12 personality psychology differences between people
12 persoonlijkheid
Written for
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Psychologie
Blok 1.2 verschillen tussen mensen-persoonlijkheidspsychologie
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
privetjes
Reviews received
Content preview
NABESPREKING PROBLEEM 4
Gravetter & Forzano
Correlational research strategies: onderzoeken en beschrijven van associaties
en relaties van variabelen. Het vaststellen van een relatie tussen variabelen en
het omschrijven van de natuur van het relatie.
bestaat uit 2(+)metingen.
Belangrijk is dat de variabelen alleen geobserveerd worden en niet
gemanipuleerd. Daarna worden die metingen onderzocht of er een consistent
patroon is in de relatie.
*in de correlational research strategy worden 2 of meer variabelen gemeten en
die variabelen bevatten meestal 2 scores voor een individu. De metingen worden
daarna onderzocht om te kijken of er een patroon is in de relatie tussen de
variabelen en op de kracht van de relatie te meten. De resultaten worden
verwerkt in een scatter plot.
Niet perse een individu, maar een enkel bron.
Voorbeeld) Onderzoek relatie tussen IQ ouders en IQ kind. Dan krijg je dus 2
uitslagen hier is de individu niet alleen een ouder en alleen een kind, maar een
familie.
Correlation(=wederzijdse relatie) omschrijft 3 karakteristieken in een
relatie:
1. De richting van de relatie.
Positive relationship: Als X groter wordt, wordt Y groter. Als X kleiner
wordt, wordt Y kleiner. De waarden van X en Y zijn
bij correlatie altijd groter dan 0.
Voorbeeld) Langere lengte zorgt voor een groter
gewicht.
Negative relationship: Als X groter wordt,
wordt Y kleiner. Als X kleiner wordt, wordt Y groter.
Voorbeeld) Als je snel bent, neemt je nauwkeurigheid af.
, 2. De vorm van de relatie: zoeken naar een patroon.
Linear relationship: data in de plot zijn een lineair. Monotonic relationship: geen
constante toename. Constante toename.
d.m.v Pearson Correlation. d.m.v Spearman correlation.
*De meeste correlatie onderzoeken wordt onderzocht door middel van de
Pearson correlation. Je kan altijd aannemen dat een correlatie lineair is, behalve
is het aangegeven is dat het niet zo is.
3. Consistentie of kracht van de relatie
Hier wordt er gekeken naar de coëfficiënt. Een coëfficiënt van +1.00 of -1.00
geeft aan dat de correlatie perfect is in mate van consistentie. Bij een coëfficiënt
van 0 heb je helemaal geen consistentie.
Bijvoorbeeld bij een correlatie van 0.2 of -0.2 geeft aan dat Y weinig verandert als
X afneemt of toeneemt.
a) sterke positieve
correlatie van ongeveer
0.9.
b) zwakke negatieve
correlatie van ongeveer
0.4.
c) een perfecte negatieve
correlatie van -1.
d) laat geen consistentie
zien heeft een correlatie
van 0.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller privetjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.