Samenvatting Uitwerking 9 stappenplan College 5 - Barth et al. (2017), Carter & Belanger (2005)
8 views 0 purchase
Course
Academic Research In Accountancy
Institution
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Uitwerking 9 stappenplan College 5 - Barth et al. (2017), Carter & Belanger (2005)
Ter voorbereiding van de colleges heb ik voor alle artikelen de 9 stappenplan uitgewerkt. Tijdens de colleges heb ik op basis van de gegeven informatie mijn uitwerking bijgewerkt.
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Master Accountancy
Academic Research In Accountancy
All documents for this subject (40)
Seller
Follow
marloesyannick
Reviews received
Content preview
College 5 – Barth et al. (2017)
1. What is the (management) problem?
1.1. What is the problem?
In dit paper is niet direct sprake van een managementprobleem. De auteurs onderzoeken in dit
artikel hoe integrated reporting quality (IRQ) samenhangt met de bedrijfswaarde. De auteurs
onderzoeken hiervoor twee kanalen, het marktkanaal en het reële effectkanaal.
1.2. Why does this problem need to be raised?
De reden waarom dit artikel geschreven is, is dat IIRC een Framework in 2013 heeft gemaakt
met twee doelen: (1) Het verbeteren van de kwaliteit van informatie voor buitenstaanders die kapitaal
verschaffen, zodat zij in staat zijn kapitaal meer efficiënt te alloceren. (2) Het ondersteunen van
integrated internal thinking, beslissingen maken en acties nemen die gefocust zijn op waardecreatie
van de onderneming. Het artikel wil onderzoeken of deze voordelen echt bestaan.
2. From whose perspective is the (management) problem being studied?
Omdat het artikel gaat over hoe IRQ kan bijdragen aan de bedrijfswaarde is het meest
toepasselijke perspectief vanuit bedrijven (management). Indien IRQ bijdraagt aan de bedrijfswaarde
kan een onderneming overwegen om zelf integrated reporting toe te gaan passen. Daarnaast kunnen
regulators overwegen om integrated reporting te verplichten.
3. What is the research question to address the (management) problem?
3.1. Overall research objective
De hoofdvraag van het artikel luidt: Hoe is IRQ geassocieerd met bedrijfswaarde?
3.2. Detailed research questions
De gedetailleerde vragen zijn gebaseerd op de onderdelen van het marktkanaal en het reële
effectkanaal. Deze zijn weergegeven in de hypothesen:
- Bestaat er een positieve associatie tussen IRQ en de liquiditeit van een aandeel?
- Bestaat er een negatieve associatie tussen IRQ en de cost of capital?
- Bestaat er een positieve associatie tussen IRQ en verwachte toekomstige kasstromen?
- Bestaat er een positieve relatie tussen IRQ en ex post gerealiseerde operationele
kasstromen?
- Bestaat er een positieve associatie tussen IRQ en de accuraatheid van investeerders om
kasstromen te voorspellen?
- Bestaat er een positieve associatie tussen IRQ en investeringsefficiëntie?
4. What is the conceptual model?
Het conceptueel model is opgenomen bij stap 6 (bovenkant figuur).
5. What is the strength of the causal relationship?
5.1. Use of theory
De auteurs beginnen in hoofdstuk 2 met de achtergrond. Hierbij leggen ze uit wat de reden is
waarom IIRC een framework met integrated reporting heeft uitgebracht aan de hand van de dubbele
doelstelling. Vervolgens nemen de auteurs op dat Zuid-Afrika de enige land is waarin integrated
Pagina 1 van 10
, reporting verplicht is, maar dat bedrijven de vrijheid hebben hoe ze dit inrichten. Aangezien dit meer
achtergrondinformatie/feiten verschaft, valt dit nog niet onder de theorie.
Hierna hebben de auteurs een paragraaf toegewijd aan gerelateerd onderzoek gelimiteerd tot
(literatuur) onderzoeken die data van Zuid-Afrika hebben gebruikt, omdat het onderzoek kwantitatief
van aard is. Hier wordt gerefereerd naar zes verschillende onderzoeken. Bevindingen hiervan zijn
onder andere dat integrated reporting leidt tot meer waarderelevantie van winsten en minder
waarderelevantie van de boekwaarde van het eigen vermogen, rapportering van ESG leidt tot meer
accurate voorspellingen van winsten na het verplicht invoeren van integrated reporting, IRQ heeft een
positief verband met Tobin’s Q met name bij meer complexe bedrijven, IRQ heeft een negatief
verband met fouten in schattingen van toekomstige winsten en een negatief verband tussen IRQ en
veranderingen in de kosten van het eigen vermogen. Ik vind het opvallend dat de auteurs alleen
gekozen hebben voor onderzoeken die gebruik maken van Zuid-Afrikaanse data. Wil je deze effecten
niet ook buiten Zuid-Afrika zien indien mogelijk?
In de paragraaf hier opvolgend onderbouwen de auteurs aan de hand van theorie hun
hypothesen. De auteurs beschrijven eerst dat dat zij de verscheidene twee kanalen onderzoeken, zoals
deze door eerder onderzoek zijn geïdentificeerd. Daarnaast onderzoeken ze drie determinanten voor de
bedrijfswaarde conform voorgaand onderzoek. Dit is een positief element voor beide onderdelen en de
kanalen en determinanten zijn logisch. Een klein negatief punt is dat voor beiden slechts één
voorgaand onderzoek wordt aangehaald. De theoretische onderbouwing hiervan is voldoende.
Met betrekking tot de eerste hypothese onderbouwen de auteurs de theoretische link tussen
liquiditeit en de kwaliteit tussen toelichtingen aan de hand van de agency theorie en ondersteunende
empirische onderzoeken. Daarnaast halen de auteurs de behavorial theory aan die ook dit verband
suggereert. Verder halen de auteurs twee onderzoeken aan die het verband leggen zonder agency
theorie achtergrond. Oftewel hangt de onderbouwing van hypothese 1 veel af van de agency theorie,
terwijl dit een algemene theorie is. Kortom is de onderbouwing van hypothese 1 goed.
Voor de tweede hypothese beschrijven de auteurs dat de cost of capital afneemt als IRQ
verbetert. Hierbij halen de auteurs vier verschillende onderzoeken aan die, met extra toelichting,
uitleggen dat het risicoprofiel, mate van toelichtingen, bewustwordingen van niet-financiële informatie
leidt tot een groter investor base de cost of capital kunnen beïnvloeden. Verder hanteren de auteurs
logisch redeneren vanuit het framework van IIRC. Kortom is de theoretische onderbouwing van
hypothese 2 voldoende.
Bij de onderbouwing voor de derde hypothese refereren de auteurs naar twee onderzoeken.
Het grootste gedeelte van de onderbouwing is gebaseerd op logisch redeneren. De onderbouwing van
hypothese 3 vind ik matig.
Voor hypothesen 4 en 5 hanteren de auteurs wederom logisch redeneren zonder enige link
naar voorgaande onderzoeken of theorieën. De onderbouwing van hypothesen 4 en 5 vind ik zwak.
De onderbouwing van hypothese 6 is gedaan aan de hand van één onderzoek en een klein stuk
logisch redeneren. In feite zit in de theorievorming van hypothese 6 de agency theorie opgenomen,
zonder dat de auteurs dit expliciet benoemen. De onderbouwing van hypothese 6 vind ik matig tot
voldoende.
In het artikel is geen onderzoek opgenomen dat niet in lijn ligt met de standpunten van de
auteurs.
5.2. Causality versus correlation
Integrated reporting gaat in ieder geval voor een mutatie in bedrijfswaarde. De volgorde is
correct. Echter benoemen de auteurs in het artikel dat hun toetsen niet bedoeld zijn en niet gebruikt
kunnen worden voor het vaststellen van een causale relatie.
5.3. Reciprocal relationships
Er is geen sprake van een wederkerige relatie. Zie ook toelichting 5.2.
5.4. Confounding factors
De auteurs hebben in het artikel control variables toegepast. Mijn inziens zijn hiermee de
belangrijkste factoren afgedekt. Het enige component dat mogelijk ontbreekt is of de opgenomen
Pagina 2 van 10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marloesyannick. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.92. You're not tied to anything after your purchase.