100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ontwikkelingspsychologie NTI leerjaar 1 bachelor toegepaste psychologie hoofdstuk 1 tm 15 $6.78   Add to cart

Summary

Samenvatting ontwikkelingspsychologie NTI leerjaar 1 bachelor toegepaste psychologie hoofdstuk 1 tm 15

 13 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek ontwikkelingspsychologie van Robert Feldman. De samenvatting loopt van hoofdstuk 1 tot en met 15. Alle relevante stof voor het tentamen ontwikkelingspsychologie NTI leerjaar 1.

Preview 4 out of 34  pages

  • Yes
  • July 24, 2024
  • 34
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Ontwikkelingspsychologie

Samenvatting Hoofdstuk 1

Ontwikkelingspsychologie = de wetenschappelijke studie naar groei, verandering
en stabiliteit bij mensen, van conceptie tot ouderdom, maar met een accent op de
jaren tot de volwassenheid

Ontwikkeling van kinderen in vier thema’s:
- Fysieke ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
Manier waarop sociale relaties zich ontwikkelen en omgaan met emoties
- Persoonlijkheidsontwikkeling
Ontwikkeling van karakter

Onderscheidt leeftijdsgroepen:
1. Prenatale periode (conceptie tot geboorte)
2. Babytijd (geboorte tot 2 jaar)
3. Peuter- en kleutertijd (2 tot 6)
4. Schooltijd (6 tot 12)
5. Adolescentie (12 tot 20)

Sociale constructie = idee over de realiteit dat weliswaar breed geaccepteerd is,
maar afhangt van de maatschappij en de cultuur op dat moment

Prepubertijd = periode voorafgaand aan puberteit, hormonale verandering in
lichaam maar nog niet zichtbaar

Opkomende volwassenheid = van tienerjaren tot middentwintig, geen
adolescenten meer maar nog geen volledige volwassenheid, zelfverkenning

Cohort = een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren
Cohorteffecten = invloeden van cohorten op de ontwikkeling

- Normatieve gebeurtenissen
Gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde
manier voltrekken; historisch, leeftijdsgebonden of sociaal cultureel
- Niet- normatieve gebeurtenissen
Specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een bepaald persoon,
meeste anderen krijgen hier niet mee te maken

Leeftijdsgebonden invloed = biologische invloeden en omgevingsinvloeden die
gelijk zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar ze zijn
opgegroeid

Continue verandering = geleidelijke kwalitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op
een bepaald niveau voortvloeien uit die op de vorige niveaus
—> kwantitatief
Steeds meer ontwikkelen van hetzelfde

Discontinue verandering = ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt,
en waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere
stadia
—> kwalitatief

,Kritieke periode = specifieke tijdsspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste, onomkeerbare, gevolgen heeft

Menses zijn plastischer dan gedacht —> mate waarin een zich ontwikkelend
gedragspatroon of fysieke structuur veranderbaar is

Gevoelige perioden = afgebakende tijdspanne, meestal vroeg in het leven waarin
mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk
zijn voor het leren van specifieke vaardigheden

Nature-nurturedebat = discussie over de oorsprong van ons gedrag en
eigenschappen, komt dit meer voort uit aanleg of opvoeding en leefomgeving?
—> niet het een of ander maar meer de vraag welke meer invloed heeft

Nature —> eigenschappen, vermogen en capaciteiten die mensen van ouders erven
Maturatie = het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde
genetische informatie

Nurture —> omgevingsinvloeden; biologisch, sociaal en maatschappelijk

Biopsychosociale = uitgangspunt dat verschillende biologische, psychische en
sociale factoren elkaar wederzijds beïnvloeden

Hoofdstuk 2 samenvatting

Theorie = een verklaring of voorspelling ten aanzien van een verschijnsel, die een
raamwerk biedt om de relaties tussen een reeks feiten of principes te begrijpen

Verschillende perspectieven op ontwikkeling van het kind:
6. Psychodynamisch perspectief
Freud
Gaat ervan uit dat gedrag gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, herinneringen
en conflicten, waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij weinig
controle heeft
Onbewuste —> deel van persoonlijkheid dat kinderlijke wensen, verlangens en
behoeften bevat

Elke persoonlijkheid 3 aspecten:
7. ID
Primitieve (honger, seks, agressie), ongeorganiseerde, aangeboren deel van
persoonlijkheid dat opereert vanuit genotsprincipe —> zo veel mogelijke bevrediging
en weinig spanning
8. Ego
Rationele en redelijke deel, opereert vanuit realiteitsprincipe —> instinctieve energie
in toom houden om veiligheid te bewaren en helpen integreren
9. Superego
Iemands geweten, onderscheid tussen goed en kwaad

Psychoseksuele ontwikkeling (Freud)
Vijf fasen die kinderen doorlopen waarin genot of bevrediging telkens gericht is op een
andere biologische functie en een ander lichaamsdeel
—> gaat er iets mis in een fase (te veel/te weinig bevrediging)?
—> Fixatie = gedrag dat in een eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg
van onopgelost conflict

,Ontwikkeling is hier compleet na adolescentie

Psychosociale ontwikkeling (Erikson)= de veranderingen in onze interacties met
anderen en in hoe we aankijken tegen het gedrag van anderen en tegen onszelf als
leden van de maatschappij
Acht stadia in leven bij ieder min of meer gelijk
—> elk stadium bevat crisis of conflict dat moet worden opgelost om naar volgende
stadium te gaan

Ontwikkeling blijft hele leven doorgaan

Psychodynamische theorieën zijn in het algemeen goede beschrijving van gedrag
verleden maar niet voor toekomstig gedrag

2. Behavioristische perspectief (John Watson) —> kwantitatief
Gaat ervan uit dat je moet kijken naar waarneembaar gedrag en externe stimuli in de
omgeving om de ontwikkeling van het individu te begrijpen
Nurture is hier belangrijker dan nature
Mensen lopen geen stadia door want hangt af van omgevingsprikkel

Stimulus-respons-leren
10. Klassieke conditionering
Vorm van leren waarbij organisme op een bepaalde manier leert reageren op een
neutrale stimulus (NS) die dat type respons normaal niet uitlokt
11. Operante conditionering (Skinner)
Vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of verzwakt wordt doordat die
respons wordt geassocieerd met positieve of negatieve consequenties

- Bekrachtiging = aanbieden van een prettige stimulus (positieve bekrachtiging) of
weghalen van een onprettige stimulus (negatieve bekrachtiging)
—> hierdoor wordt gedrag eerder herhaald

- Straf = introductie van onplezierige of pijnlijke stimulus (positieve straf) of
verwijderen van een prettige stimulus (negatieve straf)
—> hierdoor wordt gedrag minder snel herhaald

Gedragsmodificatie = behavioristische techniek om frequentie van gewenst gedrag
te verhogen en ongewenst gedrag te verlagen


Sociaal-cognitieve leertheorie (Bandura)
Nadruk ligt op leren door het gedrag van een ander persoon te observeren en na te
doen
Vier stappen:
1. Aandacht; je neemt gedrag waar
2. Retentie; je kan het later herinneren
3. Reproductie; je kan het nadoen
4. Motivatie; je bent gedreven het gedrag uit te voeren

Modeling = kans dat we gedrag imiteren is groot als we zien dat dat gedrag bij een
ander beloond wordt

3. Cognitief perspectief —> kwalitatief en kwantitatief
Richt zich op de processen die mensen in staat stellen de wereld te leren kennen en
begrijpen

, Piaget
Menselijk denken in opgebouwd uit schema’s = mentale patronen die bepaalde
gedragingen of acties vertegenwoordigen
—> hoe ouder hoe verfijnder de schema’s

Assimilatie = proces waarbij mensen een nieuwe ervaring interpeteren aan de hand
van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze

Accommodatie = proces waarbij bestaande manieren van denken of doen
veranderen in reactie op nieuwe stimuli/ gebeurtenissen

—> zorgen samen voor cognitieve ontwikkeling



Informatieverwerkingstheorie —> kwantitatief
Benadering die probeert te achterhalen op welke manieren mensen informatie
coderen, opslaan en terughalen

Cognitieve neurowetenschap = benadering die zich richt op de invloed van
hersenprocessen op cognitieve activiteit

4. Het systemisch perspectief
Kijkt naar relatie tussen individuen en hun fysieke wereld, cognitieve wereld,
persoonlijkheidswereld en sociale wereld
—> alle omstandigheden in acht nemen

Bio-ecologisch model van bronfenbrenner
Gaat uit van vijf omgevingsniveaus die elk organisme gelijktijdig beïnvloeden
- Microsysteem
Dagelijkse directe omgeving
- Mesosysyteem
Connecties tussen verschillende onderdelen van microsysteem
De directe en indirecte invloeden die ons met elkaar verbinden
- Exosysteem
Algemenere invloeden zoals sociale instituties (school, werk)
- Macrosysteem
Culturele invloeden waaraan individu blootstaat
- Chronosysteem
Invloed van verstrijken van tijd op ontwikkeling kind

—> benadrukt onderlinge samenhang tussen invloeden op de ontwikkeling

Sociaal-culturele theorie van Vygotsky
Benadering die verloop van de cognitieve ontwikkeling ziet als het resultaat van
sociale interacties tussen de leden van een cultuur

Ontwikkeling wordt gezien als een wederzijdse transactie tussen de mensen in de
omgeving van het kind en het kind zelf

Scaffolding = kinderen krijgen ondersteuning bij een taak die net boven hun niveau
ligt waardoor zij een hoger niveau bereiken —> bij beter beheersen wordt
ondersteuning afgebouwd

5. Evolutionair perspectief (Charles Darwin)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelesselaar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70840 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.78  1x  sold
  • (0)
  Add to cart