwoorden op vragen zoals (1)Van waar put de
overheid het recht om te bestraffen (=ius Puniendi), (2) wat zijn de functies en doeleinde van de straf, (3) welk
mensbeeld dat men heeft,… de vragen worden allemaal verschillende beantwoordt door de 4 belangrijke theorieën
die wij nu gaan zien.
- (1) Klassieke leer
- (2) Positivisme
- (3) Nieuw sociaal verweer (= tracht de 2 bovenste te verzoenen, of samen te brengen)
- (4) Nieuw realisme

VERSCHILLENDE FUNCTIES VAN DE STRAF
Eerst voordat we de verschillende theorieën gaan bespreken, moeten we eerst ingaan op de verschillende mogelijke functies
- (1) Vergelding = een dader die een strafbaar feit pleegt , brengt altijd leed (=pijn en verdriet of schade) toe aan een andere
(slachtoffer,..) dit toegebrachte leed moet echter worden compenseert
o Bij vergelding speelt de gedachte dat de straf het onrecht of leed moet vergoeden dat door het gepleegde misdrijf
werd veroorzaakt. Dit gebeurt door een de dader een sanctie op te leggen die ‘pijn doet’ (leed toevoegen)
- (2) Verzoening = samenbrengen van de 2 partijen (dader + slachtoffer), waarbij zij hun geschil zelf kunnen oplossen. En door
de bestraffing wordt het leed dat door het misdrijf is veroorzaakt ‘hersteld’
- (3) Herstel van de schade
- (4) Algemene preventie = hiermee bedoelt men dat de straf dient om eigenlijk alle andere (mogelijke wetsovertreder) af te
schrikken, zorgen dat niemand anders het misdrijf pleegt
- (5) Bijzondere preventie = hiermee bedoelt men dat de straf dient om ervoor te zorgen dat DE DADER zelf niet nog is een
delict gaat plegen
- (6) Resocialiserende werking = hangt samen met de bijzondere preventie, waarbij de straf dient om daarna als terug als
volwaardige burger (die de regels volgt) in de samenleving te stappen.

(1) KLASSIEKE LEER

De klassieke leer in het strafrecht is eigenlijk de NEERSLAG van het ideeëngoed van de Franse Revolutie, en
meer bepaald het idee van het “sociaal contract”. (kijk hieronder)

IUS PUNIENDI (=RECHT VAN DE OVERHEID OM TE STRAFFEN)
Volgens de klassieke leer echter steunt het ius puniendi op het sociaal contract, de persoon die door zijn gewilde gedraging de
strafwet (deel van het algemeen sociaal contract) heeft geschonden mag hiervoor worden gestraft

MENSBEELD
Klassieke leer steunt tegelijkertijd op een welbepaald mensbeeld. Uitgangspunt is de ‘vrije ’ mens,
(= de vrijdenkende mens), de mens beschikt dus over een vrije wil & kan dus ook VRIJ KIEZEN tussen
“goed” – “slecht”.
WANNEER hij of zij dan voor het “kwade” heeft gekozen meer bepaald het plegen van een misdrijf, dan is de BESTRAFFING
WETMATIG (dan mag dat).
 De grondslag voor de bestraffing van het misdrijf is bijgevolg gelegen in de morele schuld van de dader die
welbewust voor het plegen van het strafbare feit heeft gekozen.

SCHULD & STRAF
De klassieken hechten een groot belang aan het strafrechtelijk schuldbegrip. Zonder schuld geen straf: nullum
crimen sine culpa.
- Schuld wordt beoordeeld in het licht van het ‘anders kunnen handelen’ door de mens die over een vrij
oordeels- of wilsvermogen beschikt. Men is dus schuldig wanneer de dader of een vrije wil beschikt en nog
steeds een delict pleegt.
o Ontbreken deze vrije wil of oordeel, dan wordt er niet gestraft. Dit is bv. het geval met
krankzinnigen of minderjarige




6

, Nu het idee is wel dat de straf vast staat wanneer men een misdrijf pleegt. Wanneer iemand een misdrijf
heeft gepleegd, heeft die daar VRIJ voor GEKOZEN (want iedereen kan vrij nadenken), hierdoor volg dus
automatisch een straf.

Maar de sanctie hangt echter af van de Ernst van het misdrijf. De Klassieken zijn sterk beïnvloedt door het
Principe van de proportionaliteit. Dit houdt in dat de ernst van de straf samenhangt men de ernst van het
misdrijf. Het misdrijf en uiteindelijk de straf moet in verhouding staan.
- De ernst van het misdrijf hangt volgens de Klassieken af van 2 zaken, namelijk
o (1) De schade die is aangericht. Hoe zwaarder de schade, hoe zwaarder de straf
o (2) Schuld van de dader
- MAAR Men vertrekt bovendien ook het legaliteitsbeginsel, waarbij de ernst van de misdrijven
bepaald worden door de wetgever, staat dus vast in de strafwet!!!!
o Er is geen sprake van een vervolgingsbeleid, OM moet vervolgen wat er in de strafwet staat (ze
geven geen ruimte om zaken te seponeren)
o Er is ook geen Appreciatie door de rechter, de rechter heeft een enorm beperkt
beoordelingsruimte. Er wordt NIET GEKEKEN NAAR DE SITUATIE & CONTEXT VAN DE DADER (er zijn
namelijk VASTE STRAFFEN)
 Rechter = Bouche de la loi: mond van de wet (gewoon straf uitspreken wat in de wet staat)

DOEL & FUNCTIE VAN DE STRAF




(2) POSITIVISME
KLASSIEKE LEER voelt eerlijk, maar is het NIET want NIET IEDEREEN IS HETZELFDE (de context en omstandigheden zijn
belangrijk), we moeten daar rekening mee houden.
- Bepaalde factoren kunnen invloed hebben op de kwetsbaarheid om misdrijven te plegen
o Biologische factoren Lombroso
o Sociale factoren (omgeving,..) Ferri
o ….
Daarom kwam er een nieuwe stroming namelijk het Positivisme, in deze benadering ziet men een misdrijf als een feit dat
gepleegd wordt omwille van een reeks causale factoren (biologie, omgeving,…), waar het individu geen invloed op heeft.

MENSBEELD
De mens wordt niet gezien als een vrij denkende persoon (met vrije wil, zoals bij de Klassieke leer).
Deze leer gaat uit van het idee van een gedetermineerde mens, dit houdt in dat de mens
gedetermineerd is (staat vast) om criminaliteit te plegen of niet omwille van verschillende factoren
(buiten de wil van het individu: biologie, omgeving, leeftijd, geslacht, educatie,…)
- De kern van de positivistische denkrichting is het determinisme’, anders dan bij de
klassieke leer is volgens de positivisten het misdrijf niet het resultaat van een vrije
wilskeuze van de delinquent maar van deels externe factoren die zijn gedrag bepalen:
Leeftijd, geslacht, milieu, enz.
“De individuele verantwoordelijkheid of schuld wordt ernstig in vraag gesteld” (het ligt aan andere factoren BUITEN
de wil van de dader dat hij de strafwet overtreedt, dus straffen op basis van schuld KAN NIET!!!!)


7

, IUS PUNIENDI + SCHULD & STRAFFEN
Het recht van de overheid om te straffen stroomt niet meer voort uit de schuld van de persoon!!! HET
VLOEIT ECHTER VOORT uit de bescherming van de maatschappij, & de GEVAARLIJKHEID dus van de dader,
die persoon is gevaarlijk we moeten de maatschappij beschermen dus we gaan hem straffen.
- “Als het gevaar van de persoon al duidelijk is, kan de overheid “ante delictum” (voor dat het
misdrijf) plaatsvindt al ingrijpen, en hem uit de maatschappij halen  preventief optreden


De straf wordt bepaald, niet in functie van de ernst van het misdrijf (proportionaliteit) maar in functie van
de gevaarlijkheid van de dader en zijn kansen op sociale re-integratie.
- Het gevolg hiervan is dat de sanctie niet op voorhand door de wet kan worden bepaald (geen legaliteitsbeginsel mogelijk).
Het is dan aan de rechter om dit te doen, op het ogenblik van de straftoemeting aan de hand van de concrete gegevens
van het strafdossier (kijken naar de individuele situatie)

DOEL & FUNCTIE VAN DE STRAF




(3) NIEUW SOCIAAL VERWEER
Het “Nieuw sociaal verweer” wordt gezien als een compromis of een verzoening tussen (1) Klassieke leer & (2) Positivisme, het
neemt aspecten over van beide theorieën.
- Het sociaal verweer is er gekomen omdat er veel misbruik gemaakt is van de positivistische leer, waar men de “gevaarlijke
individuen” uit te samenleving kon halen. Men kon namelijk bijvoorbeeld hun politieke tegenstanders gevaarlijk noemen en
opsluiten, men kon de ‘gevaarlijkheid’ door trekken naar iedereen.
o Daarom was er een compromis nodig tussen de vorige 2 theorieën, dit werd namelijk het “Nieuw sociaal verweer”

SCHULD EN STRAF
Het aanvaardt de klassieke uitgangspunten (van de klassieke leer) op dit gebied, zoals het beginsel ‘geen misdrijf
zonder schuld’, en het onderscheid tussen opzettelijke misdrijven en onachtzaamheidsmisdrijven.
- Klassieke leer: De ernst van het misdrijf & dus ook de straf wordt bepaald door de SCHULD van de
dader, Positivisme: echter worden er bij de straftoemeting (uitspreken van de straf door een rechter)
ook rekening gehouden met verschillende variabelen (omgeving,…) = individualisering van de straf
o Bij het “Nieuw sociaal verweer” is Het model van de klassieke leer is overgenomen (geen
misdrijf zonder schuld), maar er wordt echter ook gekeken naar enkele variabelen die ook relevant zijn bij de
straftoemeting, waardoor er sprake is van een individualisering van de straf (en geen automatisch proces, waarbij
iedereen vast dezelfde straf krijgt)
 Met betrekking tot de sanctie stelt het nieuw sociaal verweer het resocialiseringsideaal voorop. Door
het “nieuw sociaal verweer” zijn er een aantal bijzondere wetten opgesteld die de rechter de


8

, mogelijkheid geeft om bij de straftoemeting de straf in hoge mate te individualiseren met als doel de
sociale re-integratie van de delinquent.



DOEL EN FUNCTIE VAN DE STRAF
Volgens het “Nieuw sociaal verweer” is de Functie van het strafrecht, de MAATSCHAPPIJ BESCHERMEN tegen delinquent gedrag.
Het heeft volgens deze denkrichting geen belang of dit gedrag voortkomt uit de wil van de dader (klassieke leer) of juist
gedetermineerd is door biologische, sociale, etnische, religieuze of andere factoren (positivisme). Het nieuw sociaal verweer
verwerpt het determinisme van de positivisten en tracht bovendien de discussies over de wils- en oordeelsvrijheid van de
klassieken te vermijden.

Als tussenoplossing wordt door het nieuw sociaal verweer het principe van de wettelijke verantwoordelijkheid vooropgesteld.
Ieder misdrijf verantwoord een optreden van de overheid (ius puniendi). Doel van dit optreden is het sociaal verweer
(= de maatschappij moet beschermd worden tegen delinquent gedrag of maatschappelijk schadelijk gedrag).
- De vorm van dit optreden moet verschillen naargelang de persoon van de delinquent. Een onderscheid
wordt gemaakt tussen enerzijds de ‘normale’ delinquenten en anderzijds de andere delinquenten (de
geestesgestoorden en de jongeren).
o Dit onderscheid in sanctionering wordt soms ‘Tweesporenstelsel ’ (!!!!!!!!!!!!) genoemd.
 (1) De ‘normale’ delinquenten blijft het gewone strafrecht behouden,
 NORMAAL OORDEELSVERMOGEN (en hebben dus ook schuld)
 Waarbij men ervan uit gaat dat de ernst van het misdrijf & de straf bepaald
wordt door de SCHULD van de dader (Klassieke leer), & waarbij men het
determinisme (als leer) verwerpt maar wel nog erkend dat bepaalde
variabelen/kenmerken een belangrijke rol kunnen spelen (en dus mee moeten
genomen worden in de straftoemetingsbeslissing) (positivisme)
 (2) Voor geestesgestoorden en jongeren wordt de straf vervangen door een niet-
strafrechtelijke maatregel’
 BEPERKT OF ONTBREKEND OORDEELSVERMOGEN (deze hebben geen schuld)
 Juist omdat men bij het “Nieuw sociaal verweer” terugkeert naar een ‘schuldstrafrecht’
sluit dat bepaalde personen uit. Deze hebben geen schuld, omdat ze een beperkt
oordeelsvermogen hebben, waardoor ze eigenlijk ook niet thuis horen in het STRAFRECHT,
en dus in plaats van een “straf” een “maatregel” krijgen.




(4) NIEUW REALISME
Volgens het Nieuw realisme, dat ontstaan is als een kritische reactie op het positivisme en nieuw sociaal verweer, zijn de 3
pijlers van de Magna Charta (legaliteit, subsidiariteit, proportionaliteit) op de helling (= negatief) komen te staan door deze 2
voorgaande strekkingen.
 (1) Legaliteitsbeginsel:
o Wat het legaliteitsbeginsel betreft, kan worden gewezen op de enorme toename van het aantal
strafbepalingen, niet in het Strafwetboek zelf maar vooral in de bijzondere wetten. (strafvork is centrum van
discussie)
 Het strafrecht is hierdoor onoverzichtelijk geworden en het beginsel dat eenieder wordt geacht de
wet te kennen in vele gevallen een illusie.
 Het gevolg hiervan is dat op een misdrijf niet meer automatisch bestraffing volgt, en dat de
straf eens opgelegd, niet steeds meer wordt uitgevoerd. Het strafrecht is hierdoor minder
voorspelbaar geworden.


9

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorenbrauwers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $15.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$15.56  1x  sold
  • (0)
  Add to cart