100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen neurobio $6.96   Add to cart

Class notes

College aantekeningen neurobio

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van alle colleges

Preview 4 out of 58  pages

  • July 26, 2024
  • 58
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Peter bos
  • All classes
avatar-seller
College 1 : introductie en basis
Andere manier van kijken naar gedrag : ADHD is een hersenziekte (biologie). Ook
politiek mengt zich in pedagogiek; als er iets in de hersenen gebeurt vinden we het
erger/belangrijker.
Soorten gedragsproblemen hebben te maken met wat er zich in het brein afspeelt.
Gedrag moet je bestuderen in het écht, in de context (dat is biologie).
Niko Tinbergen (bioloog)
in zijn tijd werd gekeken naar behaviorisme. Tinbergen vond dat je moest kijken naar
gedrag in de context. Hij stelde vier vragen om gedrag écht te kunnen begrijpen en
de oorsprong/oorzaak ervan te kunnen vinden:
1. Mechanismen: hoe komt het gedrag ten uiting? (hersenen)
2. Ontwikkeling: deed je dat altijd al? Is het ontstaan in de ontwikkeling?
3. Functie: hoe beïnvloedt het gedrag de kans op overleving en reproductie?
4. Evolutie: hoe is dit gedrag ontstaan door de evolutie?
3&4 zijn evolutionaire vragen

Model van Bronfenbrenner: ecologisch systeem.
> alle omgevingsfactoren gaan via het brein de mens in.
> chronosysteem : is er in de ontwikkeling iets bijzonders gebeurd? Zie tabel:




H1 : introductie
Al het sociale gedrag is enigszins van belang voor pedagogiek. Zowel psychologie,
biologie als pedagogiek lopen steeds meer in elkaar over.
Hoe specifiek zijn verschillende stukken van het brein? Is het een groot algemeen
ding dat alles doet, of is er modulariteit/domein specifiteit?
Modulariteit
= bepaalde delen van het brein zijn meer geschikt voor het verwerken van specifieke
informatie. Is aangeboren: er ligt al vast welke functies waar liggen en waarvoor
werken.
> bv modulen voor het herkennen van gezichten, dat deel v.h. brein kan dan niks
anders dan dat
> bv visuele systeem (in oxipitaal cortex), taal (in bernices gebied), in god geloven
(in temporaal cortex) maar zijn daar echt allemaal gebieden voor?
= frenologie = alle eigenschappen/gedragingen van mensen hebben een eigen
stukje in het brein (werd vroeger gedacht).
Domein specifiteit
=^

,Modellen over de werking v.d. hersenen:
A) modulair
B) gespecialiseerde gebieden die samen werken
C) niet-gespecialiseerde gebieden die samen werken
Reductionisme = het vervangen van een verklaring voor een simpelere verklaring.
Je kunt gedrag verklaren o.b.v. psychologische of biologische termen.
> Sanchez: liefde is gewoon maar chemicaliën
> ADHD is gewoon hersenziekte: maar gedrag dan? Te reductionistisch
Interacterende niveaus van verklaringen = verklaringen interacteren ook weer met
elkaar.
> je kunt biologisch en maatschappelijk kijken naar agressie; een biologisch systeem
functioneert anders in een andere sociale context.
> genen komen op andere manier tot expressie, afhankelijk van het gezin waarin je
opgroeit.
> welk deel van gedrag door genen wordt verklaard, is helemaal afhankelijk van de
context waarin je leeft (gewicht door genen, maar weinig eten is bepalender)

H2 : Basics zenuwstelsel
Zenuwstelsel
bloed-brein-barrière (membraan) = tussen de twee zenuwstelsels; beschermt het
CZS. Houdt alles wat buiten het CZS zit buiten, en houdt binnen wat erin zit.
Sommige stoffen kunnen wel door van het bloed het brein in, sommige kunnen niet
van het bloed naar het brein.




plaatje kennen




Centrale zenuwstelsel (CZS) = hersenen + ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel =
- autonome zenuwstelsel (= wat er vanzelf gebeurt; hoef je niet over na te denken ;
ademen, hart, spijsvertering)
- somatische zenuwstelsel (= alles wat je zelf aanstuurt; zelf onder controle ; lopen,
pakken etc)
> autonome zenuwstelsel (stress systeem)
parasympatische zenuwstelsel = verantwoordelijk voor het tot rust brengen v.h.
lichaam

, sympathische zenuwstelsel = verantwoordelijk voor actie in het lichaam ; sprintje
trekken
de een is niet altijd de rem van de ander; in veel gedrag moet er een goede
afstemming zijn tussen de twee systemen.




Zenuwcel
= voor de overdracht van elektrische signalen.
Soma = cellichaam, met uitlopers (dendrieten).
Door de axon (langste uitloper) gaat het signaal naar de volgende cel : hoe meer vet
(myelinen) om de axon, hoe sneller de prikkels door de axon heen kunnen.
De axon komt uit in de synapsen, die een volgende zenuwcel kunnen activeren.
Neurotransmitters komen uit dendrieten (dopamine, serotonine, ..), waar de
volgende zenuwcel op reageert. Als die genoeg receptoren heeft voor bv serotonine
(serotonine transmitter), dan is er een ontlading in de cel en gaat het signaal door
naar de volgende.
= actiepotentiaal. Cellen zijn negatief geladen als er niks gebeurt. Elke keer als er
neurotransmitters komen, wordt de negatieve lading iets positiever. Als de cel op de
waarde van -55 komt, dan geeft de cel het actiepotentiaal door naar de volgende
zenuwcel (duurt 3 milisec). Na het actiepotentiaal is er een tijdelijke verlaging van de
lading (-70). Dan trekt de zenuwcel weer bij en kan hij een volgend signaal gaan
doorgeven.
Axon is langer dan dendriet.
In je darmen zitten de meeste zenuwcellen; darmen zijn je external brain.

, Het brein:




Hersenen bestaan uit grijze- en witte stof.
De grijze stof = cellichamen: liggen in de cortex.
De witte stof = uitlopers: axonen. Daaromheen zit vet (myelinen).
Grootste deel wat in je hoofd zit, zijn geen zenuwcellen. In je lichaam zitten cellen ter
ondersteuning (= Glia), dat zijn er meer dan het aantal zenuwcellen. De Schwann
cellen zorgen voor myeline vet.
Glia cellen zorgen ook voor informatie overdracht.


Hoe kan je brein zo groot mogelijk zijn in een zo klein mogelijk hoofd : brein op ene
bepaalde manier ‘opvouwen’. De cortex bestaat uit sulcus (vouwen) en gyrus
(bulten). Je kan minder goed bij de gyrus dan bij de sulcus (?).




Aan de buitenkant v.d. cortex liggen de cellichamen, de axonen gaan naar binnen (de
hersenen in).


Vanuit de evolutie is er een verdeling van het
brein; het ene borduurt voor op het ander. Vanaf
het groene deel is het belangrijk.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jannaberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67447 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart