100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Communicatiewetenschap samenvatting boek $11.34
Add to cart

Summary

Communicatiewetenschap samenvatting boek

 105 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek "A first look at Communication Theory". Hoofdstuk 1 t/m 30 worden behandeld

Last document update: 5 year ago

Preview 4 out of 103  pages

  • Yes
  • September 24, 2019
  • October 14, 2019
  • 103
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting boek

HOOFDSTUK 1
I. Wat is een theorie en wat doet deze?
A. Ernest Bormann definieerde de theorie als "een overkoepelende term voor alle zorgvuldige,
systematische en zelfbewuste discussies en analyses van communicatieverschijnselen".
B. Deze definitie is doelbewust breed, maar kan niet helpen bij het geven van een richting voor
studie.
C. Judee Burgoon suggereerde dat een theorie niets meer is dan "een reeks systematische
geïnformeerde voorgevoelens over de manier waarop dingen werken".
1. Set van voorgevoelens.
a. Als een theorie een set van voorgevoelens is, betekent dit dat we nog niet zeker
weten of we het antwoord hebben.
b. Theorieën bevatten altijd een element van speculatie of vermoeden.
c. Een theorie is niet slechts een geïnspireerde gedachte of een geïsoleerd idee.
d. Goede theorieën definiëren hun kernbegrippen.
e. Een theorie biedt een soort verklaring.
f. Een theorie biedt enige indicatie van de reikwijdte.
2. Geïnformeerde voorgevoelens.
a. De voorgevoelens van een theoreticus moeten worden geïnformeerd.
b. Een theoreticus heeft een verantwoordelijkheid om het te controleren.
c. Een theoreticus moet bekend zijn met alternatieve verklaringen en interpretaties.
3. Voorspellingen die systematisch zijn.
a. Een theorie is een geïntegreerd systeem van concepten, waarin zowel relevante
termen als hun relatie tot elkaar worden uitgelegd.
b. Een theorie verbindt ideeën tot één geheel.
4. Beelden van theorie.
a. Theorie kan ook begrepen worden met behulp van beschrijvende metaforen.
b. Karl Popper beschreef de theorieën als netten, een instrument om een ongrijpbaar
concept te begrijpen.
c. Theorieën kunnen worden gezien als lenzen die helpen de aandacht te trekken.
d. Een communicatietheorie is een soort kaart die ontworpen is om u te helpen
navigeren door een deel van de topografie van menselijke relaties.

II. Wat is communicatie?
A. Geen enkele enkelvoudige definitie van communicatie wordt door
communicatiewetenschappers overeengekomen.
B. Frank Dance, die het eerste uitgebreide boek over communicatietheorie publiceerde, kwam
tot de conclusie dat we "proberen om het concept van communicatie te veel werk voor ons
te laten doen".
C. Communicatie is het relationele proces van het creëren en interpreteren van boodschappen
die een antwoord geven.
1. Boodschappen vormen de kern van de communicatiestudie.
a. Communicatietheorieën gaan specifiek over berichten.
b. De term tekst is synoniem met een bericht.
2. Communicatoren maken meestal bewuste keuzes over de vorm en de inhoud van een
bericht.
3. Berichten worden symbolisch gecodeerd en gedecodeerd door mensen op basis van de
betekenissen die zij aan een bericht toekennen.
4. Communicatie is een doorlopend relationeel proces tussen twee of meer mensen, dat
zowel hun interpretatie van de boodschappen als de aard van de verbinding tussen de


1

, mensen beïnvloedt. Boodschappen zijn polemisch van aard en kunnen op verschillende
manieren worden geïnterpreteerd.
5. Om welke reden dan ook, als een bericht geen enkele cognitieve, emotionele of
gedragsreactie stimuleert, lijkt het zinloos om het als communicatie aan te duiden.

III. Een ordening van ideeën om het begrip te bevorderen.
A. De indeling van de hoofdstukken van het boek wordt uitgelegd.
B. De hoofdstukken van de theorie zijn onderverdeeld in vier grote categorieën:
interpersoonlijke communicatie, groeps- en publiekscommunicatie, massacommunicatie en
culturele context.

IV. Hoofdstuk kenmerken om de theorie te verlevendigen
A. Persoonlijke toepassing zal de theorie dubbel interessant en gedenkwaardig voor u maken.
B. We doen ook een consistente inspanning om elke theorie te verbinden met de maker(s)
ervan.
C. Vergeet de drie kenmerken aan het einde van elk hoofdstuk niet.
D. In elk hoofdstuk nemen we een tekenfilm op om je te leren en te laten genieten.




2

,HOOFDSTUK 2 - THEORIE
I. Inleiding
A. Gedragswetenschappers zijn wetenschappers die de wetenschappelijke methode toepassen
om terugkerende vormen van menselijk gedrag te beschrijven, te voorspellen en te
verklaren.
B. Retorici zijn geleerden die de manieren bestuderen waarop symbolische teksten kunnen
worden gebruikt om zich met mensen te identificeren, of om mensen te overtuigen tot een
bepaalde visie. Zij interpreteren teksten.

II. Twee communicatiewetenschappers bekijken een hartverwarmende advertentie.
A. Glenn: Een objectieve benadering.
1. Sociale wetenschappers vragen zich af waarom de commercial zo'n positief sentiment
opleverde en of het tot actie heeft geleid.
2. Ze willen menselijk gedrag verklaren en voorspellen.
3. Voor wetenschappers is het niet voldoende om een theorie te identificeren die op de
situatie van toepassing lijkt te zijn. We willen een objectieve test om uit te zoeken of een
theorie fout is.
4. In de wetenschap lopen theorie en onderzoek hand in hand.
B. Marty: Een interpretatieve benadering.
1. De hele advertentie is gestructureerd door een archetypisch mythisch patroon van
geboorte-dood-geboorte.
2. De advertentie activeert emoties door de vorm van de cyclus in een miniverhaal te
verwerken.

III. Objectief of interpretatief: Het sorteren van de labels.
A. De objectieve en interpretatieve benaderingen van de communicatiestudie verschillen in
uitgangspunt, methode en conclusie.
B. Geleerden die objectief onderzoek doen zijn wetenschappers die zich bezighouden met
gedrag en attitudes.
C. Geleerden die wel interpretatief onderzoek doen, houden zich bezig met betekenis, en
weerspiegelen een reeks ideologische en methodologische standpunten. Als gevolg hiervan
is er niet één enkel eenvormig of geaccepteerd label, hoewel de auteurs de term
"interpretatieve wetenschappers" gebruiken om de hele groepen en specifieke labels voor
subgroepen aan te duiden, indien van toepassing.

IV. Manieren van weten: De waarheid ontdekken of meerdere realiteiten creëren?
A. Epistemologie is de studie van de aard van kennis.
B. Wetenschappers gaan ervan uit dat de waarheid uniek is.
1. De werkelijkheid is toegankelijk via onze zintuigen.
2. Niemand kan het allemaal weten, dus individuele onderzoekers bundelen hun
bevindingen en bouwen een collectief geheel van kennis op over hoe de wereld werkt.
3. Goede theorieën zijn spiegels van de natuur, waar, zolang de omstandigheden hetzelfde
blijven.
C. Interpretatieve geleerden zoeken ook naar waarheid, maar veel tolken beschouwen die
waarheid als sociaal geconstrueerd door middel van communicatie.
1. De waarheid is grotendeels subjectief en de betekenis is zeer interpretatief.
2. Kennis wordt altijd vanuit een bepaald standpunt bekeken.
3. De kenner kan niet los worden gezien van het bekende.
4. Teksten interpreteren zichzelf nooit.
5. Meervoudige betekenissen of meervoudige versies van de waarheid zijn aanvaardbaar.
6. Succesvolle interpretaties zijn die welke anderen overtuigen.


3

, V. Menselijke aard: Determinisme of vrije wil.
A. Wetenschappers benadrukken de krachten die het menselijk gedrag vormgeven;
interpretatieve geleerden richten zich op bewuste keuzes die door individuen worden
gemaakt.
B. Deterministen stellen dat erfelijkheid en omgeving het gedrag bepalen.
1. Gedragswetenschappers beschrijven menselijk gedrag gewoonlijk als "vanwege"
krachten buiten het bewustzijn van het individu.
2. Gedrag is het antwoord op een eerdere stimulans.
C. Daarentegen hebben interpretatieve geleerden de neiging om verklarende zinnen als "zo" of
"om" te gebruiken, omdat ze de handeling van een persoon toeschrijven aan bewuste
bedoelingen.
1. Ze richten zich op bewuste keuzes van individuen, niet op de vraag waarom keuzes
worden gemaakt.
2. Zij geloven dat belangrijke beslissingen waarde beladen zijn.
D. Naarmate de individuele vrijheid toeneemt, vermindert de voorspelbaarheid van gedrag.

VI. De hoogste waarde: Objectiviteit of emancipatie?
A. Als we het over waarden hebben, bespreken we prioriteiten, vragen van relatieve waarde.
B. Sociale wetenschappers hechten waarde aan objectiviteit; persoonlijke waarden mogen de
menselijke werkelijkheid niet vervormen.
C. Interpretatieve geleerden proberen het bereik van vrije keuze uit te breiden; kennis is nooit
neutraal.
D. Wetenschappers streven naar effectiviteit; tolken richten zich op participatie.

VII. Het doel van de theorie: Universele wetten of gidsen voor interpretatie?
A. Wetenschappers zoeken universele wetten; tolken streven ernaar om individuele teksten te
interpreteren.
B. Wetenschappers testen theorieën; tolken verkennen het web van betekenis dat het
menselijk bestaan vormt.
C. Wetenschappers zoeken naar voorspellingen; interpretatieve wetenschappers streven naar
betekenis.

VIII. Objectief of interpretatief: Waarom is het belangrijk?
A. Je kunt een theorie niet volledig begrijpen zonder de aannames over de waarheid, de
menselijke aard, het doel van de theorie en haar waarden te kennen.
B. Het is nuttig bij het doordenken van theorieën om een manier te hebben om ze te
organiseren in objectieve en interpretatieve wereldbeelden.
C. Het begrijpen van objectieve en interpretatieve punten kan je helpen bij het bepalen van de
richting waarin je je cursuswerk gaat doen.
D. Theoretici in beide kampen geloven dat hun werkgebied de relaties en de maatschappij zal
verbeteren.
IX. Theorieën op een objectieve, interpretatieve schaal uittekenen:
Een metatheoretische manier om de theorieën in het boek te vergelijken. Objectieve en
interpretatieve labels verankeren de uiteinden van een continuüm, met veel theorieën ertussen.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller billie_uijttewaal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.34  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added