100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Intellectueel Eigendomsrecht $9.35   Add to cart

Summary

Samenvatting - Intellectueel Eigendomsrecht

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak Intellectueel Eigendomsrecht in de Master Rechtsgeleerdheid. Deze samenvatting bevat alle behandelde stof uit de hoorcolleges. Hiermee heb ik een 8,5 behaald

Preview 3 out of 25  pages

  • July 29, 2024
  • 25
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
WEEKOVERZICHTEN – INTELLECTUEEL EIGENDOMSRECHT
HOORCOLLEGE 1 – Algemene inleiding
HR Hyster Karry Krane
Belangrijk uitgangspunt = vrijheid van kopie; het is niet verboden om ten eigen voordele en mogelijk
ten nadele van een concurrent gebruik te maken van de resultaten, inspanningen, inzichten en kennis
van iemand anders op de markt.
Er zijn twee uitzonderingen op dit uitgangspunt:
1. Onbetamelijke gedragingen = slaafse nabootsing = Op de nabootsende concurrent rust
evenwel de verplichting om bij het nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs, zonder
afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van het product, mogelijk en nodig
is om te voorkomen dat door gelijkheid van beide producten gevaar voor verwarring
ontstaat of wordt vergroot.
2. Intellectuele eigendomsrechten. Let op de beweegredenen achter de uitzonderingen op
vrijheid van kopie.

Algemene kenmerken; intellectuele rechten:
- Voorwerp = een creatie van de menselijke geest. Dit betekent dat het IE-recht een hoog
niveau van abstractie bevat.
o Corpus mysticum vs. Corpus mechanicum.
Corpus mysticum = het voorwerp van het IE-recht, hetgeen waar het IE-recht
betrekking op heeft;
Corpus mechanicum = de drager van het IE-recht, de belichaming.
Voorbeeld: geschreven boek. Op de inhoud zit het auteursrecht (corpus mysticum), en
dit is gevestigd in elk afzonderlijk boek (corpus mechanicum).
Let op: deze kunnen afzonderlijk van elkaar worden verhandeld!
- Drempel = voldoen aan de beschermingsvoorwaarden om uitzondering op vrijheid van kopie
te verkrijgen.
- Legaliteitsbeginsel = elk IE-recht moet een wettelijke basis hebben.
 Een subjectief absoluut recht = werkbaar tegenover iedereen, ongeacht de goede trouw.
 IE-rechten geven een wettelijk monopolie.
- Territorialiteitsbeginsel = slechts bescherming op grondgebied waar je bescherming claimt.
- IE-rechten kleven aan de grond, wel harmonisering
- Beperkte duurtijd
- Toekenning = van rechtswege of middels registratie

Terminologie:
Aanvraag = rechten die nog geregistreerd moeten worden.
Depot = indienen van een aanvraag
Registratie = toekenning van een IE-recht
Publicatie = de openbaarmaking van de aanvraag of registratie.

Let op: cumul/ accumulatie = op eenzelfde voorwerp, kunnen verschillende IE-rechten uitwerken.

WIPO = instelling die zich bezig houdt met de uitvoering en handhaving van de verdragen.
Essentie van Unieverdrag van Parijs EN Berner Conventie:
1. Assimilatiebeginsel = nationale behandeling gelijk aan behandeling onderdanen uit andere
lidstaat  non-discriminatie
2. Minimumbescherming = er moet een minimale bescherming toekomen aan vreemde
onderdanen.
 Hiermee wordt voorkomen dat landen aan hun eigen onderdanen geen rechten toekennen
om aan anderen ook geen bescherming toe te kennen.
Verdrag van Parijs:
Recht op voorrang = prioriteitsdatum kun je meenemen als je al in een ander land hebt aangevraagd.
 Deze verdragen zijn rechtstreeks van toepassing op NL

TRIPsovereenkomst kan je niet rechtstreeks inroepen in NL  hangt samen met WIPO

,HOORCOLLEGE 2 – Octrooirechten
Octrooi = een uitsluitend tijdelijk recht …. om aan derden de exploitatie te verbieden van een
uitvinding.
 Negatief recht = je mag aan anderen iets verbieden.
Let op: betekent niet dat je het dan ook mag gebruiken (bijvoorbeeld wapen)  positief recht
 Exclusief recht = alleen jij mag het gebruiken
Ratio = aanmoediging van uitvindingen door middel van exclusiviteit over datgene wat je hebt
toegevoegd aan de maatschappij. MAAR de details moeten dan ook openbaar worden gemaakt, na
verval octrooi kunnen anderen het voorwerp verder ontwikkelen.

Belangrijkste bronnen:
- Rijksoctrooiwet (1995) = nationaal niveau
- Verordening Nauwere samenwerking Eenheidsoctrooi = Europees recht
- Europees octrooi verdrag (München 1973, gewijzigd 2001) = internationaal recht

Routes


1. Nationale procedure: wordt het octrooi toegekend door Octrooicentrum Nederland.
Gevolg = een Nederlands Rijksoctrooi  enkel betrekking op NL grondgebied.
2. Europese procedure: wordt octrooi toegekend door Europees Octrooibureau (EOB/IPO).
Gevolg = Europees octrooi per lidstaat welke is aangegeven.
Let op: niks met de Europese Unie te maken.
2.1. Europees octrooi met eenheidswerking: bescherming in alle lidstaten!
Gevolg: nietig in één lidstaat? Nietig in alle lidstaten!
3. Internationale procedure : wordt octrooi toegekend via de brievenbusfunctie van de WIPO. De
WIPO verstuurt de aanvraag door naar alle nationale instanties en controleert enkel de
formele vereisten van de aanvraag, vervolgens komt er een nationaal octrooi.

Europese procedure
Beschermingsvoorwaarden = European patents shall be granted for any inventions, in all fields of
technology, provided that they are new, involve an inventive step and are susceptible of industrial
application (artikel 52 lid 1 EOV vgl. Artikel 2 lid 1 ROW).

Vereisten voor octrooi:
1. Uitvinding = een technische oplossing voor een technisch probleem door middel van
technische middelen. (beschermingsvoorwaarde)
 Soorten:
o Product = voortbrengsel = stoffelijk of tastbaar, materieel voorwerp.
o Werkwijze = procedure = niet stoffelijk maar een methode.
Kan tot twee verschillende zaken leiden:
 Een product (bijvoorbeeld manier om brood te bakken op efficiënte wijze);
 Een onstoffelijk resultaat (sneller opladen van batterij)
 Geen uitvinding (artikel 52 lid 2 EOV/ artikel 2 lid 2 ROW):
o Idee of concept!!
o Ontdekkingen;
o Natuurwetenschappelijke theorieën
o Wiskundige methoden (bijvoorbeeld algoritme)
o Esthetische vormgeving (valt onder auteursrecht)
o Stelsels, regels, methodes voor geestelijke arbeid, voor spellen en voor
bedrijfsvoering (bijvoorbeeld gezelschapsspellen)
o Computerprogramma’s als zodanig
o Presentatie van gegevens.
 Uitsluiting van uitvindingen (artikel 53 lid a t/m c EOV/ Artikel 2a en 3 ROW):
o Uitvindingen in verband met planten en dieren (bijvoorbeeld rassen)
o Menselijk lichaam (bijvoorbeeld DNA)
o Methoden voor diagnose of voor chirurgische & geneeskundige behandeling
toegepast op levende dieren of menselijk lichaam
o Commerciële exploitatie strijdig met openbare orde & goede zeden

, 2. Nieuwheid = geen deel van de stand van de techniek (= absoluut nieuw).
 Ijkpunt = het moment van indiening aanvraag.
Let op: prioriteitsdatum (Unieverdrag van Parijs). Deze datum kun je meenemen naar
andere lidstaten om een aanvraag in te dienen, mits dit binnen 12 maanden gebeurt.
Dus NIET moment van daadwerkelijke uitvinding.

Stand van de techniek = alles wat vóór de datum waarop de octrooiaanvraag werd ingediend
openbaar toegankelijk is gemaakt, zowel schriftelijk als mondeling of enige andere wijze, op
zodanige wijze dat een vakman weet dat het gaat over die uitvinding.
 Openbaargemaakte informatie = alle informatie die op dat moment openbaar is gemaakt
(ook door uitvinder zelf, bijvoorbeeld interview).
 Waar, wanneer, wie en hoe de informatie bekend is gemaakt, is niet relevant.
Openbaar = openbaar
 Octrooiaanvragen = tot 18 maanden na aanvraag worden octrooien niet gepubliceerd, er
dient dus ook in de database te worden bekeken of er een soortgelijk octrooi is
aangevraagd (= virtuele/fictieve stand van de techniek)
= Objectieve toets
EU Octrooibureau gaat dus opzoek naar een anterioriteit van een element/document dat
compact en volledig is, waardoor wordt bewezen dat een uitvinding niet nieuw is.
Compact = element in de stand van de techniek waarin de uitvinding is beschreven.
Volledig = het moet gaan om de volledige uitvinding die staat beschreven.
 NIET verschillende documenten combineren om tot volledige bron te komen.

Uitzonderingen:
i. Wereldtentoonstellingen;
ii. Misbruik = wanneer iemand ter kwader trouw een aanvraag indient, die hij niet had
mogen indienen omdat hij niet de uitvinder is.
In deze gevallen wordt rekening gehouden met eerdere openbaar gemaakte datum. In alle
andere gevallen dus géén afwijking van het ijkpunt!

Belangrijk : eerste aanvrager = de eerste uitvinder!

3. Uitvinderswerkzaamheid = niet evident voortvloeien uit de stand van de techniek.
Het moet een grote sprong zijn, niet enkel kleine evidente stappen  toevoeging aan de
maatschappij! (Drempelvoorwaarde)

 Ijkpunt = het moment van de datum van aanvraag.
Let op: prioriteitsdatum.
 Inhoud van de stand van de techniek:
o Openbaargemaakte informatie;
o GEEN rekening houden met octrooiaanvragen!
 Oogpunt = de deskundige/ vakman. Bekijken of de gemiddelde persoon die zich
bezighoudt met de technologie waartoe de uitvinding beoogt, ook dezelfde uitvinding had
kunnen maken.
Deskundige = geen uitvinder, maar een gemiddelde technicus/ een expert in het
betrokken veld. Deze heeft de capaciteit om dingen te ontwerpen, maar niet in staat is om
“outside the box” te denken.
Let op: geen bescherming voor kleine opvolgende “logische” stappen, alleen sprongen.


STAPPENPLAN = problem-solution approach uit rechtspraak EOB:
a. Bepalen van de meest nabije stand van de techniek ten opzichte van de uitvinding;
Hetgeen het meest dicht tegen de aanvraag aan ligt = relevante referentiepunt.
b. Verschil uitvinding vs. Meest nabije stand van de techniek bepalen;
c. Objectief technisch probleem bepalen dat uitvinding beoogt, aan de hand van het
vastgestelde verschil;
d. Objectief technisch probleem is opgelost?
Indien opgelost:
e. Ligt de oplossing van de uitvinding voor de hand van de deskundige?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dderks01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.35
  • (0)
  Add to cart