1
In een niet-productieonderneming worden vijf soorten onderscheiden:
1. de inkoop: alle kosten tbv de inkoop.
bv: vrachtkosten, bestelkosten, telefoonkosten.
2. de verkoop: alle kosten tbv de verkoop.
bv: reclame kosten, provisie.
3. de financiering: voornamelijk interestkosten.
bv: rente, notariskosten, boetes voor vervroegde aflossingen.
de kosten voor het ontvangen leverancierskrediet hoort ook tot de interestkosten!
aflossingen behoren niet tot de financieringskosten!
4. de algemene zaken: alle andere kosten.
bv: loon directeur, benzinekosten, administratiekosten.
afschrijvingskosten behoren ook tot de algemene kosten!
5. de inkoopwaarde van de omzet:
Deze indeling is dus gebaseerd op welke functie de kosten hebben.
Diensten van derden zijn diensten van bedrijven die buiten de organisatie staan, zoals een
transportbedrijf.
De opbrengst is de omzet (afzet x verkoopprijs), dit is exclusief btw. en dan zijn er nog
buitengewone opbrengsten, door bv beleggen.
Voorcalculatie: schatting van de kosten en opbrengsten binnen een periode.
De verkoopafdeling bedenkt de afzet, verkoopprijs en dus omzet. De inkoopafdeling
bedenkt vervolgens de inkoopwaarde van de omzet en de inkoopkosten. Zo ontstaat
de voorcalculatie van de nettowinst en een verkoopplan waarbij de begroting wordt
gebaseerd.
Intern verslag:
Het
bedrijf maakt ook een extern verslag, voor banken of contacten met derden.
Hier komt aan het einde belasting bij, bij een eenmanszaak is dit inkomstenbelasting (over
het resultaat uit bedrijfsvoering + andere inkomsten) en bij een nv of bv
1
, vennootschapsbelasting (over de nettowinst uit de gewone bedrijfsvoering).
Als de brutowinstopslag wordt uitgedrukt als % van de verkoopprijs, is de verkoopprijs excl.
btw de 100%.
De totale inkoopwaarde = inkoopwaarde van de omzet (ingekocht en verkocht) +
voorraadtoename (ingekocht en niet verkocht).
2
De voorraden behoren tot de tijdstip- of periodegrootheden, daarbij wordt de omvang
vastgesteld op een bepaald tijdstip. Bv: je vermogen op een bepaalde datum.
Bij periode- of stroomgrootheden wordt de omvang vastgesteld door te kijken naar een
bepaalde periode. Bv: je inkomen voor januari.
De voorraadkosten:
● opslagkosten (magazijn- of bewaarkosten): huur van het magazijn en de
verzekering op de voorraad.
● bestelkosten: telefoon- en portokosten, kosten van de inkoopafdeling, kosten van
het vervoer, verzekering van het vervoer, etc.
Naarmate het aantal bestellingen afneemt en dus de omvang van de bestelde hoeveelheid
toeneemt, zullen de bestelkosten afnemen maar de opslagkosten toenemen.
Het aanhouden van een voorraad heeft een aantal risico’s:
● kwaliteitsrisico: vermindering van de hoeveelheid, bijvoorbeeld door brand.
● kwaliteitsrisico: vermindering van de kwaliteit, bijvoorbeeld door bederf.
● risico van incourant worden van de voorraad of commercieel risico: oude
modellen worden onverkoopbaar, door verandering van de smaak van de
consument.
● prijsrisico: de inkoopprijs kan dalen, waardoor je beter had kunnen wachten.
Prijsrisico kan ook voorkomen op de voorinkopen, maar niet op de voorverkopen.
Technische voorraad: de voorraad die feitelijk in het magazijn aanwezig is. Deze waarde
vindt je terug op de balans.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SemBridie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.