100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Sociologie (H001647A) $7.43   Add to cart

Summary

Samenvatting - Sociologie (H001647A)

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van sociologie (richting: 1e jaar pedagogische wetenschappen aan UGent) Samenvatting van het boek en de lessen

Preview 4 out of 90  pages

  • July 22, 2024
  • 90
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
SOCIOLOGIE


HOOFDSTUK 1: EEN EERSTE KENNISMAKING
Wat is sociologie?
Mensbeelden belangrijk bij sociale processen (vb. bij pedagogie:
meritocratische principe  focus op individu)
 Sociologie: mens als startpunt, maar niet als individu die
centraal staat, we spreken van actoren die handelingen
stellen, we bestuderen interacties
o Aandacht voor historische processen en hoe die processen gezorgd
hebben voor hoe situaties nu zijn

1.1Inleiding: niet iedereen leeft even lang

- Vrouwen hebben hogere levensverwachting
- Mannen en vrouwen met diploma hoger onderwijs hebben hogere
levensverwachting dan zij met een lager onderwijsniveau
- Hoger diploma  betere gezondheid
Verklaring… relaties tussen mensen
Opleidingsverschillen leiden tot sociale ongelijkheid, dus verschillen in
levenskansen
- Hoge opleiding stimuleert vermogen om ingewikkelde problemen in te
schatten + impact op vorming van persoonlijkheid
- Diploma leidt naar job  hoger loon  betere buurten wonen + betere
gezondheid + uitgebreide medische verzorging
- Goede job  meer variatie in werk en gezondere arbeidsomstandigheden
 arbeidstevredenheid stijgt naargelang opleidingsniveau
- Kenmerken van ene leefsituatie kunnen overgedragen worden naar andere
 vaardigheden komen tot uiting in andere domeinen van dagelijks leven

1.2De sociologische verbeelding
Startpunt van een sociologische verklaring kan je de sociologische
verbeelding noemen
 Specifieke wijze van kijken naar wat met mensen in hun leven gebeurt.
Gebeurtenissen, biografieën en individuele verschillen in een samenleving
verklaren vanuit het geheel van sociale relaties
o Sociale relaties bepalen de biografie van mensen, die sociale
relaties zelf zijn het resultaat van een historisch proces
 Actoren als knooppunt binnen complexe relaties
o Actor: handelend subject
o Handelingen verklaren vanuit geheel van sociale relaties
 Horizontale & verticale differentiatie:
o Verticale: gendergelijkheid heeft hier invloed
op
o Horizontale: diversiteit in onderwijsniveau &
arbeidsparticipatie van vrouwen



1

,SOCIOLOGIE


 Kenmerken van de sociologische zienswijzse:
o Relationeel denken: sociale relaties bepalen andere sociale
relaties
 Interacties tussen individuen of grotere sociale eenheden
o Sociale relaties hebben een historische oorsprong
 Maar, gerichthed op de hedendaagse samenleving
o Zoeken naar algemene wetmatigheden als verklaring
 Specifiek begrippenkader
 Empirische onderwouwing

1.3Van gedrag tot samenleving
1.3.1 Gedrag
Gedrag: elke actie of reactie van een individu (bevat zowel een objectieve als
subjectieve waarneembare dimensie)
 Objectief waarneembare of externe componenten van gedrag: aspecten
die door ten minste 2 individuen, ego & alter, kunnen worden
waargenomen
 Subjectieve of interne component van gedrag: door 1 waarnemer, ego,
waarneembaar
o Motivationele component: drijfveren van handelen die aanzetten,
motiveren tot gedrag (vb. winstmaximalisatie)
o Emotionele component: innerlijke gevoelens zoals angst, onrust,
schaamte…7
o Cognitieve component: beelden die we ons vormen van
werkelijkheid
o Reflexieve component: beeld dat je van je van jezelf vormtx
 De dimensies kunnen analytisch van elkaar worden
gescheiden, maar ze doorkruisen elkaar in werkelijkheid

1.3.2 Sociaal handelen
Handeling: doelgericht gedrag
 Objectgerichtheid
 Door doelgerichtheid krijgt handelen betekenis
 Betekenis: mentale projectie van de voltooide handeling
Sociale handeling: handeling gericht op gedrag van anderen (alter) volgens
Max Weber
 Wederzijdse betrokkenheid
o Sociaal handelen is betekenisvol door gedeelde betekenis
o Betekenis komt tot stand in sociale interactie
o Afhankelijk van de interpretatie van alter
o Gebeurt via anticipatie/ verwachtingen
o Gedeelde rationalisaties (Betekenis is niet
individueel: krijgt sociale betekenis door
overeenstemming tssn verschillende partners)
o Toekomstgericht (doel: reactie Alter)



2

,SOCIOLOGIE


o Dus: interindividuele benadering noodzakelijk




Weber ontwierp ook de handelingstypologie:
 Rationeel handelen
o Instrumenteel rationeel handelen
 Doel/ rationalisatie: efficiëntie
 Binnen de condities van een specifieke handelingssituatie de
aanwezige middelen zo efficiënt mogelijk inzetten om een
doel te bereiken
 Vb. handelen binnen de economie (efficiëntie, doelstellingen
vaak materieel en egoïstisch)
o Waarde rationeel handelen
 Doel: rationalisatie: inherente waardevolheid
 Handelen omdat je het zelf waardevol vindt, niet iets
efficiënt willen bereiken, maar het handelen is een doel
op zichzelf
 Geen extern iets mee bereiken
 Vb. kunstenaars
 Dus: sterk bewustzijn van de betekenis van de handeling
 Niet-rationeel handelen
o Affectief handelen
 Emotionele (affectieve) component overheerst
 Affectief reflex (niet echt doelbewust)
 Reflectie komt vaak pas achteraf
 Vb. moeder die begint anderen uit te schelden op voetbal van
zoon
o Traditioneel handelen
 Obv gewoonte (reflexieve component is minder sterk
aanwezig)
 Gericht op verleden
 Sociale verplichting
 Vb. hand geven als je iemand groet
Globaal voorbeeld: trouwen

- Instrumenteel: belastingvoordeel
- Waarde: het huwelijk is schoon
- Affectief: om de liefde te bezegelen
- Traditioneel: iedereen hoort gewoon te trouwen
- Reflexief: moeten we wel echt allemaal trouwen?

1.3.3 Interactie

 Interactie: gevormd door handelingen van persoon en reactie daarop
door ander persoon. Ontstaat wnr mensen een gedeelde/ complementaire
betekenis aan elkaars handelen geven.
o Creëert verwachtingen
o Wederzijdse afhankelijkheid (interdependentie)


3

, SOCIOLOGIE


 Sociaal handelen: onderbouw van interactie
o Sociale handeling: samen doelgericht handelen, gebasseerd op
principes die voor medemensen als zinvol ervaren worden
o Alter (sociale handeling) Ego (sociale handeling)




o Binnen de dynamiek van het sociale handelen van meerdere
personen onderscheiden we ‘opdat’ en ‘omdat’ motieven
 Mensen handelen ‘opdat’ iets zou worden gerealiseeerd. Voor
de andere persoon wordt dit een ‘omdat’ motief

1.3.4 Vormen van interactie

 Conforme interactie: verloopt volgens de betekenis die beide partners
aan de interactie vastknopen. Er zijn steeds 2 aspecten aanwezig:
o Wederzijds akkoord over wat in de interactiesituatie zal gebeuren
o Akkoord over hoe die overdracht zal gebeuren
Het tegengestelde is deviantie of afwijking

 Samenwerking: sociale eenheden proberen samen een doel te realiseren.
Er moet een gedeelde doelgerichtheid zijn (wat) en conformiteit over ‘wat’
en ‘hoe’ (= sociale orde)

 Conflict: ten minste 2 partijen gaan niet akkoord met hoe een interactie
moet verlopen, waarbij ze een poging doel om de interactie te laten
verlopen volgens de eigen zienswijze. Geen gedeelde doelgerichtheid en
conformiteit over ‘wat’ en ‘hoe’ (= sociale verandering). Uiting: deviantie,
macht, discussie

 Sociale ruil: beloningen die individuen in sociale verbanden ontvangen,
zijn vaak kosten voor de anderen. Baten (Ego)  kosten (Alter). Erkenning
als compensatie (sociale erkenning. Belang van wederkerigheid.
Waarom zijn al deze interactievormen zo belangrijk? Omdat wat de interactie ook
is, deze interactievormen altijd aanwezig zijn.
1.3.5 De stolling van interactie in cultuur en structuur
Sociologie= studie van het georganiseerd samenleven
 Cultuur: mensen die een gedeelde betekenis aan handelen en de
objecten uit hun omgeving toekennen en die geformaliseerd wordt in
waarden, normen, overtuigingen en wetten. Dit komt in interactie tot stand
o Cultuur als inhoud van het georganiseerd samenleven

 Structuur: geheel van posities van actoren en de vorm van de interacties
eb relaties tussen die actoren.
o Sociale structuur als vorm van het georganiseerd samenleven




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gyselinckmanon. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76449 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.43
  • (0)
  Add to cart