Samenvatting over volledige tentamenstof voor het tentamen psychopathologie. Behandelde hoofdstukken: Autismespectrumstoornis, ADHD, depressieve stoornis, middelenmisbruik, kindermishandeling, somatoforme stoornis, anorexia nervosa en boulimia nervosa. Er wordt ingegaan op de definitie, prevalentie...
College 1 Psychopathologie en middelenmisbruik bij kinderen:
Ontwikkelingspsychopathologie het verklaren en het voorspellen van afwijkende gedragingen en
processen door de tijd heen.
15% tot 20% heeft een klinische stoornis 2% zoekt hulp.
Risicofactor factor die een negatieve invloed heeft op de (normale) ontwikkeling van een kind en
die de kans op een bepaalde ontwikkelingsuitkomst verhoogt.
Beschermende factoren een factor die in een risicovolle situatie de negatieve invloed van de
risicofactoren geheel of gedeeltelijk teniet doet bevordert de veerkracht van een kind.
Veerkracht het hebben van een goede externe en interne aanpassing aan de omstandigheden.
Welke factoren versterken de veerkracht van een individu?
1) adequaat ouderschap
2) contacten met andere sociaal competente volwassenen
3) intelligentie
4) talenten en prestaties hebben die door anderen gewaardeerd worden
5) aantrekkelijk zijn
6) goede probleemoplosser
7) financiële zekerheid en een hogere SES
8) positieve schoolervaring
9) religieus vertrouwen
10) zelfwaardering, besef van controle
Hoe herken je middelenmisbruik?:
• spijbelen
• stemmingswisselingen
• liegen
• onttrekken aan sportactiviteiten
• ontlopen van niet-gebruikende vrienden
• ‘blind spots’ (ofwel perioden waarin ouders niet weten wat de jeugdige doet of waar hij
is)
• ontwenningsverschijnselen
• teruglopende schoolprestaties
• in aanraking komen met de politie
• crimineel gedrag
• gezondheidsproblemen (zoals verminderd gewicht)
• negatieve tolerantie
• concentratieproblemen
• STM-problemen (Scanning Tunneling Microscopy: vernauwd blikveld)
• depressie
,Stoornis in het gebruik van middelen: classificatie DSM 5:
In de DSM-V worden twee categorieën van middelgerelateerde stoornissen gehanteerd:
- Stoornissen door een middel teweeggebracht
- Stoornissen in het gebruik van middelen, verslavingsstoornissen
De eerste categorie behelst een afwijkende gedragspatronen als gevolg van het gebruik van
psychoactieve middelen. Twee belangrijke typen hiervan zijn intoxicatie en het ontrekkingssydroom.
Syndroom van Korsakov jarenlang chronisch alcoholmisbruik leidt tot irreversibel
geheugenverlies.
De term ‘stoornis in het gebruik van middelen’ is een algemene diagnostische classificatie, specifieke
diagnose zoals ‘stoornis in alcoholgebruik’ geeft aan om wat voor middel het gaat.
- Buitensporige hoeveelheid tijd besteden aan het verkrijgen of herstellen van overmatig
gebruik.
- Aanhoudende problemen met minderen of beheersen van gebruik.
- Meer gebruiken dan de bedoeling is.
- Moeite met vervullen van normale taken.
- Doorgaan met gebruik, ondanks sociale, interpersoonlijke, psychische of medische
problemen tot gevolg heeft.
- Ontwikkelen van tolerantie of ontrekkingssyndroom
- Gebruik in situaties waar er risico is voor persoonlijke veiligheid of die van anderen ( rijden
onder invloed).
- Sterk aanhoudend verlangen naar gebruik.
- Niet deelnemen aan activiteiten vanwege het alcoholgebruik.
Intoxicatie door een bepaald middel is een door middelen teweeggebrachte stoornis waarbij
sprake is van een patroon van herhaalde episode waarin men een staat van dronkenschap bereikt of
high wordt.
De specifieke kenmerken van intoxicatie zijn afhankelijk van het gebruikte middel, de dosis, de
biologische bepaalde kwetsbaarheid van de gebruiker en tot op zekere hoogte van de verwachtingen
van de gebruiker. Tekenen van intoxicatie zijn vaak:
- Verwarring
- Strijdlustigheid
- Belemmerd beoordelingsvermogen
- Concentratieverlies
- Belemmering van motorische en ruimtelijke vaardigheden
Extreme intoxicatie als gevolg van middelengebruik kan tot de dood leiden.
Ontrekkingssyndroom is een door een middel teweeggebrachte stoornis waarbij een combinatie
van symptomen optreedt wanneer iemand – na lange periode intensief te gebruik – abrupt stoppen
met het gebruik van een middel.
Psycho-actieve middelen die kunnen lijden tot ontrekkingsyndroom:
- Alcohol
- Opiaten ( heroïne en morfine)
- Stimulantia ( cocaïne en amfetamine)
- Kalmerings- en slaapmiddelen
- Marihuana en tabak (nicotine)
, Tolerantie is een toestand van fysieke gewenning aan een middel als gevolg van frequent gebruik,
zodat steeds hogere doses nodig zijn om eenzelfde effect te bereiken als voorheen.
Ontrekkingsymptomen:
- Alcohol transpireren, tremoren van de hand, snelle pols, hallucinaties, illusies,
slapeloosheid, misselijkheid en braken, angst en mogelijk insult (bewustzijnsverlies)
- Cafeïne mildere symptomen, hoofdpijn, slaperigheid, somberheid,
concentratieproblemen, griepachtige verschijnselen, misselijkheid en spierstijfheid of -pijn.
Door ontrekkingsymptomen opnieuw gebruik verslaving in stand houden
Deliruim tremens (DT) intense autonome hyperactiviteit (hevig transpireren en/of
hartkloppingen) en delirium (toestand van mentale verwarring die wordt gekenmerkt door
incoherente spraak, desoriëntatie en extreme rusteloosheid. (soms met hallucinaties)
Waar eindigt gebruik en begint misbruik?:
- Problemen bij het nakomen van verantwoordelijkheden
- Riskant gedrag in de fysieke zin
- Frequente sociale of interpersoonlijke problemen
• Lichamelijke afhankelijkheid
Er wordt gebruikt om onthoudingsverschijnselen te voorkomen, grotere
hoeveelheden zijn nodig voor eenzelfde effect (tolerantie= geen verslaving!)
• Psychische afhankelijkheid
Gebruik dient om de belonende effecten van de stof op te zoeken, dwangmatig gebruik om in
psychische behoefte te voorzien (bijv. stress)
• Verslaving
Dwangmatig gebruik samengaand met verschijnselen van lichamelijke afhankelijkheid. Verlies
van controle. Moeite met beheersen van frequentie en mate van het gebruik.
Veel verschillende wegen naar verslaving:
- Experimenteren
- Regelmatig gebruik
- Verslaving en afhankelijkheid
Experimenteren:
• experimenteel incidenteel gebruik thuis
• gebruikers krijgen een goed, euforisch gevoel
• denken dat ze controle hebben
• geloven dat ze op elk moment kunnen stoppen
Regelmatig gebruik:
• geregeld recreatief gebruik
• leven inrichten rond verkrijgen en gebruiken van middel
• ontkennen van negatieve gevolgen
• terugtrekken, stelen, spijbelen, stemmingswisselingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sammy_sterre. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.