Samenvatting Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs (LIMBO)
6 views 0 purchase
Course
Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Samenvattingen voor het vak 'Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs'
Ben jij ook op zoek naar duidelijke en overzichtelijke samenvattingen van het vak 'Leren in Maatschappelijk Betrokken Onderwijs'? Ik heb uitgebreide samenvattingen van de hoofdstukken 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11, wa...
Gelijkheid en vrijheid wenselijk om na te streven
2 GELIJKHEID
Kan gelegitimeerd
2.1 GELIJKHEID IN VIJF VRAGEN
worden vanuit:
o Efficiëntie-logica (geen talent laten verspillen)
o Sociale-cohesie (grote ongelijkheden kunnen de samenleving ontwrichten)
o Relevantie als streven naar rechtvaardigheid en eerlijkheid
DE WIE- EN WAT-VRAAG: EEN OVERZICHT V AN ONGELIJKHEID
Wat: Onderwijs voorstellen als systeem-model 4 componenten van ongelijkheid
1. Onderwijsinput: verschillende financiële middelen die scholen krijgen
2. Processen: ongelijke behandeling van verschillende leerlingen
3. Maatschappelijke context/samenleving: ongelijkheid vooraf aan onderwijs bv.: kinderarmoede
4. Uitkomst
a. Korte termijn Bv.: leerprestaties basis van vele andere uitkomsten
b. Middellange termijn Bv.: behaalde onderwijsniveau
c. Zittenblijven en schooluitval
d. Lange termijn Bv.: arbeidsmarkt
Wie: Verschillende groepen in SL; o.a. etniciteit, SES, geslacht, taalachtergrond… (PISA, 2018)
1. De leerprestatie van de 15-jarige Vlaamse leerling weerspiegelt zijn SES
25% hoogste SES scoort ± 100 PISA-punten meer op test dan 25% laagste SES;
40 PISA-punten = 1 jaar onderwijs voorsprong van 3 jaar !
2. Autochtonen leerlingen doen het beter o.v.v. wiskunde en leesvaardigheid t.o.v. leerlingen
met een migratieachtergrond 60 à 80 PISA-punten verschil
! Internationale vergelijking: Enorm grote kloof tussen autochtoon en migratieachtergrond
3. Nederlandstalige leerlingen presteren beter dan leerlingen die thuis een andere taal spreken
a. Leerlingen met migratieachtergrond (! Zijn niet allemaal anderstalig)
b. Autochtone (Franstalige) leerlingen
Leerlingen presteren niet slechter doordat ze een andere thuistaal spreken
DE WANNEER-VRAAG: GELIJKE START OF GELIJKE UITKOMST
Meritocratische visie = gelijke startkansen
o Focus op input (met gelijke kansen beginnen) en proces (gelijke behandeling) van onderwijs
o Individu dient beloond te worden o.b.v. verdiensten (merites) met een hogere status
o Reactie op elitaire visie: sociale afkomst bepalende voor sociale status
o Achtergrondkenmerken zijn geen merites mag geen rol spelen
o Openlijke vormen van discriminatie worden aangepakt
o Aanleg of capaciteiten (talent of intelligentie) mag wel een rol spelen
ongelijkheid aanpakken als ze niet voortvloeien uit verdiensten of talenten
mensen die verschillende talenten hebben, krijgen verschillende posities
o Praktijk:
o Drempels wegwerken bv.: studiegeld niet kunnen betalen
o Differentiële behandeling volgens talenten (want bio. en gen. verschillende zijn )
Segregatie bv.: ASO-BSO-TSO weerspiegelt talenten, segregatie is bijkomstig 15
Curricula (‘moeilijkere’ en ‘gemakkelijkere’ richtingen)
, Egalitaristische visie = gelijke uitkomsten
o Verschillende groepen moeten met gelijke kansen starten én eindigen
o Meritocratie = ontoereikend om gelijkheid te realiseren
o Verschillen in talenten ≠ reden om ons neer te leggen met structurele ongelijkheid
het is geen verdienste om intelligent of getalenteerd te zijn
o Equality of oppotunity (gelijke opportuniteiten) nastreven ≈ John Rawls (zie p.133)
o Rechtvaardige SL dienst een benadeelde achtergrond te compenseren iedereen moet de
opportuniteit krijgen om te leren
o Compenserende maatregel waarbij meer aandacht gaat naar lln. in benadeelde positie
DE WAAROM-VRAAG: TWEE VERKLARINGEN ROND ONGELIJKHEID
Deficitmodellen
= ongelijkheid wordt veroorzaakt door tekorten van leerlingen uit bepaalde bevolkingsgroepen
≠ strak omlijnde theorie; verzamelnaam voor opvattingen die onderwijsongelijkheid terugbrengen op
(vermeende) gebreken bv.: taal, motivatie W&N… van leerlingen die het minder goed doen.
leerlingen kunnen enkel succesvol zijn als ze zich aanpassen aan de mainstream
o Biologisch deficit model
o Verwant aan rassenleer “wetenschappelijk” racisme
o Bepaalde inferieure groepen = minder intelligent = verklaring voor slechte prestaties
o Verschijnt laatste jaren terug meer in subtielere vorm bv.: IQ-isme
o Cultureel deficit model
o Cultuur gerelateerd bv.: religie, taal…
o Onderwijs: focus op taalachterstand van leerlingen uit bepaalde kansengroepen
o Onderzoek Hart & Risley (1995): kwalitatief (manier van feedback geven) en kwantitatief
(aantal woorden dat men hoort) verschil in taalgebruik bij verschillende SES
Kritiek
‘Victim blaming’ = focust op vermeende gebreken van kansarme leerlingen stigmatiserende stereotypen
STT (stereotype threat theory) = confrontatie met negatieve stereotypen veroorzaakt een gevoel van
onzekerheid en angst, dit zorgt ervoor dat men niet optimaal functioneert waardoor men het stereotype
bevestigt vicieuze cirkel
IQ-isme
1. Validiteit van IQ-testen = discussie
o IQ-test meet geen zuivere score van aangeboren vaardigheden (nature) die losstaat van wat men
leert op school of via culturele opvoeding (nurture)
o Verbale en non-verbale testen: cultuur en curriculum gebonden bv.: tradities, voorkennis…
o ‘Invloed van IQ op leerprestaties’ MAAR ‘invloed van leerprestaties op IQ’ is ook geldig!
2. Correlatie sociale afkomst en IQ ≠ verschil in aangeboren capaciteit bv.: ‘arme zijn dommer geboren’
o Aanwezige materiële hulpbronnen in verschillende SES invloed op intelligentie
o Kansarm gezin minder opportuniteiten
o Ongelijkheid legitimeren obv verschil = ongelijkheid legitimeren obv sociale achtergrond
3. Tegenspraak door empirische data
o Kans om te blijven zitten, bij gelijke IQ-score, wordt bepaald door SES-achtergrond
o IQ biedt geen verklaring voor sociale ongelijkheid (IQ-isme versterkt deze ongelijkheid)
16
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janahassewer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.12. You're not tied to anything after your purchase.