Creditgroep: Creditgroep J
Datum college: 12-02-2019
Onderwerp: Staatssteun
,Opdracht 1
1) Aan de hand van art. 107 – het verbod op staatsteun – kun je beoordelen of
een bepaalde maatregel kan worden aangemerkt als (al dan niet
verenigbare) staatssteun.
Art. 107 VwEU-Verdrag is er namelijk op gericht om oneerlijke concurrentie
binnen één lidstaat te voorkomen, doordat de Staat nationale ondernemingen
of producties steunt. Hierbij bevat het eerste lid de hoofdregel
(staatssteunverbod) en het tweede en derde lid voorzien in uitzonderingen op
het staatssteunverbod.
Art. 107 lid 1 VwEU-Verdrag hanteert een ruim staatssteunverbod. Dit
artikellid richt zich tegen alle mogelijke vormen van steunmaatregelen, direct
of indirect, door de Staat.
'Lid 1 behelst dus de grondregel. Hij richt zich tegen alle vormen van steun,
rechtstreeks of zijdelings door middel van de Overheid bekostigd, waardoor
het handelsverkeer tussen de Lidstaten ongunstig wordt beïnvloed en de
mededinging tussen onderneming of categorieën van ondernemingen kan
worden vervalst.
De bepaling heeft niet alleen betrekking op financiële steun van de Staten,
maar ook van de lagere publiekrechtelijke organen. Zij dekt zowel het geval
van bijdragen uit de kas van de Overheid als ontheffing van financiële lasten,
die normaliter zouden moeten worden ondergebracht. Afwijkingen van dit
beginsel zijn voorzien in de leden 2 en 3 van dit artikel. Voorts zijn
afwijkingen voorzien in de landbouw (artikel 42 ) en op het gebied van
vervoer (artikel 77 ).'1
Art. 108 VwEU-Verdrag voorziet in het toezicht door de Europese Commissie
op de uitvoering van art. 107 VwEU – Verdrag. Ten behoeve van het toezicht
door de Europese Commissie op het staatssteunverbod en de uitzonderingen
daarop, kan de Raad van Ministers op grond van art. 109 VWEU-Verdrag
verordeningen vaststellen.
Uitdeelbelasting: 20% belasting over uitkeringen die werd gedragen door de
uitdelende vennootschap. In 2011 aanpassing. De belasting mag worden
afgetrokken bij de ontvanger. Het verdrag is van toepassing op deze uitdelingen.
Het in te houden tarief is niet per defintiie 20% maar afhanekelijk van het verdrag.
Vervolgens is er meer kritiek omdat het omslachtig is. In de buitenlandse gevallen
worden nu vrijstelling gehanteerd. In 2013 wordt die grote vrijstelling voor
buitenlanders een beetje ingeperkt want alleen als er sprake is van een
1
Kamerstukken II 1956/57, 4725, nr. 3 , p. 25.
, belatinverdrag met informatieuitwisseling. Eerste vraag wat is het juridisch kader,
selectiviteitsdiscussie. Dat is dus vraag 1 dat geloven we wel.
Vraag 2: hoe pak je dit aan? Het uitgangspunt is een belasting van 20% op het
niveau van de uitdeler. Dat is de beginpositie. Vervolgens gebeurd er in 2011 iets
bij een andere belastingplichtige dus een ander niveau. Dat is een aftrek ter zake
vande belasting van de uitdeler. Nu heb je 2 regels, 1 is 20% belasting bij de een en
2 is een aftrek bij de ander. 1: 20%, staatssteungevaar? Nee want het is een
generieke regel die bij iedereen van toepassing is. 2: aftrekpost voor die 20%,
hoofdregel is VPB het gaat om een tegemoetkoming (aftrek) in de VPB die je krijgt
bij bepaald type inkomen, namelijk inkomen afkomstig van een vennootschap die
onderworpen is aan die belasting. Er wordt een aftrekpost gecreëerd ter zake van 1
type inkomen, dus andere bronnen niet in de VPB. Je krijgt de afterk als je us
dividend ontvangt en net als je ander inkomen ontvangt en als je Nederlands
dividend ontvangt en buitenlands dividend niet. Er is dus zeker een risico van
staatssteun.
Dan de vrijstelling: op grond van het verdrag kan het zijn in grensoverschrijdende
gevallen dat minder wordt geheven dan die 20% er is dus bepaald dat
grensoverschrijdende gevallen een vreijstelling hebben. Uitdelingen aan
buitenlanders zijn dus vrijgesteld en uitdelingen binnenlanders niet.
Dan de beperking: Alleen vrijstelling als informatieuitwisseling met dat betreffende
land. Hier heb je te maken met een grote maatregel, kleine inperking. Wat is het
referentiekader ? dat moet je dus ruim nemen. Informatieuitwisseling is ook een
goede reden. Maar je beperkt eigenlijk alleen maar de groep van begunstigden.
Dit wordt zeker geen tentamenvraag.
2) Om te kunnen beoordelen of er sprake is staatssteun, dienen we eerst na te
gaan wat staatsteun nu eigenlijk is en wat de voorwaarden zijn om te voldoen
aan staatssteun die in strijd is met de EU-rechtelijke bepalingen.
Ingevolge artikel 107 lid 1 VwEU – Verdrag dienen de volgende criteria
aanwezig te zijn (De bovenstaande criteria zijn cumulatief. Dat wil zeggen dat
er aan alle voorwaarden moet worden voldaan alvorens er sprake is van
staatssteun):
o de steun wordt verleend aan een onderneming die een economische
activiteit verricht;
Volgens het Europees Hof van Justitie is een onderneming elke
eenheid die een economische activiteit uitvoert, ongeacht haar
rechtsvorm en wijze van financiering. Om te bepalen of er sprake is
van een onderneming, kunnen de volgende punten in ogenschouw
worden genomen:
de status van de entiteit in het nationale recht is niet bepalend;
een winstoogmerk is niet vereist, concurrentie op de markt
volstaat;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller afgestudeerd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.