dit is een samenvatting van de onderdelen jeugdrecht, vreemdelingrecht en strafrecht. dit vak krijg je in de tweede bachelor sociaal werk en wordt gegeven door meerdere docenten.
,1. Inleiding
1.1. Wat is recht
Objectief recht = is het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving,
rechtspraak en gewoonten.
Subjectief recht = het bestaan van een welbepaalde juridische verplichting die een objectieve
rechtsregel rechtstreeks aan een andere persoon oplegt en bij de uitvoering waarvan eiser een
persoonlijk belang heeft.
Als hulpverlener kom je vaak in aanraking met recht. Beroepsgeheim mag opzij gezet worden
Jongeren en rozenstruiken = wijnboeren in frankrijk planten kwetsbare planten ( rozenstruiken) in
hun plantages omdat ze zo kwetsbaar zijn kan de boer zien dat de ondergrond niet goed is
wanneer de rozenstruiken niet goed bloeien je merkt eerst aan de jongeren wanneer het met
de maatschappij niet goed gaat. De jongeren zijn een indicatie voor de slechte werking van de
maatschappij.
1.2. bindingstheorie van Hirschi
Hij draaide de stelling eens om:
Wat als we proberen uit te leggen waarom bepaalde jongeren geen deviant, normoverschrijdend
gedrag criminaliteit plegen ?
Niet wat zet er ons toe aan maar wat weerhoudt ons ervan.
age crime curve= een as waarop je kan zien vanaf welke leeftijden jongeren feiten beginnen te
plegen (vanaf de puberteit [10-11] begint de curve omhoog te gaan en de pre adolescentie nadien
verminderd deze curve terug)
Volgens Hirschi ervaren we met z’n allen nu en dan een bepaalde druk om normen te doorbreken,
maar we worden er al dan niet van weerhouden eraan toe te geven door de binding die we
hebben met de samenleving. wat ons weerhoudt tot het plegen van deviant gedrag
metafoor van het touw om die binding = als je het touw ontrafelt heb je 4 strengen dit is je
binding met de samenleving, hoe sterker de 4 strengen hoe beter je vasthangt hoe minder snel je
zal overgaan in deviantie. Als de 4 strengen dun en rafelig zijn of zelfs helemaal niet bestaan dan
zal je snel vallen in deviantie.
1.2.1. De 4 strengen
1. Attachment = de band met, voor de jongeren, een significant persoon
= Je internaliseert waarden en normen van de mensen in je omgeving die je belangrijk vindt.
Hoe hechter de banden met die sleutelfiguren, hoe vlugger je die W & N zult overnemen en
omgekeerd.
ze zijn belangrijk voor de personen waar je naar opkijkt en die je respecteert en waardeert.
Daarom neem je ze over en zijn ze voor jou ook belangrijk.
als men onverschillig is t.a.v. de wensen en verwachtingen van de leden van een slv. Dan zal
men ze vlugger overtreden
, 2. Commitment = inzet in sociaal aanvaarde subsystemen
= De rationele component, op basis van gezond verstand zal de jongere de kosten en de baten
van deviant gedrag afwegen. Hoe meer (hechter) men ingeschakeld is in conventionele sociale
subsystemen (school, werk, sportclub, jeugdbeweging, …) hoe meer erkenning, waardering en
respect de jongere kan verliezen wanneer hij/zij zich overgeeft aan deviant gedrag
Vb. Een jeugdbeweging, je bent daar iemand je bent daar belangrijk je wordt daar verwacht je
krijgt daar erkenning voor en waardering —> zorgt voor een binding met de samenleving
3. Involvement = actief functioneren in die maatschappelijk aanvaarde subsystemen
= De praktische component. Hoe actiever men is in allerlei organisaties hoe minder
gelegenheid (tijd en energie) er overblijft om zich in te laten met deviant gedrag. ( vb. zomaar
naar school gaan actieve houding op school, Papieren lid actief lid)
Time ristrictions = als een jongere van 15 om 8 uur op school moet zijn tot 16 u en dan nog
huiswerk heeft en een paar hobby’s en in het weekend nog een vakantiejob = je tijd zit vast er
is geen tijd om deviant gedrag te gaan plegen… Als je hele dagen niets te doen hebt dan is het
veel makkelijker om hier in te vallen.
4. Beliefs = geloof in morele waarde van de normen en waarden van een samenleving
en dus ook in staat zijn ze makkelijk te aanvaarden en internaliseren
Ervan uitgaande dat het normen en waarden systeem van een samenleving door iedereen
gedeeld wordt, de ondersteuning ervan is variabel. Hoe minder iemand vindt dat hij de normen
moet gehoorzamen, hoe meer hij/zij geneigd zal zijn ze te overtreden en omgekeerd.
Vb. Het feit dat holebi koppels
getolereerd worden, het feit
dat de vrouw carrière kan
maken en de man huisvader
kan zijn. Het feit dat je hier
mee akkoord bent en dit goed
vindt en dus gelooft en
aanvaard zal je minder in
deviantie vervallen en is je
binding met de samenleving
enorm sterk
POS= problematische opvoedings
situatie = bestaat niet meer !! Nu
VOS
VOS = verontrustende opvoedings
situatie, wanneer er hier van sprake
is moeten we dit behandelen moeten
we ingrijpen zodat een VOS geen
MOS wordt MOS = misdaad
omschreven feit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sitta. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.