Hoorcolleges verdiepend contracten- en aansprakelijkheidsrecht
Hoorcollege 1
Inleiding platformeconomie en toepasselijke regelgeving
Tentamen drie vragen in twee uur tijd. Twee vragen uit Vak, een vraag van De Vries-Stotijn. Vragen Mak
zien meer op reflectie en het toepassen op platforms. Bv. aan welke actie heeft een consument meer:
dwaling of OHP? Vragen van Vak meer kennis- en reflectievragen, die van De Vries eerste keer dat we
haar hadden meer een casusvraag.
Wat wordt bedoeld met platformeconomie?
Deeleconomie: delen van goederen en diensten tussen burgers onderling
Online platforms: bv. Airbnb
Deeleconomie en online platforms vallen wel vaak met elkaar samen. Deeleconomie wordt bij Airbnb
bijvoorbeeld gefaciliteerd via een online platform. Platforms zijn vaak ook breder.
Europese consumentenrechten
Bedenktijd 14 dagen
Garantie
Eisen aan wanneer een overeenkomst gesloten is
Bedrijfsmodellen
Online verkoop: Alibaba, Amazon, Aliexpress
Consumentenkoop van toepassing. Amazon is niet met verkopers op een platform, daar kan je ook
van Amazon zelf kopen. Belangrijk dat onderscheid te maken, omdat je dan een andere rol hebt:
bemiddelaar of verkoper.
Online veiling: eBay
Voor veilingen gelden specifieke regels, gaan we niet heel diep op in.
Dienstverlening: Uber, Airbnb, Peerby
Die-partijenverhoudingen
Platform en gebruikers
Welke rechtsverhoudingen ontstaan?
o Overeenkomst platform-gebruiker
o Overeenkomst gebruikers onderling (consument-restaurant, huurder-verhuurder)
Er ontstaan meestal drie overeenkomsten, soms vier. Die vierde is dan vaak met bijvoorbeeld een
betalingsdienst. OP ieder contract zijn verschillende regels van toepassing. In die rechtsverhoudingen heb
je ook nog vragen omtrent aansprakelijkheid.
Links bijvoorbeeld thuisbezorgd, rechts deeleconomie.
Links Boven platform, linksonder Trader (B2B),
B2B = business to business, B2C = business to consumer, C2C= consumer to consumer
Vragen ter toetsing (systematiek van bijzonder voor algemene regels)
Gaat het om een B2C-verhouding? Zo ja, dan is consumentenrecht van toepassing (Boeken 6 en 7,
Europese herkomst) en algemene verbintenissenrecht
Is anderszins sprake van een bijzondere overeenkomst, bijvoorbeeld huur of opdracht? Zo ja, dan
zijn bijzondere regels van toepassing (Boek 7 BW) en algemeen verbintenissenrecht
Kan ook samenloop zijn met het eerste streepje.
In andere gevallen: B2B of C2C-verhouding waarop algemeen verbintenissenrecht van toepassing
is
In de wetgeving een meer gelijkwaardige verhouding.
Welke andere regelgeving is eventueel van toepassing naast verbintenissenrecht? Bijv.
publiekrechtelijke regelgeving, belastingrecht, AVG
Zie ook de situatie dat in grote steden problematiek ontstond met Airbnb en toen gemeentelijke
verordeningen werden gemaakt waarbij het verboden werd je huis op die manier ‘aan te bieden’.
Alles wat niet in bijzondere regelgeving is geregeld val je terug op algemeen verbintenissenrecht (Boek 3
BW).
Huur
Huur: boek 7 titel 4 BW
Huur van woonruimte: afd. 7.4.5. BW, maar art. 7:232 lid 2 BW: afdeling niet van toepassing op
huur als het gaat om gebruik van woonruimte die naar zijn aard slechts van korte duur is. Wat korte
duur is staat niet in de wet, geen harde regel. In belastingrecht wordt bijvoorbeeld termijn van een
maand gehanteerd. Deze titel lijkt niet bedoeld voor vakantieverhuur, zoals bij Airbnb vaak het geval
is.
Opdracht: Boek 7 titel 7 BW
Verordening (EU) 2019/1150 ter bevordering van billijkheid en transparantie voor zakelijke
gebruikers van onlinetussenhandelsdiensten. Platforms hebben een jaar de tijd om aan de
bepalingen van de verordening te voldoen
Gaat om de verhouding platform-onderneming. Ondernemers zijn vaak klein en hebben ook
bescherming nodig, zo blijkt. Alleen voor ondernemers en platforms die in de EU gevestigd zijn. Is
bijvoorbeeld dus niet van toepassing op Alieexpress.
Andere regels? Bv. Uber. HvJEU (HvJEU C-434/15, r.o. 39) heeft zich uitgesproken over de vraag of Uber
alleen een aanbieder is waarop e-commerce van toepassing is of dat ze meer dan dat zijn (dan zijn
bijvoorbeeld taxi-regels van toepassing).
“Dienaangaande blijkt uit de gegevens waarover het Hof beschikt, dat de bemiddelingsdienst van Uber is
gebaseerd op de selectie van particuliere bestuurders die hun eigen voertuig gebruiken, aan wie deze
vennootschap een app bezorgt, zonder welke, ten eerste, deze bestuurders niet ertoe zouden worden
gebracht om vervoerdiensten te leveren, en, ten tweede, de personen die een stadstraject wensen af te
leggen, geen toegang zouden hebben tot de diensten van de voornoemde bestuurders. Bovendien oefent
Uber een beslissende invloed uit op de dienstverrichtingsvoorwaarden van die bestuurders.
Aangaande dit laatste punt blijkt met name dat Uber, middels de gelijknamige app, op zijn minst de
maximumprijs van de rit vaststelt, dat deze vennootschap deze prijs int bij de klant vooraleer een deel
hiervan terug te storten aan de particuliere bestuurder van het voertuig en dat zij een zekere controle
uitoefent op de kwaliteit van de voertuigen, van hun bestuurders en op hun gedrag, dat eventueel kan
leiden tot hun uitsluiting.”
Hier zijn dus ook o.a. de regels van taxi van toepassing, dus ze zijn meer dan alleen een aanbieder die valt
onder die e-commerce.
Mogelijk gaan we dit door zien werken bij andere regels, nu ook een zaak over Airbnb aanhangig.
Handhaving
Autoriteit Consument en Markt (ACM)
Algemene verplichting belangen van consumenten te beschermen. Als zij zien dat op grote schaal
inbreuk wordt gemaakt op consumentenrechten kunnen zij optreden (gesprekken, boete). Bv.
misleidende reclames verkoop keukens.
Wet handhaving consumentenbescherming (Whc)
Instrument van de ACM, zij zijn handhaver hiervan. O.a. opleggen last onder dwangsom, boete.
Verordening (EU) 2017/2394 (CPC-verordening)
Geeft nieuwe bevoegdheden aan de ACM, waaronder mystery shopping. Specifiek voor e-
commerce bevoegdheid dat website uit de lucht kan worden gehaald bij inbreuk op
, consumentenrechten. Denk daarbij wel aan de rechten van de websitehouder (grote inbreuk op
vrijheid van meningsuiting).
Internationaal privaatrecht
Art. 6 lid 2 Verordening (EG) 593/2008 (Rome I-verordening
Art. 17 lid 1 sub c jo. Art. 18 verordening (EU) 1215/2012
Art. 15 (nu 17?) EEX
Betreft toepasselijk recht
Hoorcollege 2
Totstandkoming van overeenkomsten in de platformeconomie
Kennis die u heeft
Aanbod en aanvaarding
Wilsvertrouwensleer
Vertrouwen ligt aan de grondslag. Partijen hebben op grond daarvan onderzoeks- en
mededelingsplichten.
Art. 6:213 lid 1 BW: “Een overeenkomst in de zin van deze titel is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij
een of meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan” Artikel over wederkerige
overeenkomsten en hoe deze tot stand komt. Verschillende elementen zijn hier belangrijk. Rechtshandeling
is een handeling met een beoogd rechtsgevolg. Meerzijdig: beide partijen verrichten een rechtshandeling
zodat ze zich jegens elkaar verbinden. Dat is hier vaak aanbod en aanvaarding (van dat aanbod).
Wederkerig betekent dan dat partijen over en weer verbintenissen aangaan jegens elkaar.
Art. 3:33 BW: ´Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een
verklaring heeft geopenbaard.’ Geeft uitdrukking aan die wilsvertrouwensleer. Deels vertrouwensleer: naar
buiten toe kenbaar wat partijen met elkaar willen afspreken. Mocht er iets ontbreken aan de wil, dan gaan
we bekijken of er toch gerechtvaardigd op kon worden vertrouwd.
Art. 6:217 lid 1 BW: “Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan’”
Art. 6:227 BW: “De verbintenissen die partijen op zich nemen, moeten bepaalbaar zijn.” Voor dit college
een belangrijke bepaling. Bepaalbaarheid betekent dat voor beide partijen duidelijk moet zijn wat zij
afspreken.
In fase van totstandkoming is relevant
Informatieverplichtingen handelaar/aanbieder
In de praktijk meestal de handelaar die informatieverplichtingen heeft: professioneel handelaar
Mogelijke aansprakelijkheid op grond van oneerlijke handelspraktijken
Speelt ook in de totstandkomingsfase. Niet zozeer het kapstokje van aanbod en aanvaarding, maar
partijen hebben niet voldaan aan hun informatieverplichtingen en mogelijk ontstaat op grond
daarvan aansprakelijkheid.
Terhandstelling (algemene) voorwaarden
Niet alleen algemene, maar ook andere voorwaarden. Zie stuk van Tycho de Graaf over dit soort
regels. Terhandstelling ook van belang omdat het dan gaat om het toegankelijk maken van
voorwaarden aan de andere partij.
Toepasselijke regels
E-commerce: B2B, B2C, C2C verlening van dienst van de informatiemaatschappij (bv. online
platform dat totstandkoming peer-to-peer overeenkomsten faciliteert of online verkoop)
Dienstenrichtlijn: B2B, B2C, C2C, verrichten van diensten
Richtlijn consumenten: B2C
Richtlijn oneerlijke handelspraktijken: B2C
Eigenlijk allemaal regels van Europese herkomst. Europees recht heeft zich vooral gericht op
informatieverplichtingen in de totstandkomingsfase. Regels zijn in BW geïmplementeerd (past soms niet
helemaal). Rechtspraak HvJEU kan hier dus relevant zijn bij de uitleg van die bepalingen. Niet allemaal
consumentenrecht. E-commerce en Dienstenrichtlijn heel breed toepasbaar op meerdere
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ngtilburguniversity. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.13. You're not tied to anything after your purchase.