Dit zijn de leerdoelen van Europees Recht, een vak van Hogeschool Leiden wat je krijgt in leerjaar 2. Hierbij zijn de boeken 'Europees Recht, een inleiding' van Constantijn Bakker en 'Hoofdlijnen Nederlands Recht' van Loonstra gebruikt. Ook zitten er aantekeningen van de les verwerkt in de samenvat...
à Werkcollege 1 ........................................................................................................................................ 2
à Werkcollege 2 ........................................................................................................................................ 6
à Werkcollege 3 ...................................................................................................................................... 14
à Werkcollege 4 ...................................................................................................................................... 24
à Werkcollege 5 ...................................................................................................................................... 29
à Werkcollege 6 ...................................................................................................................................... 36
à Werkcollege 7 ...................................................................................................................................... 52
à Werkcollege 8 ...................................................................................................................................... 58
à Begrippenlijst ....................................................................................................................................... 71
1
,à Werkcollege 1
Literatuur – Bakker, hfdst. 1 en Loonstra, hfdst. 12
Leerdoelen
1. Benoem de vormen van samenwerking.
2. Benoem de bronnen van Internationaal Recht.
3. Leg uit hoe de internationale rechtsregels doorwerken in het Nederlands recht.
4. Onderscheid de belangrijkste rechtssubjecten in het internationale recht.
5. Leg uit welke verdragen ten grondslag liggen aan de Europese Unie.
Antwoorden
1. Vormen van samenwerking
Samenwerking kan op verschillende manier plaatsvinden. Belangrijke voorbeelden zijn:
o intergouvernementele samenwerking;
o supranationale samenwerking;
o federale samenwerking.
Bij intergouvernementele samenwerking wordt een organisatie opgericht die alleen activiteiten kan
ontwikkelen wanneer alle aangesloten landen akkoord gaan. Dit wordt gebruikt door de OECD en
de Raad van Europa.
Supranationale samenwerking betekent dat een organisatie wordt opgericht die, in beperkte mate,
bevoegdheden van de samenwerkende staten overneemt. Deze vorm van samenwerking wordt
binnen de Europese Unie (EU) toegepast.
Bij federale samenwerking wordt er een overkoepelende staat opgericht die op veel belangrijke
gebieden de bevoegdheden van de samenwerkende staten overneemt. Voorbeelden hiervan zijn
de Bondsrepubliek Duitsland en de Verenigde Staten van Amerika.
Samenwerkingsvorm Kenmerken
Intergouvernementeel Organisatie die niets kan doen zonder
toestemming van alle lidstaten.
Supranationaal Organisatie die op een aantal gebieden kan
handelen zonder toestemming van alle lidstaten.
Federaal Overkoepelende staat die op veel gebieden de
handelingsbevoegdheid van de lidstaten
overneemt.
2. Bronnen van internationaal recht
De rechtsbronnen van het internationale recht bestaan uit geschreven en ongeschreven regels. In
art. 38 van het statuut van het Internationaal Gerechtshof staan de rechtsbronnen beschreven. In
het internationale recht heb je geen wetgever en geen bindende rechter, dit heb je wel in het
nationale recht.
• Verdragen
De belangrijkste bron van het internationale recht is een verdrag. Een verdrag is een schriftelijke
overeenkomst tussen twee of meer staten. Ook kunnen verdragen worden afgesloten tussen
staten en internationale organisaties. In verdragen geven staten elkaar bepaalde rechten of
gaan ze bepaalde verplichtingen aan. Staten en internationale organisaties zijn dus aan
2
, verdragen gebonden. Andere namen voor een verdrag zijn onder meer conventie, handvest of
statuut. Dit is dus het geschreven recht.
Een verdrag tussen twee landen heet een bilateraal verdrag. Zijn er meer dan twee staten bij
een verdrag betrokken dan noemen we dit een multilateraal verdrag. Een verdrag tussen een
beperkte groep van 3 of meer partijen noemen we een plurilateraal verdrag.
• Gewoonterecht
Bij gewoonterecht gaat het om ongeschreven recht. Het is dan niet ergens opgeschreven.
Gewoonterecht komt tot stand doordat staten zich in de praktijk op een bepaalde manier
gedragen en bovendien van mening zijn dat men in de toekomst ook zo behoort te handelen.
Het gaat hierbij dus om een regelmatige statenpraktijk en opinio juris (rechtsovertuiging). Bij
het gewoonterecht moet er aan deze twee elementen worden voldaan.
Gewoonterecht komt niet heel gemakkelijk tot stand, omdat ideeën van staten over de inhoud
van ongeschreven recht heel verschillend kunnen zijn. Een staat in niet gebonden aan het
gewoonterecht als deze er in de praktijk consequent van afwijkt. We spreken van codificatie als
gewoonterecht wordt neergelegd in een verdrag.
• Algemene rechtsbeginselen
Elk rechtssysteem is gebaseerd op bepaalde beginselen. Deze beginselen dienen te voldoen aan
twee kenmerken; ze dienen te worden nageleefd in de verschillende nationale rechtstelsels en
kunnen worden opgenomen in het internationale recht. Dit is het ongeschreven recht.
Tot het internationaal recht behoren onder meer het beginsel van goede trouw en het beginsel
van billijkheid (redelijkheid). Een ander beginsel is dat een schending van het recht leidt tot
aansprakelijkheid – een staat die het recht schendt moet voor de kosten opdraaien.
• Besluiten van internationale organisaties
Internationale organisaties kunnen zowel bindende als niet-bindende besluiten nemen. De
meeste besluiten zijn echter niet-bindend. Daar staat tegenover dat bindende besluiten steeds
belangrijker worden in het internationale recht. Bindend zijn bijvoorbeeld besluiten van de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
• Rechterlijke beslissingen
Als een rechter een uitspraak doet in een conflict tussen twee partijen, dan moeten deze
partijen zich hieraan houden. Maar soms reikt het effect verder. Van andere partijen wordt dan
verwacht dat zij zich ook aan deze uitspraak houden. Als bijvoorbeeld het Internationaal
Gerechtshof een bepaalde beslissing neemt, dan wordt daar veel gezag aan toegekend. Deze
beslissing wordt dan een bron van recht. Beslissingen van het Internationale Gerechtshof
beïnvloeden dus de beslissingen van andere internationale rechtbanken.
• Zienswijzen van de meest bevoegde auteurs
3. Internationale rechtsregels
Het betreft hier twee visies die staten op een verdrag kunnen hebben.
• Dualistische visie
Bij een dualistische visie op het verdrag wordt een uitdrukkelijk onderscheid gemaakt tussen de
internationale en de nationale rechtsorde. Regels die niet door de nationale wetgever zijn
gemaakt, kunnen nooit doorwerken in de nationale rechtsorde. De twee rechtsorden zijn van
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller levine98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.