Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Master Accountancy
Externe verslaggeving
All documents for this subject (19)
Seller
Follow
kimberleyvanmaurik
Content preview
Externe verslaggeving
College 1 – 29 januari
Het is een truc
Niet te veel bestuderen, gelijk antwoord kunnen geven
Niet zeggen ik denk of volgens mijn tijdens je mondeling!
Vraag gesteld tijdens mondeling, gemotiveerd aangeven hoe casus opgelost dient te worden.
(MOTIVEREN!)
Eerst algemene lijn zeggen (vb. goodwill met activeringsvereisten) en dan pas to the point naar je
antwoord beredeneren
1e vraag waar wil jij het over hebben (onderwerp bepalen waarover 10 min wordt gepraat). Dit
kunnen oefenen met Cor.
Samenvatting bestuderen van handboek EY bij elk hoofdstuk.
Sheets is samenvatting stof en kunnen dromen + begrijpen (vlot praten op je mondeling)
Financiële instrumenten, FVA (deelnemingen, consolidatie enzovoorts) en pensioenen/lease krijg je
zeker weten!!
12 onderwerpen, 10 van groot belang
Stramien = raamwerk waarop regelgeving is gebaseerd
RJ = principle based
IFRS
Titel 9 is belangrijk = de wet
IFRS -> economische levensduur goodwill kan niet worden bepaald en daarom wordt er niet op
goodwill afgeschreven in tegenstelling tot RJ
Je hoeft niet alle artikelen te weten, maar 362 artikel is wel belangrijk
Art2:362 = kapstok artikel!
Lid 1 – Jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar
worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over het
vermogen en resultaat (en in de solvabiliteit en liquiditeit)
EV heeft 2 doelstellingen
1. Doelstelling inzicht geven financiële positie = heb jij beeld bij jrk hoe de organisatie er
financieel voorstaat
2. Verantwoording afgeven aan het bestuur
Lid 4 derogatiebeginsel Als het voor het inzicht vereist is moet je afwijken wet en regelgeving als
dit wezenlijk zorgt voor beter inzicht (reden afwijking en invloed op vermogen en resultaat moet
uiteengezet worden in toelichting)
Wezenlijk = zeker dat gebruiker andere beslissing zou hebben genomen als fout er niet in zat
Materieel = kan de beslissing van gebruiker beïnvloeden, maar hoeft niet
,Kwaliteitscriteria
- Betrouwbaar = vrij is van wezenlijke fouten (=fout in jrk waar gebruiker een andere beslissing
door neemt)
- Relevantie = als dit de economische beslissingen van gebruikers beïnvloed
- Begrijpelijkheid = begrijpelijk zijn voor verstandelijke leek
- Vergelijkbaarheid = binnen de jrk, in tijd en binnen branche (3 punten)
Spanningsveld betrouwbaar en relevantie = liefst jrk 1 min over 12, meest relevant maar
onbetrouwbaar. Meest betrouwbaar is over 10 jaar jrk maken ivm schattingsposten. Wat is nu beste
moment opstellen jrk ivm betrouwbaar en relevantie
Grondbeginselen
- Toerekeningsbeginsel = Transacties toerekenen aan de periode waarop deze betrekking
heeft belangrijk matchingprincipe en realisatiebeginsel
- Continuïteitsbeginsel = Waardering op basis van veronderstelling dat onderneming > 1 jaar
bestaat (moment opstellen jrk)
Principes
- Matchingprincipe = de kosten matchen aan opbrengsten
- Realisatieprincipe = opbrengsten nemen zodra deze gerealiseerd zijn
- Voorzichtigheidsprincipe = verliezen nemen zodra ze worden voorzien
- Substance over form = economische realiteit prevaleert (=voorkeur) voor juridische vorm
(juridisch = operational, vanuit realiteit blijkt finance dan onder balans zetten)
- Stelselmatigheid = gelijke waarderingsgrondslagen binnen de jaarrekening en gedurende
meerdere jaren
Verlies heeft te maken met matchingprincipe, kosten waar je geen opbrengsten meer aan kunt
matchen is verlies.
Bijvoorbeeld voorraden gekocht maar door corona niet meer kunnen verkopen, dus geen matching
meer en dan is er sprake van verlies.
Elementen jaarrekening
- Activa
- Eigen vermogen
- Vreemd vermogen
- Baten
- Lasten
Activa - activeringscriteria
- Economische beschikkingsmacht
- Toekomstige economische voordelen
- Ontstaan uit verleden
- Betrouwbaar vast te stellen
Vreemd vermogen – waar moet een verplichting aan voldoen
- Feitelijke of in rechte afdwingbare verplichting
- Uitstroom van middelen
- Gebeurtenis uit het verleden
- Betrouwbaar vast te stellen
Baten
- Vermeerdering van economisch potentieel
,Lasten
- Vermindering van economisch potentieel
Schuld = omvang en moment afwikkelen zeker
Voorziening = omvang en moment afwikkelen onzeker
- Feitelijke of afdwingbare verplichting
- Ontstaan uit verleden
- Omvang betrouwbaar vast te stellen
- Omvang en moment afwikkelen is onzeker
Eigen vermogen (saldo activa minus vreemd vermogen) = leidt niet tot verplichte uitstroom van
middelen. (dividenduitkering is keuze)
Vreemd vermogen = leidt wel tot verplichte uitstroom van middelen
Preferent aandeel = bepaalde uitkering krijg je op voorrang van andere aandeelhouders, moet er wel
winst zijn
Cum preferente aandelen = Onderneming onthoudt dat je in jaar 1/2 bv geen dividend hebt
gekregen door verlies, krijg je in jaar 3 alsnog dividend uitgekeerd over andere jaren als er voldoende
winst is behaald.
RJ = keuze eigen vermogen of vreemd vermogen
IFRS = vreemd vermogen, want verplichte uitstroom van middelen
Vragen EV
1. Hoe ga je iets verwerken (balans/w en v/off balance)
2. Hoe ga je het waarderen (kostprijs, reële waarde enzovoorts)
3. Hoe moet je iets toelichten (beperkt van belang in mondeling, Cor geeft aan waarbij het wel
van belang is)
Waarderingsgrondslagen
- Historische kostprijs = Opgeofferde waarde op tijdstip verwerving
- Marktwaarde/fair value/reële waarde = Prijs die tot stand komt tussen twee of meer goed
geïnformeerde partijen die onafhankelijk van elkaar zijn en bereid zijn tot handelen
o Bepalen reële waarde
3 fasen om reële waarde te bepalen als er niet gehandeld wordt tussen
partijen (als je bij 1 prijs niet weet dan verder naar 2)
1. Marktnoteringen (bv goud, olie en aandelen)
2. Prijzen van vergelijkbare producten die recent verhandeld zijn
(huizen)
3. Waarderingsmodellen (Opties - black en sholes model)
(ondernemingen) (DCF – discount cash flow netto kasstromen
contant maken tegen WACC)
- Actuele kostprijs = zelfde goed (zelfde model etc.) op dit moment op inkoopmarkt minus de
cumulatieve afschrijving. Feitelijk extra afschrijving (waarde verminderd)
Hoogste van onderste 2 is realiseerbare waarde
- Bedrijfswaarde/indirecte opbrengstwaarde = Contante waarde van de toekomstige netto
kasstromen bij voortzetting activiteiten
- Directe opbrengstwaarde = Marktprijs minus verkoopkosten
, Bij impairment hoogste van bedrijfswaarde (indirecte opbrengstwaarde) en de directe
opbrengstwaarde en vergelijking met boekwaarde.
Earnings management = resultaten beïnlvoeden, kan je toepassen door accruals toe te passen. Wel
binnen de regels doen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimberleyvanmaurik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.27. You're not tied to anything after your purchase.