100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Arbeidsmarkt- en Marktbemiddeling $5.30
Add to cart

Summary

Samenvatting Arbeidsmarkt- en Marktbemiddeling

1 review
 69 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het vak Arbeidsmarktbemiddeling op basis van de lessen en het boek Arbeid, bedrijf en maatschappij van A. L. Mok. Geschreven vanuit de opleiding Human Resource Management jaar 1

Preview 4 out of 43  pages

  • No
  • H1-8, 10.7, 11-13 en artikelen
  • October 1, 2019
  • 43
  • 2016/2017
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: juultje-hier • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting arbeidsmarkt
Hoofdstuk 1
Na de crisis in 2007 zijn massaontslagen, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid flink
gegroeid.
Voor de crisis stond met name individuele prestatievermogen centraal maar al snel dat
er voor velen geen passend werk beschikbaar meer was. De vraag naar arbeid werd
groter dan het aanbod van arbeid.

Het sociale vangnet bood voor velen een uitkomst.
Sociale vangnet= bij werkloosheid, ouderdom en arbeidsongeschikten worden
uitkeringen aangeboden.

De werkenden boden de zekerheid om een bijdrage te leveren aan die sociale cohesie.
Sociale cohesie = samenhang/relaties tussen mensen.

Na de crisis zijn een aantal zaken verandert. Zo blijkt flexibiliteit de vorm te krijgen en
vaste contracten worden steeds minder uitgegeven. Voorbeelden hiervan zijn
flexcontracten en nul-urencontracten. Uit onderzoek blijkt dat de meerderheid helemaal
niet tevreden is met deze flexibilisering. Nederlanders vinden de bedrijfsbinding
namelijk het belangrijkst en werken daarom het liefst vaak zo’n 10 jaar bij dezelfde
werkgever.

Beroepsbevolking = alle personen van 15 t/m 64 jaar (inclusief werklozen)

Bij totale arbeidsparticipatie betekent dat, dat ieder lid van de bevolking (tussen 15 en
64 jaar) een baan heeft. Dit is onbereikbaar maar de participatiegraad voor 2020 ligt op
75% voor de hele EU. In Nederland ligt de lat bij 80%.
Er zijn namelijk studenten of mensen die om wat voor een reden dan ook niet kunnen
werken. Dit kan zowel vrijwillig als onvrijwillig zijn.

Het nieuwe werken doet zijn intrede.
Het nieuwe werken = manier van werken waarbij je niet aan bepaalde werplekken en
werktijden gebonden bent. De medewerker krijgt zelf die ruimte en vrijheid. Werken op
afstand, flexibiliteit en hybride werkomgeving staan centraal.
Voordelen:
 Automobiliteit
 Zelf kiezen hoe en wanneer mensen willen werken

Nadelen:
 Weinig werken in teamverband, verminderde solidariteit
 Minder regelmaat
 Flexplek  geen vaste werkplek
 Leidinggevende heeft wel vaste werkplek  relatieve diprivatie

,Interne flexibiliteit = veranderende arbeidscontracten en deeltijdarbeid bevorderen de
flexibele arbeidsorganisatie.

Door demografische ontwikkelingen is er sprake van een ontgroening en vergrijzing.
Ontgroening= er zijn steeds minder jongeren die zich aandienen op de arbeidsmarkt
Vergrijzing = een toename van het aandeel ouderen in de bevolking. Ook omdat de
gemiddelde levensverwachting steeds hoger wordt.

Om iedereen te kunnen onderhouden zouden er drastische maatregelingen getroffen
moeten worden.

De financiële crisis wordt ook wel schuldencrisis genoemd en kent meerdere gevolgen:
 Ontslaggolf
 (Verborgen) werkloosheid = mensen die het solliciteren opgeven en niet in de
statistieken verschijnen.
 Decentralisatie

Decentralisatie = er worden verschillende aanpassingen gedaan om
begrotingstekorten op te vangen. Onder andere door:
 Participatiewet = ook mensen met een arbeidsbeperking moeten aan het werk.
 Wet maatschappelijke ondersteuning= minder geld naar gemeentes,
particulieren moeten zelf betalen
 Sociale werkvoorziening =sociale werkplekken verdwijnen. Gehandicapten
moeten bij normale bedrijven gaan werken
 Quotumwet = een bepaalde hoeveelheid arbeidsgehandicapten aannemen met
fikse boetes bij overtreding.

Bonuscultuur= enorme sommen geld worden betaald aan bestuurders van instellingen,
zowel bij de overheid als in het particuliere bedrijfsleven, waarvoor geen duidelijke
prestaties worden geleverd.
Van topfunctionarissen wordt afscheid genomen met een gouden handdruk van
miljoenen euro’s waar de lagere functies slechts een schijntje mee krijgt.

Later werd dit aangepast volgens de Balkenende norm = overheidssalarissen zijn niet
meer hoger dan het salaris van een minister.

Door de crisis ontstond er een verandering in de arbeidscultuur  een cultuur lag.
Werkloosheid steeg enorm en de welvaart daalde.

Discriminatie op de arbeidsmarkt is streng verboden maar statische discriminatie is
wijd verbreed.
Statische discriminatie = het beeld dat men heeft van toegeschreven eigenschappen,
zoals veronderstelde productiviteit.

Omdat er steeds meer angst kwam om banen te verliezen en doordat de werkloosheid
bleef stijgen bleven veel mensen bij dezelfde baan en veranderden minder snel. De
baanmobiliteit daalde dus.

,Maatregelen van de overheid om de crisis te bezweren:
 Pensioenleeftijd omhoog
 Ouderenzorg moet door meer mantelzorgers gedaan worden
 Flexibele arbeidscontracten

Aan het eind van de twintigste eeuw doen ZZP’ers hun intrede = zelfstandige zonder
personeel, mensen die voor zichzelf beginnen. Er komen steeds meer zelfstandigen,
vooral degenen die al langer zonder werk zitten behoren tot het precariaat van de
arbeidsmarkt.

Precariaat = kwetsbaar deel van de arbeidsmarkt. Zoals zzp’ers, uitzendkrachten en
flexwerkers.

Kansongelijkheid = kansen op de arbeidsmarkt en op een vast contract, op basis van
sekse, leeftijd etc.

Drie gevolgen van geschetste ontwikkelingen voor de arbeidsmarkt:
 Beperking van de keuzemogelijkheden op de arbeidsmarkt en in het
beroepsonderwijs
 Verzwakking van de onderhandelingspositie van aanbieders en vragers
 Toenemend ingrijpen van de overheid via wet- en regelgeving op het gebied van
arbeid

Als gevolg van de crisis zijn er maatregelen genomen die als doel hebben dat er meer
tijdelijke en oproepkrachten zijn ipv vaste krachten. Flexcontracten worden
gestimuleerd en om zo de contractanten een betere bescherming te bieden.

Ook ter bescherming is er dat als de werknemer ten minste 2 jaar in dienst is geweest,
de werknemer recht heeft op een ontslagvergoeding = transitievergoeding

Selffulfilling prophecy= aannames die onjuist zijn maar die juist worden omdat mensen er
naar gaan handelen. Bijvoorbeeld een gerucht dat een bank failliet gaat en dat doordat
gerucht de bank ook daadwerkelijk failliet gaat.

Lerende economie = mensen moeten hun kennis en vaardigheden blijven ontwikkelen
om de grote veranderingen op de arbeidsmarkt aan te kunnen.

Door de maatregelen is er steeds meer flexibilisering en blijven mensen niet lang meer
bij dezelfde organisatie. Mensen gaan van baan naar baan  job hopping

Overheidsmaatregelen met een activerend karakter, geheel in de geest van
participatiegedachte:
 Werkloosheidswet is gemoderniseerd. Werkloosheidsuitkeringen dalen is een
voorbeeld
 Nieuwe ontslagrecht, alleen via de kantonrechter. En bij uitzonderingen nog via
het UWV.

, Hoofdstuk 2
Ora et labora: bid en werk

Dolce far niente: het zalige nietsdoen (rentenieren?!)

Karoshi: dood door overwerk.

Arbeidswaardeleer van Adam Smith is de leer die arbeid beschouwt als de voornaamste
bron van waarde in het economisch leven.

Ruilwaarde = de prijs van arbeid, meestal uitgedrukt in geld.
Adam Smith doelde echter echt op de gebruikswaarde = het nut dat van arbeid door
degene die hem verricht en/ of voor wie hij wordt verricht.

De drie opbrengsten van arbeid voor het individu en maatschappij zijn:
 Materiele opbrengst: geld + beloningen
 Psychische opbrengst: geestelijk en emotionele bevrediging
 Sociale opbrengst: Contacten etc.

Definitie van arbeid (MOK) is dus het verrichten van taken die nut hebben voor de
mensen die ze uitvoeren, voor hun naaste omgeving en voor de maatschappij als geheel.

Nut heeft twee kanten:
 Subjectief: de opbrengst van de arbeid voor het gevoel van degene die hem
verricht.
 Objectief: het meetbare resultaat, de beloning in geld.

Mantelzorg = het verrichten van zorgtaken door verwanten of vrienden binnen de
familie- of vriendenkring. Kan zowel onbetaald als betaald maar meestal niet met geld.

Thuiszorg= het uitvoeren van zorgtaken door beroepskrachten en vindt dus altijd plaats
tegen betaling.

Kinderwetje van Van Houten= 1874, de eerste wet en beoogde kinderarbeid te
beperken. Niet altijd met het gewenste resultaat.

Wet aanpassing arbeidsduur (nu wet flexibel werken) = het recht om in deeltijd te
werken bij de rechter is afdwingbaar, tenzij de werkgever zwaarwegende belangen kan
inroepen tegen vermindering van het aantal gewerkte uren.

Dat de arbeidsparticipatie van vrouwen in de afgelopen jaren aanzienlijk is toegenomen
is vooral te danken aan het aantal deeltijdwerkenden. In 2014 werkten 75% van de
vrouwen en 20% van de mannen in deeltijd en dat is een record.
Deeltijd werkers werken tussen de 12 en 36 uur per week.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisaLi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.30  6x  sold
  • (1)
Add to cart
Added