Hoe vergelijken ontwerpbenaderingen?
‘Compare and contrast’ als academische opgave:
- Overeenkomsten en verschillen.
- Criteria waarop we vergelijken.
Ontwerpen = iets bedenken op systematische wijze, gebruikmakend van passende wetmatigheden,
dat in de toekomst tot stand kan komen en bepaalde doelen dient en aan randvoorwaarden voldoen.
- Zie ook Van Aken en Berends (2018) Problem solving in organizations ch 12.
Ontwerpaanpak moet ontwerpen mogelijk maken.
Criteria uit definitie van ‘ontwerpen’.
Vergelijkend raamwerk
Elke oo benadering behoeft een ontwerp-:
1. Object: wat wordt herontworpen.
2. Doel: wat moet het ontwerp realiseren.
3. Criteria: hoe beoordelen ontwerp.
4. Parameters: welke ontwerp ‘knoppen’ of variabelen.
5. Strategie: hoe moet structuur helpen het doel bereiken.
6. Volgorderegels: welke logische stappen in het ontwerpproces.
(1t/m5 ontwerp, als resultaat, zelfstandig naamwoord).
(6 ontwerpen, als proces, werkwoord).
Ontwerptheorie MST
Ontwerp-:
1. Object: organisatiestructuur; nadruk op primaire proces (als middel voor realiseren orders en
bereiken organisatiedoelen).
2. Doel: beheersbaarheid (Ashby), want organisatie heeft meerdere, tegenstrijdige en
veranderlijke doelen.
3. Criteria: functionele vereisten op gebied van Kwaliteit van de Organisatie, Arbeid en
Arbeidsverhoudingen.
4. Parameters: 3 van PS, 1 link PS-BS en 4 van BS.
5. Strategie: vereenvoudigen productiestructuur als voorwaarde voor decentraliseren
besturingsstructuur.
6. Volgorderegels: integrale keten + de unieke stap 4: PS: top-down en BS: bottom-up (stap 4,
de u-bocht), dan systemen (stap 5) dan gedrag (stap 6).
Ontwerptheorie lean
Ontwerp-:
1. Object: primaire proces (intern incl. NPD & keten).
2. Doel: value & tegengaan verspilling (muda).
3. Criteria: functionele eisen tav kwaliteit organisatie; value, value stream, flow, pull, perfection
(= een muda) in ‘5 stappen’.
4. Parameters: vooral van de productiestructuur.
5. Strategie: constante en lage WIP door JIT en pull.
138
, 6. Volgorderegels: P (BI) en dan
a. P: top down (van batch-and-queue naar flows) en daarna de-functionaliseren (elke
stroom eigen voorbereiding en ondersteuning).
b. B: flows als voorwaarde voor decentraliseren planning (pull dmv van Kanban).
Uit notities slide:
*NPD = New Product Development
WIP = work in proces
JIT = Just in Time
Ontwerptheorie HCJD
Ontwerp-:
1. Object: werkplek(ken) (in een bestaande structuur).
2. Doel: mensgericht werk (vanaf niveau 3).
3. Criteria: KvdA (gezien vanuit individu).
4. Parameters: 5 VERA-niveaus, RHIA-analyse (onafhankelijk van elkaar bekijken).
5. Strategie: werkplek beoordelen, zo nodig/mogelijk werk van hoger niveau toevoegen.
6. Volgorderegels: voor enkele werkplekken doen van VERA/RHIA analyse, RHIA wegnemen,
kan bij gegeven structuur VERA-niveau omhoog? Zo niet…. herontwerp structuur.
Als de structuur functioneel is, dan is het lastig om VERA-niveau te verhogen. Je hoeft het werk dan
niet echt anders te verdelen over afdelingen, daar gaat HCJD niet op in.
Parameters van De Sitter inzicht in prestaties, dus combineren HCJD en MST.
Met VERA kan je de structuur niet herontwerpen, je conclusie kan wel zijn dat de structuur
herontworpen moet worden.
Ontwerptheorie Mintzberg (structures in fives, boek & artikel)
1. Object: primaire proces (verdelen en coördineren).
2. Doel: consistentie (1) tussen parameters (van Mintzberg) en (2) situationele factoren.
3. Criteria: geen functionele vereisten, daardoor niet integraal als benadering.
4. Parameters: van P en B structuur.
5. Strategie: is hetzelfde als doel (strategie=doel).
6. Volgorderegels: wel PBI, maar:
a. P bottom-up en geen regel over M,V,O.
b. B niet consequent gerelateerd aan P.
Het is dus meer beschrijvend dan ontwerpend (een lossere benadering).
Verschillen: ontstaanswijze
- MST: deductief afgeleid uit systeemtheorie Ashby als basis (en in vele praktijken
beproefd).
- Lean: inductief ‘gewonnen’ uit de praktijk work in process ( Toyota + ‘lean-oz’).
- HCJD: psychologisch onderzoek (individu).
- Mintzberg: ideaaltypen op basis van praktijkonderzoek (in Canada/VS). Hoe kan ik
organisaties beschrijven?
Verschillen in Kvd…
- Organisatie.
- Arbeid
- Arbeidsverhoudingen.
MST: KvdO, - A, en -AV kunnen tegelijk hoog zijn.
139
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nmondria2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.