Oefenvragen abdomen (GEN3001)
1
,Tentamenvragen abdomen
Het tentamen bestond uit 28 vragen waarbij in totaal 100 punten behaald konden
worden.
Anatomie
1. Pathway veneus jejenum naar rechter atrium:
vv jejunales à v mesenterica superior à v portae hepatis à v hepaticae à vena
cava inferior à rechter atrium
2. Welke chirurgische veneuze anastomosen kan er worden aangelegd om op korte
termijn portale hypertensie te verhelpen?
Splenica – renalis
3. Welke spier zorgt voor de anorectale hoek?
m. Puborectalis
4. Welke 3 zenuwen innerveren/komen samen in de plexus hypogastricus inferior?
Nervi splanchnici pelvici
Nervi splanchnici lumbales
Nervi hypogastrici
5. Door welk ligament loopt v. portae?
Lig. Hepatoduodenale
Microbiologie (allemaal meerkeuze)
6. Welke vorm van Hepatatis B heeft iemand met HPV DNA positief etc etc.?
Chronische actieve infectie
7. Wat is de meest voorkomende verwekker van een nosocomiale urineweginfectie?
E. Coli
8. Wat de eerst aangewezen behandeling voor een urineweginfectie bij een vrouw van
22 jaar zonder koorts met in haar voorgeschiedenis DM?
Nitrofurantoïne
Trimethoprim
Fosfomycine
9. Met welke vorm van hepatitis kan HDV alleen voorkomen?
Hepatitis B
10. Welke verwekker van waterige diarree gaat zonder behandeling niet over?
Giardia lamblia
11. Welke ziekteverwekker komt het vaakst voor op een cruiseschip?
Norovirus
2
,Radiotherapie
12. Welke soort DNA schade willen ze vooral maken met bestraling?
Dubbelstrengs
13. PVT radiotherapie uitleggen
a. 3 voordelen/doelen ervan geven
14. GTV en CTV radiotherapie uitleggen (waar staat het voor en wat houdt het in)
15. Wat is het belang van stoppen met roken bij een radiotherapeutische behandeling (2
redenen)
16. Waarom is protonbestraling beter dan fotonbestraling (noem een voorbeeld waar
protonenbestraling voordeliger kan zijn dan foton bestraling)
Carcinomen
17. Wat is het idee achter de uitvinding “Hallmarks of cancer”
a. Noem er 3
b. Wat is de kracht die de bedenkers met de hallmarkers wouden geven
18. Wat doet p53 en wat is de functie van p53 in de pathofysiologie van alle drie de
carcinomen? (CRC, EOR en CxC)
19. Vraag over types ovariumcarcinomen: 90% is epitheliaal, 4% kiemcel, 6% gonadaal-
stromaal.
a. Wanneer geef je bij een HPV infectie wel of geen virionen meer vrij?
b. Welke 3 monsters worden er genomen bij een
ovariumcarcinoomstadiëringoperatie en wat is het belang van het nemen van
die monsters?
20. Welke beeldvorming is beter bij CxC (MRI, CT of PET) en waarom. Voor- en
nadelen.
21. Hoe brengen we metastasen in beeld aan de hand van een beeldvormende techniek
22. Wat zijn de hematogene metastasen die je kan verwachten in een laat stadium
Colon:
Cervix:
Rectum:
23. HPV kan in twee vormen voordoen namelijk episomaal en geïntegreerd in het DNA
van de gastheercelgenoom.
a. Waarom kan HPV als het eenmaal in het gastheercelgenoom geïntegreerd is
geen nieuwe partikels meer aanmaken en waarom kan er dan kanker
ontstaan? (cellulair en moleculair niveau) belang hiervan voor het virus
3
, Fysiologie
24. Menstruele cyclus:
a. Zoek de fout in het plaatje van wikipedia van de menstruele cyclus
Laterale fase => luteale fase
b. Noem twee andere functies van FSH naast dat het follikelgroei bevordert.
25. GERD:
maagzuurproductie plaatje:
Wat produceren:
D-cellen → somatostatine
ECL-cellen → histamine
Pariëtale cellen → HCl
G-cellen → gastrine
Welke cellen produceren pepsinogeen → Chief cells
26. Stroomschema ascites
a. Verklaar wat er gebeurd in elk vak
Portale bloeddruk: stijgt
Veneuze terugstroom naar het hart: daalt
Raas: activatie
Autonome zenuwstelsel: activatie
Plasmavolume: stijgt
Lymfedrainage: daalt
b. Wat is een klinische complicatie van ascites?
4
1
,Tentamenvragen abdomen
Het tentamen bestond uit 28 vragen waarbij in totaal 100 punten behaald konden
worden.
Anatomie
1. Pathway veneus jejenum naar rechter atrium:
vv jejunales à v mesenterica superior à v portae hepatis à v hepaticae à vena
cava inferior à rechter atrium
2. Welke chirurgische veneuze anastomosen kan er worden aangelegd om op korte
termijn portale hypertensie te verhelpen?
Splenica – renalis
3. Welke spier zorgt voor de anorectale hoek?
m. Puborectalis
4. Welke 3 zenuwen innerveren/komen samen in de plexus hypogastricus inferior?
Nervi splanchnici pelvici
Nervi splanchnici lumbales
Nervi hypogastrici
5. Door welk ligament loopt v. portae?
Lig. Hepatoduodenale
Microbiologie (allemaal meerkeuze)
6. Welke vorm van Hepatatis B heeft iemand met HPV DNA positief etc etc.?
Chronische actieve infectie
7. Wat is de meest voorkomende verwekker van een nosocomiale urineweginfectie?
E. Coli
8. Wat de eerst aangewezen behandeling voor een urineweginfectie bij een vrouw van
22 jaar zonder koorts met in haar voorgeschiedenis DM?
Nitrofurantoïne
Trimethoprim
Fosfomycine
9. Met welke vorm van hepatitis kan HDV alleen voorkomen?
Hepatitis B
10. Welke verwekker van waterige diarree gaat zonder behandeling niet over?
Giardia lamblia
11. Welke ziekteverwekker komt het vaakst voor op een cruiseschip?
Norovirus
2
,Radiotherapie
12. Welke soort DNA schade willen ze vooral maken met bestraling?
Dubbelstrengs
13. PVT radiotherapie uitleggen
a. 3 voordelen/doelen ervan geven
14. GTV en CTV radiotherapie uitleggen (waar staat het voor en wat houdt het in)
15. Wat is het belang van stoppen met roken bij een radiotherapeutische behandeling (2
redenen)
16. Waarom is protonbestraling beter dan fotonbestraling (noem een voorbeeld waar
protonenbestraling voordeliger kan zijn dan foton bestraling)
Carcinomen
17. Wat is het idee achter de uitvinding “Hallmarks of cancer”
a. Noem er 3
b. Wat is de kracht die de bedenkers met de hallmarkers wouden geven
18. Wat doet p53 en wat is de functie van p53 in de pathofysiologie van alle drie de
carcinomen? (CRC, EOR en CxC)
19. Vraag over types ovariumcarcinomen: 90% is epitheliaal, 4% kiemcel, 6% gonadaal-
stromaal.
a. Wanneer geef je bij een HPV infectie wel of geen virionen meer vrij?
b. Welke 3 monsters worden er genomen bij een
ovariumcarcinoomstadiëringoperatie en wat is het belang van het nemen van
die monsters?
20. Welke beeldvorming is beter bij CxC (MRI, CT of PET) en waarom. Voor- en
nadelen.
21. Hoe brengen we metastasen in beeld aan de hand van een beeldvormende techniek
22. Wat zijn de hematogene metastasen die je kan verwachten in een laat stadium
Colon:
Cervix:
Rectum:
23. HPV kan in twee vormen voordoen namelijk episomaal en geïntegreerd in het DNA
van de gastheercelgenoom.
a. Waarom kan HPV als het eenmaal in het gastheercelgenoom geïntegreerd is
geen nieuwe partikels meer aanmaken en waarom kan er dan kanker
ontstaan? (cellulair en moleculair niveau) belang hiervan voor het virus
3
, Fysiologie
24. Menstruele cyclus:
a. Zoek de fout in het plaatje van wikipedia van de menstruele cyclus
Laterale fase => luteale fase
b. Noem twee andere functies van FSH naast dat het follikelgroei bevordert.
25. GERD:
maagzuurproductie plaatje:
Wat produceren:
D-cellen → somatostatine
ECL-cellen → histamine
Pariëtale cellen → HCl
G-cellen → gastrine
Welke cellen produceren pepsinogeen → Chief cells
26. Stroomschema ascites
a. Verklaar wat er gebeurd in elk vak
Portale bloeddruk: stijgt
Veneuze terugstroom naar het hart: daalt
Raas: activatie
Autonome zenuwstelsel: activatie
Plasmavolume: stijgt
Lymfedrainage: daalt
b. Wat is een klinische complicatie van ascites?
4
