Economie en maatschappij hoofdstuk 1: Markt en macht samenvatting
1.1 De vraag
De inkomensvraaglijn van een product geeft het verband weer tussen het inkomen en de vraag naar
dat product. Sommige producten, zoals voedsel en kleding, heb je echt nodig. Zulke noodzakelijke
producten heten primaire producten. Als je inkomen toeneemt, neemt de vraag naar primaire
producten minder dan evenredig toe. Bij secundaire producten gaat het om luxe producten die niet
echt nodig zijn. Zulke luxe producten worden pas gekocht na het bereiken van een zeker inkomen:
het drempelinkomen. En verdere inkomensstijging leidt tot een meer dan evenredige vraagstijging.
Van inferieure producten koopt een consument bij stijging van zijn inkomen op een gegeven
moment minder, omdat hij zich dan duurdere kwaliteiten kan veroorloven.
Een prijsvraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs van een product en de gevraagde
hoeveelheid van dat product. Bij een prijsdaling van primaire producten zoals aardappelen, brood en
zout wordt er nauwelijks meer van gekocht. Voor secundaire (luxe) producten leidt een prijsdaling
tot een meer dan evenredige vraagstijging. Giffengoederen zijn duurzame consumptiegoederen
waarvan de consument het idee heeft dat de prijs iets zegt over de kwaliteit. Hoe duurder, hoe beter,
denkt hij. Als de prijs van een Giffengoed daalt, stijgt eerst nog de vraag, maar als de prijs nog verder
daalt neemt de vraag af.
Als prijzen dalen, kun je meer kopen. Zo neemt je koopkracht en daarmee je welvaart toe. De mate
waarin de welvaart van consumenten verandert, kan worden gemeten aan de hand van het
consumentensurplus. Het consumentensurplus is het verschil tussen de prijs die consumenten
bereid zijn te betalen en de werkelijke marktprijs.
1.2 Het aanbod
Als een product meer opbrengt, zal de producent er meer van aanbieden. Zijn winst wordt dan
immers hoger. Als de marktprijs daalt, zal de ondernemer minder gaan produceren. Maar er zijn
uitzonderingen. Boeren en tuinders bijvoorbeeld bieden hun producten na de oogst in één keer aan
op de veiling. Ze kunnen niet wachten op hogere prijzen. Hun snijbloemen, groenten en fruit zijn
bederfelijk. Dit soort aanbod is daarom onafhankelijk van prijs. Het verband tussen de prijs van een
product en de aangeboden hoeveelheid ervan wordt weergegeven met een prijsaanbodlijn.
Voordat je aan een klus begint wil je natuurlijk wel zeker weten dat je verkoopprijs hoger is dan de
extra kosten die je er voor moet maken. Het producentensurplus is het verschil tussen de feitelijke
marktprijs en de minimale prijs die producenten willen ontvangen om de extra kosten te dekken.
1.3 Volledige mededinging
Een concrete markt is een zichtbare of aanwijsbare manier waarop kopers en verkopers producten
verhandelen. Een abstracte markt is het geheel van de vraag naar en het aanbod van één bepaald
product. De ideale markt is volgens veel economen een volkomen en vrije markt met veel
concurrentie. De kenmerken van deze markt met volledige mededinging zijn:
1. Veel concurrentie: er zijn veel vragers en aanbieders op de markt.
Pagina 1 van 5
, 2. Volkomen markt: gelijksoortige producten worden op soortgelijke wijze verhandeld,
waardoor de markt doorzichtig is.
3. Vrije markt: je bent volstrekt vrij of en hoe je een product wilt kopen, produceren of
verkopen. Er is ook geen overheidsbemoeienis met de markt.
Een markt is in evenwicht als de vraag precies gelijk is aan het aanbod. De prijs en de verhandelde
hoeveelheid waarbij de vraag precies gelijk is aan het aanbod worden de evenwichtsprijs en
evenwichtshoeveelheid genoemd.
Als de gevraagde hoeveelheid bij elke prijs toeneemt spreken economen van een toename van de
vraag. Dat zie je aan een verschuiving van de prijsvraaglijn naar rechts. Oorzaken van een
toenemende vraag zijn bijvoorbeeld:
1. Toename van het aantal vragers/kopers/consumenten.
2. Toename van het besteedbare inkomen van de kopers/consumenten.
3. Toename van de behoefte aan het goed door bijvoorbeeld reclame.
4. Verbetering van de kwaliteit van het product.
5. Stijging van de prijs van concurrerende producten.
6. Daling van de rente, waardoor sparen minder aantrekkelijk en lenen goedkoper wordt. Als bij
elke prijs de vraag afneemt, verschuift de prijsvraaglijn naar links.
Als het aanbod toeneemt, verschuift de prijsaanbodlijn naar rechts. De aangeboden hoeveelheid
neemt bij elke prijs toe. Oorzaken van een verschuiving van de aanbodlijn naar rechts zijn
bijvoorbeeld:
1. Toename van het aantal aanbieders/verkopers/producenten;
2. Toename van productiviteit. Met dezelfde productiemiddelen kan meer worden
geproduceerd en aangeboden;
3. Daling van de loonkosten en grondstofkosten per product. Dezelfde productie is haalbaar
met minder kosten. Met dezelfde kosten kun je dus meer produceren.
Als de aangeboden hoeveelheid bij elke prijs afneemt, verschuift de prijsaanbodlijn naar links.
Prijzen veranderen voortdurend onder invloed van vraag en aanbod. producten worden schaarser als
de vraag groter wordt dan het aanbod. In dat geval stijgen de prijzen. Het omgekeerde geldt ook. Als
het aanbod groter wordt dan de vraag, worden producten minder schaars. In dat geval dalen de
prijzen.
1.4 Markt, macht en overheid
Ondernemers proberen de concurrentie te verminderen door een machtspositie op te bouwen of
door niet te concurreren met andere aanbieders, maar met elkaar samen te werken. Dat leidt tot
andere marktvormen dan volledige mededinging.
De kenmerken van monopolie zijn:
1. Geen concurrentie tussen bedrijven. Er is maar één aanbieder (de monopolist). Wel zijn er
veel vragers.
Pagina 2 van 5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller allesvoorschool. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.