100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Wft Schade Zakelijk + Gratis oefenvragen 2024 $7.65   Add to cart

Summary

Samenvatting - Wft Schade Zakelijk + Gratis oefenvragen 2024

1 review
 53 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een volledige samenvatting van het officiële Nibe-svv boek voor de cursus 'Wft Schade Zakelijk'. Bevat alle benodigde stof en begrippen om het examen in 1 keer te halen. Daarnaast is de opmaak van het document zo ingericht dat belangrijke punten worden benadrukt, navigeren naar hoofstukken gaat ge...

[Show more]
Last document update: 3 months ago

Preview 10 out of 208  pages

  • Yes
  • July 27, 2024
  • August 4, 2024
  • 208
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: angeliquevanveenendaal • 6 days ago

Translated by Google

Practice questions are not included

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 82 Flashcards
Free 3 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Als verzekeringsadviseur moet je risico’s van cliënten kunnen overzien en beheren. Deze risico’s kan je opdelen in statische en dynamische risico’s. Wat is het verschil hiertussen?

Answer: Statische risico’s: - Zuivere risico’s die zich plotseling en onverwacht kunnen voordoen en alleen kunnen leiden tot verlies/schade voor de onderneming. - Wel te verzekeren Dynamische risico’s: - Ondernemersrisico’s die niet tot het aandachtsgebied horen van de verzekeringsadviseur zoals: Investeringsbeslissingen, veranderen van bedrijfsactiviteiten, productontwikkeling, duurzaam ondernemen, concurrentie, etc. - Niet te verzekeren

2.

Wat is de belangrijkste reden om als verzekeringsadviseur een risico inventarisatie doen? A. Om in kaart te brengen welke risico\\\'s de continuiteit van een onderneming bedreigen. B. Om in kaart te brengen of je een kandidaat-verzekeringnemer wel of niet accepteert. C. Om in kaart te brengen hoeveel risico\\\'s de ondernemer heeft.

Answer: A. Om in kaart te brengen welke risico\\\'s de continuiteit van een onderneming bedreigen.

3.

Welke 2 factoren bepalen de impact van een risico? A. kans dat het risico zich voordoet en omvang van de schade. B. kans dat het risico zich voordoet en kosten van de schade. C. kans dat het risico zich voordoet en tijdstip van de schade.

Answer: A. kans dat het risico zich voordoet en omvang van de schade.

4.

Hoe kan een bedrijf een risico vermijden? A. Het aanpassen van bedrijfsprocessen die mogelijk risicovol zijn. B. Het aanpassen van bedrijfsprocessen die ineffectief werken. C. Het aanpassen van bedrijfsprocessen die kostbaar zijn.

Answer: A. Het aanpassen van bedrijfsprocessen die mogelijk risicovol zijn.

5.

Welke 2 soorten preventiemaatregelen bestaan er om risico\\\'s te beperken?

Answer: Er zijn organisatorische en bouwkundige/technische preventiemaatregelen

6.

Welke bedrijfsvormen zijn een rechtspersoon? A. Alleen de eenmanszaak. B. Alleen de Bv/Nv C. Beide

Answer: B. Alleen de Bv/Nv

7.

Welke bedrijfsvorm heeft geen afgescheiden vermogen? A. Eenmanszaak B. Maatschap C. Commanditaire vennootschap

Answer: A. Eenmanszaak

8.

Wat is een UBO? A. Een soort vliegende schotel. B. Een rechtspersoon die voor minimaal 50% een belang of stemrecht heeft of begunstigd is van een bedrijf. C. Een natuurlijke persoon die voor minimaal 25% een belang of stemrecht heeft of begunstigd is van een bedrijf.

Answer: C. Een natuurlijke persoon die voor minimaal 25% een belang of stemrecht heeft of begunstigd is van een bedrijf.

9.

Een verzekerde betaalt niet op tijd. De verzekeraar stuurt 2 keer voor de premievervaldatum een aanmaning. Mag de verzekeraar nu de verzekering opschorten? A. Ja. want; B. Nee, want;

Answer: B. Nee, want; De verzekeraar mag namelijk pas de dekking of overeenkomst schorsen of beëindigen als hij de verzekeringnemer na de premievervaldatum heeft gewezen op de gevolgen.

10.

Wat is een kenmerk van de pakketpolis? A. De verzekeraar mag een uitkering verrekenen met de totale premie als de verzekeringnemer en uitkeringsgerechtigde dezelfde persoon zijn. B. De verzekeringnemer kan de premie opsplitsen tussen verschillende verzekeringen en apart betalen. C. De verzekeraar geeft een hogere premiekorting.

Answer: A. De verzekeraar mag een uitkering verrekenen met de totale premie als de verzekeringnemer en uitkeringsgerechtigde dezelfde persoon zijn.

,UITTREKSEL THEORIEBOEK NIBE-SVV



INHOUD
Voorwoord ................................................ 1 Hoofdstuk 8 – Activiteiten van de
Hoofdstuk 1 – Risicobeheer .................... 2 verzekeraar ............................................ 23

1.1 Risico-inventarisatie ......................... 2 8.1 Soorten verzekeraars ..................... 23

1.2 Risicoanalyse ................................... 3 8.2 Werkprocessen van de verzekeraar 23

1.3 Risicobehandeling ............................ 4 8.3 Fraude ........................................... 26

1.4 Risicofinanciëring en monitoring ....... 5 Hoofdstuk 9 – Einde, opzegging en
verlenging van de verzekering ............. 28
Hoofdstuk 2 – Ondernemingsvormen..... 6
9.1 Einde en opzegging van de
2.1 Ondernemer en onderneming ........... 6 verzekering .......................................... 28
2.2 Overige rechtspersonen ................... 8 9.2 Gedragscode geeïnformeerde
2.3 Verkoop van een onderneming ......... 8 verlenging en contractstermijnen
particulier ............................................. 28
2.4 Sanctiewet en ultimate beneficial
owners (UBO)......................................... 9 9.3 Gedragscode geïnformeerde verlening
en contractstermijnen zakelijk .............. 29
Hoofdstuk 3 – Premiebetalingen en
premieverrekeningen ............................. 10 Hoofdstuk 10 – Premie en
premieberekening ................................. 30
3.1 Verzuim .......................................... 10
10.1 De prijs van een verzekering ........ 30
3.2 Premieverrekening ......................... 10
10.2 Premieberekening en verzekerd
3.3 Pakketpolissen ............................... 11
bedrag ................................................. 31
Hoofdstuk 4 – Schade, schademelding
Hoofdstuk 11 – (Beurs)polis en
en schadeberekening ............................ 12
collectieve verzekering ......................... 32
4.1 Schade ........................................... 12
11.1 De polis ........................................ 32
4.2 Kosten ............................................ 13
11.2 Procedures bij beurspolissen ....... 32
4.3 Waardevaststelling ......................... 13
11.3 Collectieve verzekering ................ 33
4.4 Waardebegrippen ........................... 14
Hoofdstuk 12 – Aansprakelijkheid ....... 35
4.5 Schademelding en verplichtingen ... 14
12.1 Aansprakelijkheid en recht ........... 35
4.6 Berekening van de uitkering ........... 14
12.2 Verbintenis uit overeenkomst:
Hoofdstuk 5 – Algemene uitsluitingen . 16 contractuele aansprakelijkheid ............. 36
5.1 wettelijke uitsluitingen ..................... 16 12.3 Verbintenis uit de wet: Wettelijke
Hoofdstuk 6 – Samenloop, verhaal en aansprakelijkheid ................................. 36
verjaring.................................................. 18 Hoofdstuk 13 – Kwalitatieve
6.1 Samenloop ..................................... 18 aansprakelijkheid .................................. 38
6.2 Verjaring ......................................... 20 13.1 Aansprakelijke personen .............. 38
Hoofdstuk 7 – Activiteiten van de 13.2 Aansprakelijkheid voor zaken....... 39
bemiddelaar ............................................ 21 Hoofdstuk 14 – Productaansprakelijkheid
7.1 Werkprocessen van de bemiddelaar ................................................................ 41
............................................................. 21 14.1 Gebrekkig product........................ 41

VOORWOORD 1

,UITTREKSEL THEORIEBOEK NIBE-SVV



Hoofdstuk 15 – 20.1 –
Werkgeversaansprakelijkheid ............... 43 Beroepsaansprakelijheidsverzekering
15.1 Artikel 7:658 BW ........................... 43 (BAV) ................................................... 62

15.2 Artikel 7:611 BW ........................... 43 20.2 – De bestuurders- en
commissarissenaansprakelijkheidsverzek
Hoofdstuk 16 – Letsel- en ering (BCA) .......................................... 63
overlijdensschade .................................. 45
Hoofdstuk 21 –
16.1 Vorderingsgerechtigden ................ 45 Rechtsbijstandverzekeringen bedrijven
16.2 Affectieschade .............................. 46 (RBB) ...................................................... 64
16.3 De Letselschade Raad ................. 47 21.1 Het doel van een
bedrijfsrechtbijstandsverzekering ......... 64
16.4 Gedragscode Behandeling
Letselschade ........................................ 47 Hoofdstuk 22 –
Verkeersaansprakelijkheid ................... 67
16.5 Wet deelgeschilprocedure voor
letsel- en overlijdensschade ................. 47 22.1 Gedragsbeginselen
verkeersdeelname ............................... 67
Hoofdstuk 17 –
Aansprakelijkheidsverzekering voor 22.2 Onrechtmatigheid en toerekening bij
bedrijven (AVB) ...................................... 49 verkeersaansprakelijkheid ................... 67
17.1 Algemene kenmerken van een AVB 22.3 Bedrijfsregeling schuldloze derde 69
............................................................. 49 Hoofdstuk 23 – Artikel 185
17.2 Verzekeringstechnische begrippen Wegenverkeerswet (WVW).................... 70
............................................................. 50 23.1 Wetboek Strafrechten de WVW ... 70
17.3 Dekking ........................................ 52 23.2 Voorwaarden artikel 185 WVW .... 71
17.4 Productrecall en 23.2 Overmacht ................................... 73
productrecallverzekeringen................... 53
23.3 Schadevergoedingsplicht ............. 73
Hoofdstuk 18 – Acceptatie en
premiestelling AVB ................................ 54 23.4 Schade aan eigenaar of houder van
het motorrijtuig ..................................... 73
18.1 Advies en acceptatie AVB ............ 54
23.5 Andere vorderingsgerechtigden ... 74
18.2 Premieberekening ........................ 55
Hoofdstuk 24 – Wet
18.3 Wijziging van het risico ................. 56 aansprakelijkheidsverzekering
18.4 Schaderegeling en verplichtingen bij motorrijtuigen (WAM) ............................ 75
schade.................................................. 57 24.1 Verzekeringsplicht........................ 75
18.5 Recallverzekering ......................... 57 24.2 Omvang dekking .......................... 76
Hoofdstuk 19 – 24.3 Het rechtstreeks vorderingsrecht van
Verzekeringsmogelijkheden van de benadeelde ..................................... 77
werkgeversaansprakelijkheid ............... 58
24.4 Toegelaten uitsluitingen ............... 77
19.1 Verzekeringsmogelijkheden
werkgeversaansprakelijkheid ................ 58 24.5 Waarborgfonds Motorverkeer....... 78

Hoofdstuk 20 – Beroeps- en Hoofdstuk 25 – Verzekering van
bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeri motorrijtuigen ........................................ 79
ngen ........................................................ 62

VOORWOORD 1

,UITTREKSEL THEORIEBOEK NIBE-SVV



25.1 Algemene bepalingen van de 30.3 Schadevaststelling door een expert
polisvoorwaarden ................................. 79 ............................................................ 92
25.2 VOORWAARDEN WA dekking ..... 79 30.4 Schadevergoeding cascoschade
25.3 Cascodekking ............................... 81 motorrijtuigen ....................................... 92

Hoofdstuk 26 – Aanvullende 30.5 Aankoopwaarderegeling .............. 93
verzekeringsvormen motorrijtuigen ..... 82 30.6 Ruitschade ................................... 93
Hoofdstuk 27 – Acceptatie motorrijtuigen 30.7 Diefstal......................................... 93
................................................................ 83 30.8 Schadeafwikkeling op basis van
27.1 Aanvraag ...................................... 83 totaalverlies (Bedrijfsregeling no. 16) ... 94
27.2 Risicobeoordeling van de 30.9 Bedrijfsregeling no. 18 ................. 95
motorrijtuigverzekering ......................... 83 30.10 Schadevergoeding WA-schade
27.3 Stichting Centraal Informatie motorrijtuigen ....................................... 95
Systeem ............................................... 84 Hoofdstuk 31 – Collectieve
27.4 Mededelingsplicht ......................... 85 motorrijtuigverzekering ........................ 96
27.5 Voorlopige dekking ....................... 85 31.1 Collectieve motorrijtuigverzekering of
27.6 Acceptatie van de wagenparkverzekering ......................... 96
motorrijtuigverzekering ......................... 85 31.2 Voordelen collectieve contracten . 96
27.7 Afwijzen ........................................ 85 31.3 Risicobeoordeling ........................ 97
Hoofdstuk 28 – Acceptatie andere 31.4 Premiegrondslag .......................... 99
motorrijtuigrisico’s ................................ 86 31.5 Preventiemaatregelen .................. 99
28.1 Oldtimers/ klassiekers................... 86 31.6 Financiering bedrijfsauto’s ........... 99
28.2 Motorfietsen .................................. 86 31.7 Beheren collectieve
Hoofdstuk 29 – Premie en motorrijtuigverzekering........................100
premieberekening Hoofdstuk 32 – Collectieve aanvullende
motorrijtuigverzekering ......................... 87 motorrijtuigenverzekering ...................101
29.1 Premie .......................................... 87 Hoofdstuk 33 – Garageverzekering .....103
29.2 Premieberekening ........................ 88 33.1 Doelgroep ...................................103
29.3 Schadeclaim en de gevolgen voor 33.2 Dekkingsrubrieken
inschaling op de bonus-malusladder .... 89 garageverzekering ..............................103
29.4 Bedrijfsregeling no. 11 en Roy-data 33.9 No-claimregeling .........................105
............................................................. 89
33.10 Uitsluitingen
29.5 Royementsgegevens .................... 89 garageverzekeringen ..........................105
29.6 Informatieplicht en geschillen ........ 90 Hoofdstuk 34 – Verzekeringen van
Hoofdstuk 30 – Schaderegeling bij bedrijfsgebouwen, inventaris en
motorrijtuigen......................................... 91 voorraden..............................................106
30.1 SCHADEREGELING .................... 91 34.1 Verzekering van bedrijfsmiddelen
30.2 Schademelding ............................. 92 ...........................................................106
34.2 Bedrijfsgebouw ...........................106

VOORWOORD 2

,UITTREKSEL THEORIEBOEK NIBE-SVV



34.3 Inventaris, huurdersbelang en 40.1 Acceptatie ...................................129
goederen ............................................ 107 40.2 Muteren en beheren ....................129
Hoofstuk 35 – Risicokennis brand en 40.3 Schadebehandeling ....................130
brandpreventie bedrijven .................... 109
40.4 Keuzeclausule ............................130
35.1 Risicokennis brand ..................... 109
Schaderegeling op basis van
35.2 Basisregistratie adressen en productievermindering ........................131
gebouwen ........................................... 110
Hoofdstuk 41 – Aanverwante
35.3 Brandpreventie ........................... 110 bedrijfsschadeverzekeringen ..............132
35.4 Brandrisico’s van elektrische 41.1 Extrakostenverzekering...............132
installaties .......................................... 112
41.2 Reconstructieverzekering............132
35.5 Checklist als hulpmiddel bij preventie
grote branden ..................................... 112 41.3 Huurderving ................................133

Hoofdstuk 36 – Risicokennis en Hoofdstuk 42 – Technische
preventie inbraak en diefstal bedrijven verzekeringen .......................................134
.............................................................. 113 42.1 CAR-verzekering.........................134
36.1 Risicokennis inbraak en diefstal .. 113 Hoofdstuk 43 – Overige
36.2 VRKI 2.0 ..................................... 114 variaverzekeringen ...............................139

Hoofdstuk 37 – Brandverzekering 43.1 Cyberverzekeringen ....................139
bedrijven dekking ................................ 116 43.3 Mileuschadeverzekering .............141
37.1 Verzekerde gevaren ................... 116 43.4 Glasverzekering ..........................142
37.2 Brand-, ontploffing- en 43.5 Lichtreclameverzekering .............143
blikseminslagrisico.............................. 117
43.6 (Glas)tuinbouwverzekering .........143
Hoofdstuk 38 – Acceptatie, wijzigen en
43.7 Paarden- en veeverzekering .......144
beheren, en schaderegeling
brandverzekering bedrijven ................ 122 43.8 Geldverzekering en geld- en
fraudeverzekering ...............................144
38.1 Acceptatie................................... 122
43.9 Onkostenverzekering/
38.2 Wijzigingen tijdens de looptijd ..... 122
evenementenverzekering ....................144
38.2 Schaderegeling........................... 123
43.10 Recetteverzekering ...................145
8.3 Schaderegeling bij hypothecair belang
43.11 Kredietverzekering ....................145
........................................................... 124
43.12 Drones ......................................145
Hoofdstuk 39 –
Bedrijfsschadeverzekering.................. 126 43.12 Annuleringskostenverzekering ..145
39.3 Verzekerbaar belang .................. 126 Hoofdstuk 44 –
Goederentransportverzekering:
39.5 Dekking verzekerde gevaren ...... 127
Incoterms ..............................................146
39.6 Uitsluitingen ................................ 128
44.1 International Commercial Terms .146
Hoofdstuk 40 – Acceptatie, muteren en
Hoofdstuk 45 –
beheren, schaderegeling
Goederentransportverzekering:
bedrijfsschadeverzekering .................. 129
vervoerdersaansprakelijkheid .............152

VOORWOORD 3

,UITTREKSEL THEORIEBOEK NIBE-SVV



45.1 Vervoerdersaansprakelijkheid..... 152 52.2 Wet Maatschappelijke Ondersteuning
45.2 Algemene Vervoerscondities 2002 ...........................................................174
........................................................... 152 51.3 Verzekeringen .............................175
45.3 CMR verdrag .............................. 154 51.4 Wlz-verzekering van rechtswege 176
Hoofdstuk 46 – 51.5 Zvw-verzekering verplicht ...........177
Goederentransportverzekering ........... 156 51.6 Aanvullende verzekeringen .........177
46.1 Transportrisico’s ......................... 156 51.7 Geschillen ...................................177
46.2 Nederlandse Beurs-Goederenpolis 51.8 Zorginstituut Nederland ...............178
2014 ................................................... 157
Hoofdstuk 52 – Sluiten en opzeggen
46.4 Eigenvervoerverzekering ............ 160 zorgverzekering ....................................179
46.5 Behandeling 51.1 Sluiten verzekering .....................179
goederentransportschade ................... 161
52.2 Opzeggen zorgverzekering .........180
46.6 SOLAS-verdrag .......................... 161
Hoofdstuk 53 – Premie Wlz en Zvw .....182
Hoofdstuk 47 –
Vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeri 53.1 Premie Wlz .................................182
ng .......................................................... 162 53.2 Premie Zvw .................................182
47.1 Aansprakelijkheid van de vervoerder 53.3 Aanpak wanbetalers ...................183
........................................................... 162
Hoofdstuk 54 – Dekking Zvw en Wlz ...184
Hoofdstuk 48 –
54.1 Dekking Zvw en Wlz ...................184
Landmateriaalverzekering ................... 164
54.2 Beperking schadelast ..................185
48.1 Nederlandse Beurspolis voor
Landmateriaal 2004 ............................ 164 54.3 Aanvullende verzekering .............186
Hoofdstuk 49 – Ongevallenverzekering Hoofdstuk 55 – Schaderegeling
.............................................................. 167 zorgverzekering ....................................187
49.1 Doel ongevallenverzekering........ 167 55.1 Restitutie .....................................187
49.2 Ongevalsdefinitie ........................ 167 55.2 Natura .........................................187
49.3 Bijzondere ongevallenverzekeringen 55.3 Regionale verschillen en
........................................................... 168 mengvormen .......................................188
Hoofdstuk 50 – Acceptatie, beheer en 55.4 Eigen bijdrage .............................188
schadebehandeling 55.5 Eigen risico .................................189
Reisongevallenverzekering ................. 170
Hoofdstuk 56 – Collectieve
50.1 Acceptatie................................... 170 zorgverzekering ....................................190
50.2 Schadebehandeling .................... 172 56.2 Proces collectieve zorgverzekering
50.3 Fiscale aspecten......................... 173 ...........................................................190
Hoofdstuk 51 – Zorgverzekeringsstelsel 56.3 Vrije deelname ............................190
.............................................................. 174 56.4 Premie-inning en afwikkeling
51.1 Wettelijk recht op gezondheidszorg declaraties ..........................................190
........................................................... 174


VOORWOORD 4

,UITTREKSEL THEORIEBOEK NIBE-SVV



Hoofdstuk 57 – Aanvullende 57.3 Aanvraagprocedure ....................191
zorgverzekering ................................... 191 Begrippenlijst .......................................192
57.1 Reden voor aanvullende verzekering Bedrijfsregelingen en wetsartikelen.....197
........................................................... 191
Berekeningen en formules ..................200
57.2 Dekking aanvullende verzekering191




VOORWOORD 5

,UITTREKSEL THEORIEBOEK NIBE-SVV



VOORWOORD
Beste lezer,
Deze samenvatting van de WFT Schade Zakelijk boek van NIBE-SVV, heb ik in eerste instantie
gemaakt als hulpmiddel voor het theorie-examen. Het bevat de kern van alle hoofdstukken en
alle benodigde begrippen voor het theorie-examen. Overbodige informatie en voorbeelden zijn
grotendeels weggelaten. Hierdoor is dit een uniek document en is het dus geen simpele
samenvatting of beknopte kopie.
Ik hoop dat jij als lezer veel baat hebt bij dit uittreksel. Ik zelf heb dat in ieder geval wel gehad.
Omdat ik er zoveel moeite en tijd in heb gestoken wil ik je vragen dit document niet zomaar te
publiceren of (online) te delen zonder mijn toestemming. Doe je dit wel dan maak je je schuldig
aan filesharing en dat is wettelijk verboden. Ik ga ervan uit dat je dit niet doet.
Alvast veel succes met het theorie-examen!
TOEVOEGINGEN EN WEGLATINGEN
Achter in het document wordt een volledige lijst van sleutelbegrippen gegeven voor het snel
opzoeken van begrippen. Deze sleutelbegrippen zijn een originele aanvulling en maken het leren
van de stof makkelijker.




VOORWOORD 1

,UITTREKSEL THEORIEBOEK NIBE-SVV



HOOFDSTUK 1 – RISICOBEHEER
Als verzekeringsadviseur moet je risico’s van cliënten kunnen overzien en beheren. Deze risico’s
kan je opdelen in statische en dynamische risico’s.
Statische Zuivere risico’s die zich plotseling en onverwacht kunnen Wel te
risico’s: voordoen en alleen kunnen leiden tot verlies/schade voor de verzekeren
onderneming.
Dynamische Ondernemersrisico’s die niet tot het aandachtsgebied horen van Niet te
risico’s: de verzekeringsadviseur zoals: verzekeren

Investeringsbeslissingen, veranderen van bedrijfsactiviteiten,
productontwikkeling, duurzaam ondernemen, concurrentie, etc.


Risicobeheer is te verdelen in vijf stappen:
1. Risico-inventarisatie: het identificeren van risico’s;
2. Risicoanalyse: het vaststellen van de impact van risico’s;
3. Risicobehandeling: het nemen van maatregelen om risico’s te beheersen, te vermijden of
juist te accepteren;
4. Risicofinanciering, zoals verzekeren;
5. Monitoren: het controleren op de naleving van genomen maatregelen en het actualiseren
daarvan.



1.1 RISICO-INVENTARISATIE
Welke risico’s bedreigen de continuïteit van de onderneming?
Om dit in kaart te brengen moet de adviseur de onderneming, bedrijfsactiviteiten en -processen
goed kennen. Er wordt een risicoprofiel gemaakt van de onderneming. Dit kan door persoonlijk
contact met de onderneming, maar ook door het raadplegen van publicaties op het internet en
door het opvragen van financiële en verzekeringsgegevens. Niet voor iedere onderneming zijn
alle risicogroepen relevant. Vaak gebruiken adviseurs een checklist:
Risicogroep Mogelijke risico’s (niet Mogelijke gevolgen (niet
limitatief) limitatief)
Bezitsrisico’s (materieel) Brand, explosie, natuur, Schade of verlies van zaken
inbraak en diefstal, aanrijding, en bezittingen.
transportschade, etc.
Continuïteitsrisico’s Schade aan gebouwen, Vermindering of verlies van
machines, voorraden, omzet door stagnatie of
logistiek, spreiding van stilstand.
afnemers, etc.
Systeemrisico’s en ICT- Falende systemen of Stagnatie, verlies van
risico’s mensen, cyberrisico’s, gegevens, gijzeling
datalekken, ransomware, bestanden, boetes,
fraude, etc.

HOOFDSTUK 1 – RISICOBEHEER 2

, UITTREKSEL THEORIEBOEK NIBE-SVV



reputatieschade, financieel
nadeel, omzetverlies.
Financiële risico’s Leverings- en Financiële schade door niet
betaalvoorwaarden, betalende debiteuren.
onvolkomenheden in
contracten, diefstal, fraude,
debiteurenrisico, kredietrisico.
Juridische risico’s Contractuele Financiële en mogelijk
aansprakelijkheid, eigen- en reputatie door schade van
kwalitatieve derden die een persoon of
aansprakelijkheid, meer personen binnen het
productaansprakelijkheid, bedrijf aansprakelijk stellen.
werkgeveraansprakelijkheid,
bestuurdersaansprakelijkheid,
beroepsaansprakelijkheid,
rechtsbijstand.
Milieurisico’s Uitstoot, uitstromen, lekken Milieuboetes, verontreiniging
van gevaarlijke stoffen. van eigen terrein en
eigendommen en die van
derden. Saneringskosten,
bedrijfsstagnatie.
Arbeidsrisico’s Ongeval, ziekte, staking, Inkomensderving, stagnatie,
verloop van personeel, uitval extra kosten inhuren
sleutelfunctionarissen. personeel, kennisverlies.
1.2 RISICOANALYSE
De impact van een risico dat zich voordoet is afhankelijk van de kans dat het risico zich voordoet
en de omvang van de schade. Door deze twee factoren in een matrix te zetten kunnen
schadeveroorzakende gebeurtenissen inzichtelijk worden gemaakt.
Catastrofaal
Zeer groot
Groot en
essentieel
Groot, niet
essentieel
Redelijk groot
Klein
Verwaarloosbaar
Zeer Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer
Impact




waarschijnlijk
Onwaarschijnlijk
Kans




HOOFDSTUK 1 – RISICOBEHEER 3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fitness. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81113 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.65  7x  sold
  • (1)
  Add to cart