100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefententamen faillissementsrecht met antwoorden $3.21
Add to cart

Exam (elaborations)

Oefententamen faillissementsrecht met antwoorden

 28 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Oefententamen Faillissementsrecht Antwoorden erbij handig om te oefenen voor tentamen oud tentamen

Preview 2 out of 10  pages

  • September 30, 2019
  • 10
  • 2018/2019
  • Exam (elaborations)
  • Unknown
avatar-seller
Naam………………………………………………………….. Studentnummer……………………………


Casus I (35 punten)

Paul de Schering heeft een eenmanszaak in bureauartikelen in de binnenstad van Arnhem
genaamd “Paber Officesupplies” hij is in gemeenschap van goederen gehuwd met Berta.
Paul de Schering heeft al geruime tijd zijn schuldeisers niet betaald. Om deze reden besluit
leverancier van pennen “Kwik” op 25 februari 2010 het faillissement van Paul de Schering
aan te vragen. Op 5 maart 2010 wordt het faillissement van Paul de Schering uitgesproken.

Vraag 1(3 punten) 3 punten
Wat is het effect van het faillissement op de gemeenschap van goederen?
Het faillissement van de persoon die in enige gemeenschap van goederen gehuwd is , wordt
als faillissement van die gemeenschap behandeld.

(Het faillissement omvat alle goederen, die in de gemeenschap vallen en strekt ten behoeve
van alle schuldeisers die op de goederen der gemeenschap verhaal hebben. Goederen die de
gefailleerde buiten de gemeenschap heeft, strekken slechts tot verhaal van schulden die
daarop verhaald zouden kunnen worden, indien er generlei gemeenschap was ex art. 63 lid 1
Fw. De goederen van Berta die in de gemeenschap vallen, vallen dus ook in de boedel nu zij
in gemeenschap van goederen zijn getrouwd.)

Vraag 2(2 punten)
Is door het faillissement van Paul de Schering ook zijn echtgenote failliet?
De partner is niet van rechtswege failliet.

Vervolg casus
Op 5 maart 2010 heeft Paul de Schering de volgende schuldeisers:
- Kwik voor in 2009 geleverde pennen en stiften ter waarde van €1.200,-.
Daarnaast heeft Kwik een vordering van €1.150,- vanwege de
faillissementsaanvraag;
- Papier NV voor 10 februari 2010 geleverd kopieer- en printerpapier ter waarde
van €750,-. De helft van dit papier is verkocht, de andere helft bevindt zich nog
in het magazijn van Paul de Schering;
- De BNA Bank heeft een vordering van €250.000,- wegens verstrekte leningen.
Eén lening bedraagt €175.000,- , aangegaan voor de aanschaf van het
winkelpand, €75.000,- betreft een rekening courant krediet. Tot zekerheid voor
het verhaal van de totale schuld heeft Paul de Schering t.b.v. de bank een recht
van hypotheek verleend op het bedrijfsgebouw en tevens de inventaris stil
verpand aan de bank. De waarde van het winkelpand is €170.000,-. De waarde
van de inventaris is geschat op €750,-;
- De fiscus heeft een vordering van €21.193,- wegens achterstallige
omzetbelastingen over 2008 en 2009;
- Budgetmeubel heeft een vordering van €1.285,- wegens in december 2009
geleverd meubilair;
- Compureco heeft een vordering van €1.500,- voor de begin januari 2010
verrichte noodzakelijke reparatie van het computersysteem van Paul de
Schering.
- Calop copiers heeft een vordering van €4.000,- wegens onder
eigendomsvoorbehoud geleverde voor de verkoop bestemde printers. Op
Oefententamen DOR-FMR1B.1 Pagina 1 van 10

, Naam………………………………………………………….. Studentnummer……………………………


datum faillissement bevinden de printers zich nog in het magazijn van Paul de
Schering.

Vraag 3(20 punten) 15 punten
Geef van elk van de bovenstaande vorderingen van crediteuren aan of de crediteur zich
kan beroepen op enige vorm van voorrang, of anderszins feitelijk bevoorrechte positie.
- Kwik 1.200 eu voor geleverde pennen en stiften  concurrente schuldeiser art.
3:277 BW.
- Kwik voor 1.500 eu voor faillissementsaanvraag  O.g.v. art. 3:288 sub a BW een
algemeen voorrecht.
- Papier NV 750 eu  concurrente vordering art. 3:277 BW. Voor het gedeelte dat
nog niet is verkocht kan hij het recht van reclame uitoefenen art. 7:39 BW (2
punten)
- BNA Bank voor de lening van 175.000 eu  De bank is een preferente schuldeiser
o.g.v. art. 3:278 lid 1 BW. De bank is separatist art. 57 Fw. Zij kan doen alsof er
geen faillissement is. Op het winkelpand heeft de bank recht van parate executie
o.g.v. art. 3:268 BW. Op de inventaris waarop een stil pandrecht rust heeft de
bank het recht op parate executie o.g.v. art. 3:248 BW.
- Fiscus met 21.193 eu  De fiscus heeft een algemeen voorrecht o.g.v. art. 21 IW.
De fiscus heeft een bodemvoorrecht art. 21 lid 2 jo. 22 lid 3 IW op de opbrengst
van de stil verpande inventaris ( 2 punten)
- Budgetmeubel 1.285 eu  concurrente vordering art. 3:277 BW
- Compureco 1.500  Zij hebben een bijzonder voorrecht o.g.v. art. 3:284 BW. Een
vordering tot voldoening van kosten, tot behoud van een goed gemaakt, is
namelijk bevoorrecht op het goed dat aldus is behouden. De reparatie van het
computersysteem was noodzakelijk. Hij is bevoorrecht op het computersysteem.
- Calop copiers 4.000 eu  Zij is een feitelijke preferente crediteur. Op de printers
zit een eigendomsvoorbehoud art. 3:92 BW. De printers zijn wel al geleverd, maar
er is nog niet betaald door Paul. Door het eigendomsvoorbehoud is Calop copiers
nog steeds eigenaar van de printers. Zij kunnen de printers revindiceren o.g.v. art.
5:2 BW. Concurret crediteur art. 3:277 BW (1 punt)

Vervolg casus
De BNA Bank wil voorlopig haar recht van parate executie niet uitoefenen; door de
plannen van het nieuwe kabinet verwacht de bank dat de vastgoedprijzen zich weer zullen
herstellen en door nog een aantal maanden te wachten hoopt zij haar volledige vordering
uit hoofde van haar hypothecaire lening voldaan te krijgen. De curator wil echter het
faillissement zo snel mogelijk afsluiten en wil dat de BNA Bank het winkelpand gaat
verkopen.

Vraag 4(5 punten) 5 punten
Heeft de curator één of meer mogelijkheden om de BNA Bank te bewegen tot executie van
het winkelpand?
De curator kan de pand- of hypotheekhouder een redelijke termijn stellen om tot
uitoefening van parate executie over te gaan art. 58 lid 1 Fw. Heeft de bank dit niet gedaan,
dan kan de curator de goederen opeisen en met toepassing van de artikelen 101 en 176
verkopen.


Oefententamen DOR-FMR1B.1 Pagina 2 van 10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorschaminee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added