Begrippenlijst sociologie: De maatschappij van de sociologie
170 views 2 purchases
Course
Sociologie
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
De maatschappij van de sociologie
Dit document bevat alle begrippen uit het boek "De maatschappij van de sociologie" geschreven door Rudi Laermans.
Begrippen zijn heel belangrijk bij dit vak.
Begrippenlijst sociologie
Hoofstuk 1: Het sociologisch perspectief
Basisvragen sociologie
1. Wat verklaart de ordening van het samenleven?
2. Hoe wordt het individuele beïnvloed door het maatschappelijke?
3. In wat voor samenleving leven wij? (Hoe zien de basiscontouren van onze
samenleving eruit? Maatschappijdiagnose)
4. Hoe onderzoeken we dat allemaal op een wetenschappelijke manier?
Sociologie De wetenschap van het sociale
Actor Een wezen met een handelingsvermogen
Agency Het handelingsvermogen van een organisme
Kwantitatief onderzoek Onderzoek met cijfers, data en statistische berekeningen
Kwalitatief onderzoek Het bestudeert sociale fenomenen in de diepte
Participerend onderzoek Onderzoeker dompelt zich onder in de omgeving die hij wil
onderzoeken
Diepte-interview Een interview met open vragen, waarop de participant en
ook de onderzoeker verder op kan doorvragen
Homo universalis Mens die alles kan
Collectieve actoren Een groep die sociaal kan handelen
Individuele actoren Een individu dat sociaal kan handelen
Samenhandelen Joint action, actoren zijn wederzijds georiënteerd en
refereren naar elkaar
Sociaal handelen Handelen van een actor georiënteerd op de handeling van
een andere actor/actoren
Zelfreferentieel Handelingen/voorwerpen verwijzen naar zichzelf
Dynamisch Tijdsgebonden
De reflexieve monitoring van Het voortdurend succesvol sturen en controleren door de
handelen actor van zijn eigen activiteit
Afhankelijkheidsverhouding/ De actoren hebben elkaar nodig
sociale binding
Sociaal verband Een specifiek geheel van onderlinge
afhankelijkheidsverhoudingen, eventueel deel van een
ruimer sociaal netwerk (de KU Leuven – de Vlaamse
universiteiten)
Veralgemeende Iedereen is van anderen afhankelijk
gegeneraliseerde Iedereen wordt door alles beïnvloed (wereldsamenleving)
afhankelijkheid Elke specifieke entiteit is deel van een groter netwerk of die
nu wil of niet
Sociaal netwerk Een lange ketting van afhankelijkheden
Reïficatie Verdingeling
Wanneer een abstract concept, zoals een idee of een
1
, hypothetische constructie behandeld wordt alsof het een
concrete werkelijke gebeurtenis of fysische entiteit is. (Vb.
dé economie)
De maatschappij of Het momentane geheel van alle sociale relaties, bindingen,
samenleving verbanden en netwerken.
Nationale of regionale Heeft territoriale en vaak ook politieke grenzen
samenleving
Globalisering Mondialisering, toenemend proces van economische,
culturele en politieke integratie op mondiaal niveau
(internationaal)
Er komen alsmaar meer sociale bindingen tussen actoren
die niet noodzakelijk geografisch dicht bij elkaar liggen
Wereldmaatschappij Het momentane geheel van transcontinentale, in aanleg
mondiale sociale relaties, bindingen, verbanden en
netwerken
Kosmopolitisme Een mondiaal of wereldbewustzijn
Gevoel van verbondenheid met mensen over heel de
wereld
Het egocentrische De samenleving als een reeks van concentrische cirkels van
maatschappijbeeld anderen rondom een ik of ego (‘ik’ ben het centrum van
waaruit sociale relaties vertrekken)
Sociologische Het vermogen om zichzelf te in een netwerk van
verbeeldingskracht afhankelijkheden
Het vermogen om persoonlijke problemen met sociale
feiten te linken
Nationalisme Landen, het gevoel van verbondenheid met de mensen
binnen dezelfde landsgrenzen
Victim blaming Slachtoffer krijgt de schuld en is daarom geen slachtoffer
meer, maar de eigenlijke dader of minstens
medeverantwoordelijke
Defamiliarisering Vertrouwde sociale feiten/realiteit wordt (gedeeltelijk)
onvertrouwd
Waarderingsvrijheid Morele neutraliteit: onderzoek doen zonder eigen waarden
voorop te stellen
Standpunttheorie Innemen van het standpunt van de onderdrukte
Sociaal reformisme Nastreven van haalbare hervormingen door middel van
harde feiten
Reformisme Streven om een systeem/samenleving door systematische
ingrepen te veranderen en hervormen
Onbedoelde gevolgen Gevolgen van bepaalde acties die niet opzettelijk waren
Perverse gevolgen Gevolgen van bepaalde acties die het tegenovergestelde
geven van wat oorspronkelijk bedoeld was
Mattheüseffect Al wie al veel heef, krijgt daarna nog meer
Al wie weinig heeft, krijgt daarna minder
Evangelie – Mattheüs – “aan hem die heeft, zal gegeven
worden”
Self-denying prophecy Een voorspelling die niet uitkomt, doordat die uitgesproken
2
,Zichzelf weerleggende/ zichzelf werd
vernietigende voorspelling Een aanvankelijk correcte of ware voorspelling die niet
uitkomt, doordat die uitgesproken werd (zorgt onbedoeld
voor een handelen dat de voorspelling tenietdoet)
Thomas-theorema Wanneer mensen de situatie op een bepaalde manier
definiëren, dan heeft dat reële gevolgen alsof die
situatiedefinitie inderdaad correct was
Situatiedefinitie Interpretatie van een verschijnsel/situatie die zegt 'wat het
geval is’'
Self-fulfilling prophecy Een voorspelling die uitkomt, doordat die gemaakt werd
Zichzelf waarmakende/ zichzelf Een aanvankelijk onware situatiedefinitie resulteert
bevestigende voorspelling onbedoeld in handelen dat de oorspronkelijke onware
voorstelling van zaken waarmaakt.
Sociale vooroordelen of Een geschematiseerde collectieve voorstelling van een
stereotypen sociale groepering en haar leden
Sociale geloofscirkel De onbewijsbare definitie van een toekomstige situatie is
geloofwaardig omdat ze van geloofwaardige voorspellers
komt en leidt daarom tot een handelen dat de voorspelling
bevestigt, waardoor de geloofwaardigheid van de
voorspellers toeneemt.
Meesleureffect Iemand handelt omdat die in iets geloofd en sleurt zo
anderen mee, cumulatief effect
Begrip of concept Een notie die abstractie maakt van de meer particuliere
uitingen van het omschreven fenomeen
Theorie Een samenhangend geheel van naar elkaar verwijzende
abstracte begrippen en daaruit afgeleide conceptuele
uitspraken.
Grounded theory of Het inductief ontwikkelen van begrippen en conceptuele
gefundeerde theorie uitspraken vanuit concreet onderzoek
Inductief (een nieuwe thorie proberen te creëren), specifiek
Middle range theory Theorie met beperkte reikwijdte
Situeert tussen empirisch beschrijving van sociale
fenomenen en alomvattende theorie van het sociale
Deductief, concreter, specifieker (dan grand theory)
Grand theory Super theorie; een totaaltheorie van het sociale
Kan de drie inhoudelijke sociologische basisvragen
beantwoorden
Deductief (afleidend), algemeen, abstract
Theoretische pluralisme Verschillende theoretische referentiekaders hebben binnen
de sociologie
Theoretisch referentie kader Een globale visie op de basiselementen van het sociale en
hoe doe moeten worden gestudeerd
Grondslagenonderzoek Richt zich op vragen als “Wat is nu precies een sociale
verhoudening” “Wat is een maatschappij”
Conflictsociologische Karl Marx; deze vies focust op de gespannen relaties
benadering tussen sociale groepen wier belangen en macht sterk
uiteenlopen.
3
, In een kapitatlische samenleving is klassenstrijd
onvermijdeljk.
Sociocentrisme Emile Durkheim; hij benadrukt vooral de sociaal sturende
rol van breed gedeelde opvattingen
Actorcentrisme Max weber; hij vertrekt van sociale fenomenen van de
persoonlijke motieven die individuen tot samenhandelen
aanzetten.
Sociale cohesie Sociale samenhang
Sociale blindheid Het niet toekennen van sociale afhankelijkheden in de
maatschappij
Decentrering Vermijden van sociale blindheid
Functioneel gedifferentieerd Mensen specialiseren zich meer in dingen waarvan ze veel
weten/veel kunnen.
Jobs worden in kleinere eenheden opgedeeld om het zo
efficiënt mogelijk te laten verlopen -> zorgt voor enorm veel
afhankelijkheid
Segmentatie Onafhenkelijke groep (een stam)
Sociologische driehoek Een theoretische driehoek met drie domeinen binnen de
sociologie: theorievorming, sociale sturing en empirisch
onderzoek.
Contingentie De toevalligheid (hoe toevallig/voorspelbaar is iets?
Patronen, regelmaat, wanorde)
Sociale betrekkingen Relaties of verhoudingen tussen verschillende actoren
Sociaal Niet alleen de positieve connotatie het in de volksmond
gebruikt wordt, maar ook de negatieve kant ervan
vb. schieten in de oorlog is een sociale (actie)
Hoofdstuk 2: Ordening en invloed van het sociale
Sociale orde Een gestructureerd sociaal verkeer tussen sociaal ongelijken
Sociaal kapitaal Algemeen vertrouwen in anderen
Sociale rollen Geheel van verwachtingen over het handelen van een
positiebekleder.
Hun gedrag wordt aangepast naarmate welke rollen ze ‘op
zich nemen’
Sociale structuur Een structuur die gevormd wordt door verwachtingen die
verwacht worden.
Globale richtingaanwijzer voor het samenhandelen
Zorgt voor selectieve inperking van
handelingsmogelijkheden van actor
Sociale normen Regels die bindend voorschrijven hoe men in een bepaalde
sociale relatie heeft te handelen
Sociale positie De plaats die iemand inneemt binnen een sociale relatie in
verhouding tot anderen
Positiebekleder Een individu die een sociale positie bezet
Objectieve dimensie (van Financiële middelen, onderwijs, macht
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amaura. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.