Inhoudsopgave
Week 1: eigendom................................................................................................................................................................... 3
Wat mag je als je eigenaar bent?....................................................................................................................................................3
Manieren van eigendomsverkrijging...............................................................................................................................................3
HR Blaauboer/Berlips.......................................................................................................................................................................4
Week 4: verkrijgende verjaring, procesrecht, zakelijke rechtsvorderingen..............................................................................11
Verjaring in het Romeinse recht:....................................................................................................................................................11
Gevolgen van verjaring..................................................................................................................................................................12
Rechtsacties: heeft de betrokkene nog rechtsmiddelen (= procesmogelijkheden)........................................................................13
Week 5: beperkte zekerheidsrechten..................................................................................................................................... 14
Onderscheid verbintenissenrecht en goederenrecht.....................................................................................................................14
Week 9: wilsgebreken en andere problemen.......................................................................................................................... 23
Week 10: voorwaarden, niet-nakoming, overmacht, wanprestatie......................................................................................... 26
Voorwaarde en termijn..................................................................................................................................................................26
Overeenkomsten, nakoming, gebreken in de nakoming (wanprestatie)......................................................................................26
Aansprakelijkheid aan de hand van zorgplichten van de schuldenaar..........................................................................................26
Week 12: verbintenissen die niet voortvloeien uit een overeenkomst....................................................................................31
Furtum (delictsactie, bijzondere onrechtmatige daad)..................................................................................................................31
Zaaksbeschadiging; damnum iniuria datum..................................................................................................................................31
Verrijkingsacties (rechtmatige daden) = condictiones...................................................................................................................32
,Week 1: eigendom
Wat moet je kunnen:
Het probleem uit de digesten halen
Casus oplossen naar Romeins recht
Casus oplossen naar Nederlands recht
Eigendom: art. 5:1 lid 1 BW, eigendom is het meest omvattende recht wat men op een zaak kan hebben.
Eigendom is een recht
Op een zaak art. 3:2 BW: zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Boek 5 gaat over zaken.
Wat mag je als je eigenaar bent?
Latijnse drieslag:
1. Utendi: het recht om te gebruiken
2. Fruendi: het recht om vrucht te trekken (genotsrechten)
3. Abutendi: het recht om de zaak te vernietigen of te vervreemden.
Exclusief/absoluut recht: de eigenaar kan deze dingen doen met uitsluiting van alle andere mensen
Eigendom is ondeelbaar: voor iedere zaak is maar 1 eigendomsrecht en dus ook maar 1 eigenaar.
Eigendom is vatbaar voor overdracht; je kunt iemand anders eigenaar maken, en je bent het dan
zelf niet meer. Het is immers ondeelbaar. Je kunt niet meer overdragen dan je zelf hebt; je kunt
alleen iemand eigenaar maken, als je eigendom hebt.
- Adagium: niemand kan meer overdragen dan hij zelf heeft: nemo plus iuris ad alium transfere
puotest quam ipse haberet. (Nemo plus- beginsel).
Manieren van eigendomsverkrijging
Derivatieve eigendomsverkrijging: eigendom verkrijgen van een ander. Het eigendomsrecht bestond al, er
is een vorige eigenaar bij betrokken.
Overdracht
Erfopvolging
Originaire eigendomsverkrijging: manieren van eigendomsverkrijging zonder betrokkenheid van een
vorige eigenaar. (Te vinden in boek 5 BW)
Zaaksvorming
Natrekking
vermenging
Schatvorming
Inbezitneming
Zaaksvorming
Art. 5:16 BW – bij een nieuwe zaak komt het nieuwe eigendomsrecht toe aan de vormer tenzij het in
opdracht gebeurt en tenzij de kosten te gering zijn om om dit te rechtvaardigen.
Natrekking roerende zaken
Art. 5:14 BW
Hoofdzaak aan te wijzen? De eigenaar van de hoofdzaak wordt eigenaar van het geheel
Hoofdzaak niet aan te wijzen?
, Vermenging
Art. 5:15 BW
Het bijeenvoegen van roerende zaken van verschillende eigenaars tot meer van deze roerende zaak.
Gele verf van A bij gele verf van B gieten.
HR Blaauboer/Berlips
Een persoon heeft 2 soorten rechten in zijn vermogen:
1. Absolute rechten: rechten die je kunt handhaven tegen eenieder, het zijn rechten op goederen
(goederenrechtelijke rechten).
- Eigendomsrechten
- Beperkte rechten
Er moet voldaan zijn aan de wettelijke voorwaarden.
- Gesloten stelsel van absolute rechten/numerus clausus van het goederenrecht: enkel de
absolute rechten uit de wet kunnen worden gebruikt, je kunt ze niet verbintenisrechtelijke
creëren.
2. Relatieve rechten: zijn rechten die je enkel kunt inroepen tegen je wederpartij, deze persoon is
verbonden op basis van contract of onrechtmatige daad.
Casus: de gebroeders Berlips waren eigenaar van
de naast elkaar gelegen percelen. Een van de
percelen verkochten zij aan Blaauboer. Daarbij
werd afgesproken dat op het perceel van Berlips
een weg werd aangelegd waar Blaauboer
overheen mag lopen, die is nooit aangelegd. Het
perceel wat zij hadden werd overgedragen aan
Maks. Blaauboer sprak Berlips later aan, dat zij
de weg nooit hadden aangelegd.
Berlips zei: onze afspraak over het weggetje is
een goederenrechtelijk recht. Blaauboer kan dit inroepen tegen de eigenaar van de grond, dus mevrouw
Maks. De verplichting is bij de overdracht overgegaan op mevrouw Maks.
Hof: aanvaardde het verweer
HR: had Blaauboer een absoluut recht tegen Maks of relatief recht tegen Berlips?
Een absoluut recht kan slechts ontstaan als de wet hiervoor een grondslag geeft. Voldoen
partijen niet aan de vereisten die de wet aan het recht stelt, dan ontstaat geen absoluut recht. Er
ontstaat enkel een relatief recht dat iemand in kan roepen tegen zijn wederpartij.
Dit ter onderscheiding van goederenrechtelijke en verbintenisrechtelijke rechten.
- Er was geen sprake van een erfdienstbaarheid (het ging niet om een dulden of niet doen, het
ging om een doen).
- Verplichting op Berlips was niet ingeschreven in de openbare registers, daar moeten alle
absolute rechten staan die rusten op een stuk grond. Zodat iedereen hiervan op de hoogte is.
- Het verweer werd verworpen, Blaauboer kon zijn recht alleen tegen Berlips inroepen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RosanneBurm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.