Hoorcollege 1: Introductie
Traditionele economen: consumenten zijn rationeel en wegen de kosten en baten af (=ideaalbeeld).
Realiteit: vaker zijn consumenten irrationeel dan rationeel.
Maar misschien is dit rationele ideaalbeeld geen goed model om de mens te verklaren. Dit is ook een
probleem waar veel naar wordt gekeken in de robotics. De mens handelt niet volledig rationeel, dus
een robot zou dit ook niet moeten doen. Maar hoe kun je in kaart brengen hoe mensen echt
beslissingen maken?
Wat is economie?
Economie gaat om waarden, niet per se om geld. Lionell Robbins, 1935: “Economics is a science
which studies human behavior as a relationship between ends and scarce means which gave
alternative uses.” OF “Economics is the social science that examines how people choose to use
limited or scare resources in attempting to satisfy their unlimited wants”.
Mensen hebben een drang om hun wensen te vervullen, maar dit gaat niet makkelijk omdat de
middelen die ze nodig hebben om dit voor elkaar te krijgen gelimiteerd zijn. Dit is economie. Als
iedereen de mogelijkheid had tot alle middelen, en geld dus niets waard is ontstaat er inflatie. Er
moet een balans zijn tussen een groep die iets willen hebben en een groep die dit heeft
(kapitalisme).
Economie is de sociale studie naar hoe mensen kiezen om met gelimiteerde middelen hun
ongelimiteerde wensen te bevredigen. Het doel is hierbij om je toekomstige zelf gelukkiger te maken.
De economie draait dus om aannames (waarbij meer altijd beter is) waar je het wel of niet mee eens
kunt zijn.
Waar gaat het om?
- Verlangens: mensen zijn altijd bezig met het bereiken van hun verlangens.
- Keuzes
- Waarde
- Maximaliseren: mensen zijn altijd bezig met hun geluk te maximaliseren, altijd meer willen
volgens het kapitalistische, economische model. Dit is niet per se waar, als je houdt van
appels hoef je niet tonnen appels te hebben.
Economie is een modelmatige studie, het probeert gedrag te voorspellen met behulp van vaste
regels. Het is dus een normatief vakgebied. Waarom willen ze dit? De meesten om geld te verdienen.
Economen observeren gedrag en kijken vanuit daar of de regel (model) geldt. Bij cognitieve
onderzoekers gaat dit anders, eerst observeren gedrag, dan vormen theorie, dan kijken of het kan
voorspellen en eventueel aanpassen.
Waarom psycho/neuroeconomie?
Het is een goed idee om de economie te combineren met neurowetenschappen, omdat de
normatieve aanpak van de economie totaal faalt bij het voorspellen van gedrag. Dit komt omdat
mensen niet rationeel zijn, mensen kiezen niet zoals ze dat zouden moeten doen. Je hebt dus niets
aan normatieve beslismodellen. Mensen zijn daarentegen vaak irrationeel, dit valt wel te
voorspellen, er zijn een aantal rare regels waar mensen zich aan schijnen te houden. Veel van deze
keuzes zijn onbewuste keuzes die je elke dag maakt, affectieve beslissingen. Dit zijn uiteindelijk
allemaal economische beslissingen die gaan over risico’s en waardes (bijv: pak ik de auto of de
trein?). Scheve beslissingen kunnen enorme consequenties hebben, zoals verslaving en extremisme.
Daarom is het neuro-economie ook heel relevant voor de overheid. Misschien kan kennis over de
,hersenen modellen helpen te verbeteren. In ieder geval kan zo’n aanpak modellen meer validiteit
geven (want gefundeerd in de biologie).
Nudge (Taler): duwtje in een bepaalde richting (een manipulatie om een bepaald soort keuze te
maken, zonder dat je dit bewust doet maar de sensatie is wel bewust, je denkt zelf echt een keuze te
maken). Dit is van grote invloed op keuzes maken in het dagelijks leven. Denk aan de supermarkt,
hier maak je continu keuzes zonder echt na te denken. Je denkt zelf keuzes te maken maar eigenlijk
wordt je genudged (bijv. door de indeling van de winkel, gelijk versgebakken brood ruiken →
hierdoor honger krijgen en veel kopen). Het doel is om mensen in een irrationele staat te krijgen
zodat ze beïnvloedbaar zijn voor die nudges, ook wanneer mensen beslis moe zijn (ego depletie). Die
ego depletie bereiken supermarkten door aan het begin gelijk veel groenten en fruit aan te bieden,
dit biedt veel keuze en mensen raken moe.
Economie verschilt van cognitieve wetenschappen in: uitgangspunten, aanpak en doelen. Een
voorbeeld hiervan is: stel je hebt een man en een vrouw, ze hebben allebei een relatie. Maar ze zijn
aangetrokken tot elkaar, weten dat ze spijt krijgen als ze met elkaar vreemdgaan maar doen dit toch.
En inderdaad achteraf hebben ze spijt. Waarom hebben ze het gedaan?
Het doel is om geobserveerde keuzes te verklaren. Deze verklaring moet zo
spaarzaam mogelijk zijn. Occam’s Razor (14e eeuw): “All things being equal,
the simplest solution tends to be the best one”. Gegeven dat alle andere
dingen gelijk zijn is de simpelste oplossing het beste, je wilt dus
complexiteit elimineren. In de plot hiernaast heb je dus 3 verschillende
modellen: A, B, C. In dit geval is C het beste, maar te ingewikkeld (te veel
parameters nodig), vandaar dat B als model wordt gekozen in dit geval.
Econoom perspectief; voorbeeld vreemdgaan
Dus, wanneer de econoom moet verklaren waarom de man en vrouw vreemd zijn gedaan moet de
keuzeruimte bepaald worden. De keuzeruimte is: of ik ga vreemd of ik ga niet vreemd.
1) Snel seksueel genot met een kleine kans om ontdekt te worden met beëindiging van de
relatie ten gevolg.
2) Geen snel seksueel genot met GEEN kans om ontdekt te worden met beëindiging van de
relatie ten gevolg.
Hierbij worden een aantal aannames gedaan, de man en de vrouw hebben een goed beeld van:
- Het plezier dat ze gaan beleven
- Het risico dat ze lopen op het eindigen van hun relatie
‘Unobservables’, zoals gevoelens van spijt en schuld, spelen geen rol in je verklaringen (deze kunnen
we niet meten). Economen werken met observeerbaar keuzegedrag, niet met vragenlijsten.
Achteraf rapporteren de man en vrouw spijt te hebben en dat het een vergissing was, is de econoom
het hier mee eens? Nee, want als ze die voorkeur niet hadden, dan hadden ze het niet gedaan.
Alleen als ze het gedrag de volgende keer niet herhalen, dan kan worden geaccepteerd dat het de
eerste keer een vergissing was. Als ze het dan nog eens doen en weer zeggen dat het een vergissing
was, dan is dat maar praat: de variabele is niet nodig om het gedrag te voorspellen.
De modellen die economen hebben zijn mega simpel. Mensen onthullen wat hun voorkeuren zijn
door de keuzes die ze maken (=revealed preference). Deze voorkeuren zijn de parameters die nodig
zijn voor modellen en kunnen gebruikt worden om gedrag te voorspellen. Deze voorkeuren hoeven
geen (biologische) mentale staten te reflecteren. Bijvoorbeeld, als je voor optie A kiest, wanneer je
tussen de opties A en B moet kiezen, zeg je eigenlijk: A > B, of je hebt geen voorkeur en kiest maar
iets.
,Psychologen perspectief; voorbeeld vreemdgaan
Psychologen kijken introspectief, de man en vrouw kiezen tussen mentale staten. Deze mentale
staten zijn:
1) Het plezier op korte termijn
2) Het rotgevoel op de lange termijn
Aannames: keuzes gaan tussen mentale staten en gevoelens (=latente variabelen), niet tussen
observeerbare economische variabelen zoals seks en geld. Een latente trek is een trek (zoals
intelligentie) die je afleidt vanuit een construct (zoals IQ). Mensen proberen doelgericht geluk te
vergaren. Psychologen houden ontzettend van theorie: ze bouwen subjectieve hypothesen over het
diepere waarom van bijv. het vreemdgaan over ultieme verklaringen voor vreemdgaan.
Keuzes in de biologie
Biologen kijken naar het grote ‘ultiem’, ‘waarom’ en het kleine
‘hoe’. Waarom: evolutie. Psychobiologen proberen verschillende
niveaus met elkaar te koppelen, zoals genen, brein, cognitie en
gedrag, dit maakt dingen wel ingewikkeld.
Neuro-economie – voorbeeld 1: ‘Unobservables’
Ze hebben mensen in de scanner gelegd en verteld dat ze
meedoen aan een studie over zonnebrandcrème. Ze lazen in de scanner allemaal statements over
zonnebrandcrème (positieve). Daarna hebben ze een vragenlijst ingevuld over hoe geneigd ze waren
om zonnebrandcrème te gebruiken. Na het onderzoek kregen ze een goodiebag met
zonnebrandcrème, na een aantal weken is ze gevraagd of ze het hadden gebruikt (economische
aanpak, gedrag meten). Hun model leek dit goed te voorspellen, maar het brein deed dit beter. De
mate waarin de precuneus, vmPFC en wat premotor gebieden activeerden kon gebruikt worden om
deze voorspelling te maken. Vooral vmPFC goede voorspeller van gedrag, belangrijk gebied voor
afweging van beslissingen (afwegen voor en tegens).
Samenvatting
- Economie probeert normatieve modellen op te stellen, waarmee menselijk gedrag kan
worden voorspeld.
- Economie probeert zich niet bezig te houden met ‘unobservables’, maar baseert zich op
daadwerkelijk gedrag >> alleen uit keuze van je voorkeur bepalen.
- Een van de aannames van de economie, is dat mensen rationeel zijn
- Mensen zijn niet rationeel en we hebben inmiddels tools om voor de keuze signalen op te
vangen
- Neuro-economie probeert de lange geschiedenis van economie, waarbij uitgegaan wordt van
axioma’s biologisch valide, te maken en voor het eerst aan te vullen met ‘unobservables’,
deze data scherpt ook onze inzichten in sociale processen.
- Deze methodes laten nu al voorspellende kracht zien
Hoorcollege 2
TED-talk Antonio Rangel
- Aandacht beïnvloed keuzes en de waardes van deze keuze opties, hoe langer een product
wordt afgebeeld in het lab hoe eerder mensen dat product willen. De vmPFC is hierbij
betrokken.
- In mensen met slechte diëten reageert de vmPFC alleen op smaak van producten
- De dlPFC in mensen met gezonde diëten zorgt ervoor dat ook de gezonde producten worden
meegewogen
, De mens is niet gemaakt in het maken van keuzes tussen vele dingen, dit is wel vaak nodig in de
huidige maatschappij. Hierdoor is het brein sterk beïnvloedbaar door verschillende biases die deze
keuzes beïnvloeden.
De economie probeert normatieve modellen op te stellen waarmee het gedrag wordt voorspeld, op
een wiskundige manier. Economie houdt zich niet bezig met dingen die je niet kan waarnemen en zij
vinden dat je voorkeur alleen uit keuze kan voorspellen. Ze hangen nog heel erg op theorieën van
‘vaders’ van de economie, ze werken met axioma’s (wetten die altijd gelden). Het vinden van
wetmatigheden in het voorspellen van gedrag is een goed uitgangspunt voor de
neurowetenschappen. Nu heb je tools als EEG, fMRI en single unit metingen waarmee je signalen van
valuatie kan oppikken uit het brein: de valuatie van twee verschillende items kan worden vergeleken
en de beslissing kan worden genomen. De voordelen van neurobiologische invloed in de modellen is
dat de modellen per definitie meer biologisch valide worden en dat je zo ook inzicht kunt krijgen in
sociale processen. Daarnaast kunnen deze modellen het gedrag beter voorspellen.
Pascal: normatief model
Pascal, 17e eeuw, is de grondlegger van het normatief model, een model over hoe je beslissingen zou
moeten nemen. Dit kan berekend worden met de expected value = waarde * probabiliteit (grootte
en waarschijnlijkheid zijn de kern). Waarbij je uiteindelijk kiest voor de optie met de hoogste
verwachte waarde, dit is namelijk de beste keuze volgens dit model.
Dus stel je hebt de keuze tussen: 40% kans op 1 euro of 30% kans op 2.50, dan kies je B. Want A)
0.4*1=0.40 en B) 0.3*2.50= 0.75. Er bestaan goede en slechte keuzes: je kunt er iets mee: -.75 > 0.40
> kies B (=normatief model).
Hij heeft dit toegepast op verschillende dingen, bijvoorbeeld of God wel of niet bestaat. Hiervoor
maakte hij een matrix:
God bestaat God bestaat niet
Leven als of God bestaat Oneindig geluk (hemel) -N
Leven als of God niet bestaat Oneindige ellende (hel) +N
Dus normatief moet je leven als of God bestaat, hierbij de meeste beloning.
Dus de bijdragen van Pascal zijn:
- Bepaling welke variabelen keuze zouden moeten beïnvloeden
- Duidelijk model hoe keuze zou moeten verlopen
- Biedt een stok om mee te slaan; iedereen die zich niet aan de regels houdt, kan gecorrigeerd
worden
Als je dat toepast op een investeringsvoorbeeld, waarbij je kunt kiezen tussen 3 mogelijkheden:
1. Rook en brand detector
2. Bewegingsdetector
3. Niks
Eerst beschrijf je de alternatieven, je
beschrijft de kosten. Dan kijk je naar de
onzekerheid, dus de kans op succes of
falen. Vervolgens bepaal je de uitkomsten
en daarna de verwachtte waarde, dus
waarde * verwachting succes. Uiteindelijk
kies je dus voor de rook en brandmelder.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikepellemans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.