Creditgroep: Credit groep J
Datum college: 15 januari 2019
Onderwerp: Inleidend werkcollege
, Opgave 1 – Scope
Vraag A
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kent zes vrijheden, te weten:
— het vrije verkeer van de burgers van de Unie (art. 21 VWEU);
— het vrije verkeer van goederen (art. 28-32 VWEU);
— het vrije verkeer van personen (Werknemers: art. 45-48 VWEU en recht van vestiging: art. 49-55
VWEU);
— het vrije verkeer van diensten (art. 56-62 VWEU);
— het vrije verkeer van kapitaal (art. 63-66 VWEU);
— het vrije verkeer van betalingen (art. 63-65 VWEU).
—
Daarnaast is in art. 18 VWEU een algemeen verbod betreffende discriminatie naar nationaliteit
opgenomen. Uit vaste jurisprudentie blijkt dat niet aan dit laatste verbod wordt getoetst indien een
andere bepaling uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is waarin
het discriminatieverbod nader is uitgewerkt. Dit betekent dat de toepassing van de bepalingen
betreffende het vrije verkeer voorgaan ten opzichte van de toepassing van art. 18 VWEU.
Eén van de toepassingsvoorwaarden van het vrije verkeer is dat je onderdaan van een lidstaat moet zijn,
dit brengt het onderstaande met zich mee:
Om een beroep te kunnen doen op de vrijheden inzake het werknemersverkeer en het
vestigingsrecht moet een natuurlijk persoon onderdaan van een lidstaat zijn. Hetzelfde geldt
voor de dienstverrichter. Zie bijvoorbeeld: HvJ EG 3 oktober 2006, zaak C-290/04 (Scorpio). De
dienstontvanger, de kapitaalverstrekker en -ontvanger hoeven echter geen onderdaan van een
lidstaat te zijn om gebruik te kunnen maken van deze vrijheden. Vennootschappen kunnen ook
gebruik maken van het recht van vestiging of vrije verkeer van diensten; zij worden namelijk in
art. 54 VWEU gelijkgesteld met een natuurlijke persoon die onderdaan van een lidstaat is, als ze
ten eerste ‘in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat zijn opgericht’ en ten tweede
hun statutaire zetel of hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Unie hebben.
Onder ‘vennootschappen’ worden in dit kader verstaan ‘maatschappen naar burgerlijk recht of
handelsrecht, de coöperatieve verenigingen of vennootschappen daaronder begrepen, en de
overige rechtspersonen naar publiek- of privaatrecht, met uitzondering van vennootschappen
welke geen winst beogen’. Verdedigbaar is dat ook vennootschappen zonder
rechtspersoonlijkheid (zoals in Nederland de maatschap) hieronder vallen.
Vennootschappen moeten zijn opgericht in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat
(art. 54 VWEU). Vennootschappen opgericht onder het recht van een derde land vallen hier dus
niet onder. Doordat het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voor de
omschrijving van het begrip ‘vennootschap’ naar het nationale recht verwijst (zij moeten
namelijk opgericht zijn naar de wetgeving van een lidstaat), wordt het EU-recht hier afhankelijk
van het nationale recht. In het onderdeel over de zetelverplaatsing zullen wij zien wat voor
consequenties dit kan hebben.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller afgestudeerd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.