Dit is een samenvatting Virologie van de lessen van prof. Neyts. Deze omvat zowel lesnota's als de slides. Het is een onderdeel van het vak algemene microbiologie.
VIROLOGIE LES 1 (8/10)
Informatief: www.antivirals.be
Examen
- Bacteriologie en virologie is gezamenlijk. 1 van de 2 onderdelen wordt mondeling afgelegd.
- De verhouding tussen beide vakken is 50/50
- 5 vragen: 3 van de 5 vragen komen letterlijk uit de lijst van 60-70-tal vragen die we krijgen.
- Er zijn ook juist of fout vragen. Beargumentatie vereist!
Cursusmateriaal
- Slides (vooral de les)
- Cursus
- Practicum + practicumhandleiding (toledo)
Algemene afmetingen
Microscopische opname van een top van een naald
0
Als we inzoomen op 1 bacterie met een LM. Een virus kan je niet waarnemen met LM, wel met EM.
Foto van (pokke)virsus (grootste) & picorda virus (verkoudheidsvirus) (kleinste) bovenop de foto van
een bacterie.
We zien hier een doosnede door een bacterie van ongeveer 1 micron. We zien ook een dierlijke cel
met een virus dat contact gaat maken met de cel. We zien een bacterie met een bacteriofaag. Dit zijn
virussen die heel specifiek bacteriën infecteren.
à Link van de website om idee te geven van de afmetingen
CPE van cytomegalovirus: Cellen die men kweekt in het lab met alle spoelvormige zaken; bepaalde
cellen zijn gevoelig aan bepaald virussen. Hier zie je dat de monolayer is aangetast door een bepaald
virus. Ze gaan opzwellen, veranderen van vorm en komen voor een stuk los van elkaar.
Cytopathogeen effect = (?)
CPE van respiratoir syncytium virus (RSV): RSV is een virus dat vooral bij kleine kinderen voorkomt.
De cellen zullen versmelten tot 1 grote cel met vele kernen (=syncytium).
-1-
,Morfologie
We kennen virussen die heel symmetrisch (= Icosahedraal), helicaal of complex opgebouwd zijn. Een
capside is opgebouwd uit capsomeren. Zo’n eicosaheder is heel symmetrisch opgebouwd en kan je
vergelijken met een voetbal. Zwarte pentons (vijfhoeken) met witte zeshoeken. Polypeptiden
vormen de capsomeren. Een klein virus heeft weinig hexons en een groot virus heeft veel
hexons/hexameren. Elk virus bevat wel 12 pentons.
Voorbeeld: Adenovirussen hebben op hun pentons lange uitsteeksels die nodig zijn voor de
aanhechting van het virus aan de cel.
- Helicaal opgebouwde virussen
Bekendste voorbeeld is ebolavirus (slang-achtige structuur). Hier zijn de capsomeren (geel) gewikkeld
rond het genetisch materiaal (RNA). Sommige helicaal opgebouwde virussen zien er niet altijd even
helicaal uit omdat er nog een envelope rond zit.
- Complexe virussen
Pokkenvirus (enige bij de mens) ziet eruit zoals op de foto. Details moeten niet herkend kunnen
worden. Een ander virus met een complexe opbouwd zijn de bacteriofagen. In capside zit genetisch
materiaal. Pootjes maken contact met het oppervlak van de bacteriële cel. Via koker zal het
genetisch materiaal in de bacterie gebracht worden.
Sommige virussen hebben een lipidelaag (soort mantel), andere virussen zijn naakt en hebben dit
dus niet. Links ecosahydraal opgebouwd met in het paars lipidelaag met een aantal uitsteeksel.
Rechts is een helicaal opgebouwd virus met een lipidelaag errond.
! Op examen bijvraag over Piot.
Classificatie
Je hebt een soort. Deze kan je indelen in het geslacht of genus. Bepaalde geslachten komen samen in
een (sub)familie. Soms komen bepaalde families samen in een orde.
Herpes simplex heeft een ds dna-genoom. Sommige virussen hebben ook een ss dna genoom (bv
parvovirus). Bepaalde virussen hebben een ds circulair genoom zoals het (HPV-
baarmoederhalskanker). Hepatitis B virus is ook ds circulair, maar slechts voor een deel. Het is
partieel ds circulair.
Bij de mens heb je 8 herpes virussen. We gaan er een aantal van bekijken, waaronder HSV1, type 2,
type 3 (zone en waterpokken), type 4 (klierkoorts), type 5(CNV), type 6,7,8.
Er bestaan ook virussen met een RNA-genoom .Er bestaan er met ds RNA (rotavirus). Er zijn er ook
met een ss genoom (mazalenvirus). We zien een doorsnede door influenza dat 8 strengen genetisch
materiaal bevat.
-2-
,Als het RNA van de virussen in de cel komt, is het rna van de juiste orientatie en zal het thv het
ribosoom van de cel direct vertaald worden in eiwitten. Dit noemt men het positief strengig RNA.
Anderszijds hebben we virussen met een antisense of – negatief strengig RNA-genoom, zoals het
influenzavirus. Dit betekent dat als deze virussen een cel infecteren, komt hun genetisch materiaal in
de cel terecht komt en kan niet vertaald kan worden in een eiwit. Hierdoor kan er geen replicatie
plaatsvinden.
Virusreplicatie
Van belang om de replicatiecyclus van bepaalde
virussen te kennen en te kunnen inschatten. De figuur
moet je niet kunnen. Een bepaald virus gaat aan een
bepaalde receptor binden. Als het virus gebonden is,
komt het de cel binnen via spec mechanismen. Het zal
vervolgens binnen de cel ontmanteld worden opdat
het genetisch materiaal zou kunnen vrijkomen in de
cel. Het virus zal in een endocytotisch vesikel
opgenomen worden (bij influenza is dit het geval) in de
cel. Het virus zit in de cel waar het zich zal moeten
vermenigvuldigen. Als 1 partikel de cel binnenkomt, zal
het genetisch materiaal gekopieerd worden naar vele
1000den kopiën en zal dus efficiënt moeten gebeuren.
De baltimore classificatie
Centraal heb je het mRNA dat vertaald zal worden in virale eiwitten. Wanneer je het herpesvirus
neemt (ds DNA, kan op basis van ds RNA mRNA aangemaakt worden dat ervoor zorgt dat eiwitten
van het herpesvirus aangemaakt kunnen worden. van ss DNA kan je geen mRNA maken. Er moet
eerst ds DNA aangemaakt worden. Wanneer je een – RNA virus hebt (ebola) is het omgekeerd
gecodeerd en zal dus eerst omgezet moeten worden in + RNA dat nadien vertaald zal worden in
mRNA. Zo heeft Baltimore 7 klassen gemaakt die steeds neerkomen tot het mRNA.
-3-
,2 voorbeelden van + en – RNA virus:
Bovenaan hebben we ons RNA virus (poliovirus). Het heeft een ss RNA van positieve polariteit (+
RNA). Het zal de cel binnenkomen en kan direct thv ribosomen vertaald worden in eiwitten. Deze
eiwitten kan je opdelen in enzymen & structurele componenten. Enzymen die nodig zijn om de
replicatie van het virus mogelijk maken. Polymerase gaat ervoor zorgen dat er van + RNA dat de cel
binnenkomt vele kopieen gemaakt worden. Eerst gaat het + RNA door polymerase gekopieerd
worden naar – RNA. Datzelfde enzym gaat het – RNA opnieuw kopieren tot + RNA.
In het geval van –RNA zal het –RNA genoom in de cel komen (vb rabiesvirus-hondsdolheid). Ze
brengen ider partikel van –RNA virus brengt niet alleen –RNA mee maar ook een polymerase die
vanaf het in de cel komt, actief wordt en het –RNA direct gaat omzetten in +RNA. Dan is het verhaal
hetzelfde als hierboven beschreven (belangrijk schema).
Genoom en eiwitten komen samen in nieuwe partikels die de cel gaan verlaten zodat ze anderen
kunnen infecteren.
Vraag: + ssRNA virussen coderen niet voor een polymerase: de +RNA virussen hebben een
polymerase dat het + RNA omzet naar –RNA. Ze hebben dus altijd polymerasen nodig voor deze
omzetting, DUS zowel –RNA als + RNA virussen hebben dus een polymerase op een paar
uitzonderingen na.
Maturatie (rijping van de eiwitten)
Bij HIV en influenza die je dat nieuwe partikels loskomen uit de cel via knopvorming of lysis.
Ertussen niet opgelet
Transmissie
Je kan virussen overdragen via druppelinfectie, directe innoculatie, sexueel, direct huid contact, orale
transmissie, transplacentaal (van moeder op kind).
Prenataal: via de placenta
Perinataal tijdens de geboorte
Postnataal via moedermelk
-4-
, HERPESVIRIDAE
Algemeen
Herpes virus sluipt meestal op jonge leeftijd het lichaam binnen (heel geniepig) en blijft voor de rest
van het leven in het lichaam aanwezig.
Bij de mens zijn er 8 typen van herpesvirussen
Er wordt contact
gemaakt. Hierbij worden 2
membranen heel dicht
tegen elkaar getrokken
waarna ze gaan
versmelten waarna het
partikel en de matrix
kunnen vrijkomen id cel.
Uiteindeljk gaat het
capside zich bewegen nr
de kern en thv kernporien
gaat het capside landen
en is er ontmanteling
waardoor het DNA nr de
kern kan migreren. Dan
gaat het ds dna in de kern
circulariseren. De
transcriptie machinery van
de gastheercel gaat rna
aanmaken (blauw).
Dit is RNA van de eerste generatie (=direct vroeg viraal rna). Dit word ih cytoplasma vertaal in direct vroege
eiwitten. Deze zijn bedoeld om de replicatie van het virus aan het zwengelen. Er wordt een tweede generatie
RNA aangemaakt (vroeg RNA) dat opnieuw naar het cytoplasma gaat en weer vertaald wordt in eiwitten. De
e
eiwitten die in 2 instantie worden aangemaakt zijn oa het rna polymerase van het herpes virus waardoor er
veel nieuw rna van het virus aangemaakt zal worden. het enzym gaat terug naar de kern en dzal het circulair
viraal dna beginnen kopieren, waardoor we een laaange keten krijgen van het genoom van het herpes virus.
Uiteindleijk worden deze opgesplitst in de juiste lengten. Laat viraal rna wordt vertaald in laat eiwitten (= str
eiwitten) die terug nr het cytoplasma gaan en het cytoplasma zal elk van deze stukken dna samen met de str
eiwitten verpakken tot nieuwe partikels. Nieuwe partikels gaan via knopvorming de cel verlaten.
-5-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cthk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.46. You're not tied to anything after your purchase.