The Handbook of Child and Adolescent Clinical Psychology
Samenvatting van het boek: Handbook of Child and Adolescent Clinical Psychology (Carr,2015). Niet alle hoofdstukken. Soms Engelse terminologie overgenomen.
The Handbook of Child and Adolescent Clinical
Psychology
Hoofdstuk 2: Influences on problem development
Er zijn risicofactoren als oorzaak, als onderhoudend en protectieve factoren (maintaining
factors en predisposing factors). Die worden weer onderverdeeld in persoonlijke factoren
(biologisch en psychologisch) en contextuele factoren.
Persoonlijke factoren als oorzaak (predisposing)
Genetische gevoeligheid, gevolgen van prenatale complicaties en vroege ziektes.
Bijvoorbeeld leeftijd van de moeder, ondervoeding van de moeder, roken en alcohol kunnen
negatief van invloed zijn op het kind. Ook infecties (aids) kan worden overgedragen aan het
kind. Bij perinatale kinderen (periode rondom de geboorte, meestal 5 maanden) kunnen er
ook dingen misgaan die invloed hebben op latere problemen, zoals een draai in de
navelstreng of een moeilijke doorgang bij geboorte. Apgar score bepaald gezondheid (lager
dan 4 is gevaarlijk): huidskleur, ademhaling, hartslag, spiermassa en reflexen. De meeste
prenatale kinderen hebben te maken met problemen, maar halen dit later in.
Als je als kind ‘gewond’ raakt (injury) kan dit later gevolgen hebben. Dit is echter ook
afhankelijk van de intelligentie vooral, hoe ernstig, de plek van de verwonding en de sociale
context. Bijv. een kind met een lage intelligentie en een headinjury als gevolg van fysieke
kindermishandeling in het gezin zal meer last hebben dat een kind met een gemiddelde
intelligentie die een mindere verwonding oploopt door een verkeersongeluk en snel hersteld
binnen een stabiel gezin.
Temperament:
- Moeilijk temperament: moeite met routines, zoals eten en slapen. Vermijden van
nieuwe situaties en zullen op een nieuwe situatie met negatieve emoties reageren.
Zij hebben een hoger risico om psychologische moeilijkheden te ontwikkelen later.
Hebben vaker conflicten met volwassenen en zoeken een peer groep dat riskant
gedrag vertoont. Ze kunnen beter aanpassen wanneer er een goodness-of-fit is
tussen het temperament en de verwachting van de ouders. Ze hebben tolerant,
responsieve ouders nodig.
- Makkelijk temperament: regelmatige routines. Zullen nieuwe situatie benaderen en
passen zich makkelijk aan bij veranderingen in de omgeving.
- Moeilijk op te warmen: milde negatieve emotionele reacties op een nieuwe situatie.
Na meerdere keren contact komt er adaptie.
Psychologische factoren zijn een lage intelligentie, moeilijk temperament, negatieve
persoonlijkheidstrekken, laag zelfvertrouwen en een externe locus of control.
Onderhoudende factoren
Wanneer psychologische problemen zich voordoen, kunnen ze worden onderhouden door
zowel biologisch als psychologische factoren. Biologisch: abnormale levels van
psychologische arousal of dysregulatie in neurotransmitters. Verder kunnen problemen in
stand worden gehouden door een verkeerd geloof in zichzelf. Bijvoorbeeld een laag zelf
efficiëntie geloof, dysfunctionele attitudes en attributies. Wanneer kinderen een taak goed
uitvoeren en dit toeschrijven aan de eigen vaardigheden, ontwikkelen ze een gevoel voor
zelf efficiëntie (self-efficacy); het gevoel dat ze in de toekomst een gelijke taak ook goed
uitvoeren. Kinderen met een laag niveau zullen problemen niet opnieuw proberen op te
,lossen. Wanneer uit feedback van anderen (ouders, docent) blijkt dat ze gefaald hebben
door een gebrek aan vaardigheden kunnen ze een gevoel van aangeleerde hulpeloosheid
aanleren en een depressieve attributie stijl. Dit is een geloof dat het niet uitmaakt hoe hard
ze proberen, het lukt ze nooit. Succes zullen ze toeschrijven aan externe factoren. Het kan
verholpen worden bij het geven van positieve feedback en aan te geven dat een mislukking
komt door de moeite die je erin steekt in plaats van de vaardigheid.
Coping strategieën: herhaald gebruik van slechte coping strategieën kunnen
problemen in stand houden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen emotiegericht,
probleemgericht en vermijdende strategieën.
- Probleemgericht
o Functioneel: verantwoordelijkheid accepteren, informatie zoeken, op zoek
naar hulp, actieplan opstellen
o Dysfunctioneel: geen verantwoordelijkheid nemen voor oplossen probleem,
inaccurate informatie zoeken, onrealistische plannen maken, plannen niet
volgen, uitstelgedrag
- Emotiegericht
o Functioneel: aangaan en onderhouden van sociale ondersteunende en
empathische vriendschappen, reframen en cognitieve herstructurering, stress
op een grappige manier bekijken, relaxen, sporten
o Dysfunctioneel: onproductieve ‘wishful thinking’, lange termijn ontkenning,
drug en alcoholmisbruik, agressie
- Vermijdend
o Functioneel: voorlopig mentaal uit de weg gaan van het probleem, voorlopig
aangaan van afleidende activiteiten
o Dysfunctioneel: op de lange termijn uit de weg gaan van het probleem, op
lange termijn afleidende activiteiten
Dysfunctionele strategieën leiden tot rust op de korte termijn, maar op de lange termijn
onderhouden ze het probleem in plaats van het op te lossen.
Beschermingsmechanisme: een probleem kan onderhouden worden door het gebruik van
een onvolwassen beschermingsmechanisme. In tegenstelling tot bewuste coping strategieën
zijn beschermingsmechanismen onbewust en worden ze gebruikt om angst (anxiety) tijdens
een conflict tegen te gaan. Conflict ontstaat wanneer een persoon iets wilt achterna gaan
maar bang is voor de consequenties daarvan (een doel achternagaan). Deze kunnen
negatieve externe situaties zijn, zoals boze reacties van ouders of een interne reactie zoals
schuld. Bijv. een jongere is boos op zijn moeder kan zijn boosheid direct uitten maar is bang
voor de reactie van de moeder of de ervaring van schuld. Als hij de primitieve
beschermingsmechanisme van passieve agressie gebruikt, kan hij de negatieve emoties
reguleren; bijv. klusjes doen maar wel langzaam en inefficiënt. Minder adaptieve/volwassen
beschermingsmechanismen hebben een grotere potentie om psychologische problemen in
stand te houden. Bekijk voor een volledig schema bladzijde 44 tot 48 > voorbeelden
Contextuele aanleg factoren (contextual predisposing factor)
Ouder-kind factoren De kwaliteit van de gehechtheid, de mate waarin kinderen
leeftijdsgeschikte intellectuele stimulatie bieden en de manier waarop zij controle en
warmte combineren om een opvoedingsstijl te maken hebben een effect op de latere
, psychologische aanpassing van een kind. Onzekere gehechtheid, gebrek aan stimulatie en
een niet-optimale opvoedingsstijl zijn belangrijke voorspellende factoren voor problemen.
Gehechtheid: veilige gehechtheid zorgt voor emotionele competentie.
Gehechtheidsgedrag komt tot uiting tussen de 6 maanden en 3 jaar. Bij gevaar zoeken ze de
nabijheid op van de opvoeders. Wanneer ze gerust worden gesteld, gaan ze weer
activiteiten ondernemen in de nabijheid van de opvoeder. Door herhaling bouwt het kind
een intern werkmodel van gehechtheid gebaseerd op de manier waarop de opvoeder
reageert. Dit intern werkmodel zorgt ervoor dat mensen later voorspellingen kunnen maken
over zichzelf en hoe anderen reageren in relaties. Ainsworth kwam met een model dat de
patronen van een relatie laat zien.
Intellectuele stimulatie: het niveau van intellectuele stimulatie die de ouders bieden
is cruciaal voor de ontwikkeling. De verscheidenheid aan speelgoed en de hoeveelheid
kansen die de ouders nemen om het intellect te stimuleren worden geassocieerd met het
huidige intellectuele niveau en het toekomstige IQ.
Opvoedingsstijlen: door het combineren van de warmte en controle kunnen er vier
opvoedingsstijlen worden gemaakt: autoritatief, autoritair, permissief en verwaarlozing.
Autoritatieve ouders zijn warm en hebben een gemiddelde mate van controle waardoor
kinderen verantwoordelijkheden kunnen nemen die bij de leeftijd passen; dit is een ideale
context voor het kind. Deze kinderen leren dat je een conflict het beste kunt oplossen door
het perspectief van de ander aan te nemen. Autoritaire ouders zijn warm maar ook
controlerend. Deze kinderen zullen zich vaak als verlegen ontwikkelen die niet graag het
initiatief nemen. Hen wordt geleerd dat ze moeten gehoorzamen zonder vragen te stellen en
dat dit de beste manier is om met verschillen om te gaan en problemen op te lossen.
Permissieve ouders zijn warm maar laks in discipline. Deze kinderen hebben niet de
competentie om plannen in de toekomst na te leven en hebben een slechte impulscontrole.
Kinderen die worden verwaarloosd (neglected) kennen weinig warmte met een
inconsistente supervisie; zij ontwikkelen aanpassingsproblemen.
Blootstellen aan gezinsproblemen in het vroege leven: ouders met persoonlijke
aanpassingsproblemen, opgroeien in disorganisatie, huwelijksproblemen en deviant gedrag
van zussen/broers kunnen leiden tot psychologische problemen.
Problemen van ouders: depressie, alcoholmisbruik en criminaliteit kunnen kinderen
gevoelig maken voor psychologische problemen door twee (niet genetische) redenen. Ten
eerste kunnen deze problemen in de weg zitten bij het ontwikkelen van een veilige
gehechtheidsrelatie, goede intellectuele stimulatie en een autoritatieve omgeving. de
tweede reden is dat kinderen door middel van modelling bepaalde belief systems,
gedragspatronen, beschermingsmechanismen en coping strategieën overnemen.
Huwelijksproblemen: aanwezigheid van kinderen zorgt voor verminderde ‘marital
satisfaction’. Dit varieert gedurende de levenscyclus van het gezin (hoog vooraf aan
geboorte). Blootstelling aan zware huwelijksproblemen, agressieve conflicten en geweld
zorgen ervoor dat psychologische problemen kunnen ontstaan. Ten eerste brengt het het
gevoel van emotionele veiligheid in gevaar. Daarnaast voelen ze druk om aan de kant van
één persoon te staan; ze kunnen angst ervaren om de liefde van een ouder te verliezen of te
worden gestraft. Daarnaast kunnen ze het idee hebben dat ze verantwoordelijk zijn voor het
conflict en dus ook voor het oplossen van de problemen. Tot slot kunnen
huwelijksproblemen voorkomen dat ouders samenwerken om het kind een goede omgeving
te bieden. Samenwerken is met name belangrijk bij scheidingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottepeeters2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.