In de koopfase gaat het erom dat een persoon zijn belofte moet nakomen.
Hierna komt de fase van eigendomsoverdracht: nu is het je taak je eigendom te behouden.
Vermogensrecht bestaat uit twee onderdelen:
1. Verbintenissenrecht
2. Goederenrecht
Goederenrecht: hierbij gaat het om de relatie tussen personen en goederen
Goederenrecht kunnen we opdelen in twee categorieën:
1. Relatief recht: een afspraak, uitsluitend voor bepaalde personen in een rechtsrelatie.
De verbintenis is hier een voorbeeld van. Een relatief recht kan dus voortvloeien uit een
rechtvaardige daad, maar ook uit een onrechtvaardige daad.
2. Absoluut recht: een recht dat op iedereen van toepassing is. Neem bijvoorbeeld je
eigendomsrecht nadat je een product gekocht hebt. Niemand mag dit van je afnemen,
omdat jij het recht op het zijn van je eigendom hebt.
>> er bestaat 8 absolute rechten, die je weer kan indelen in categorieën:
- Categorie A: Een recht wat betrekking heeft op enkel zaken
1. Eigendom
Iedereen begrijpt dat je als eigenaar recht hebt op je eigendom. Toch zijn er drie
categorieën die inbreuk kunnen maken op de bevoegdheden van een eigenaar.
1. rechten van anderen: je huurbaas die alles bepaalt als je zijn huis huurt
2. wettelijke voorschriften: de onteigeningswet, of de Wet ruimtelijke ordening
3. regels van ongeschreven recht: via de uitoefening van eigendomsrecht een
onrechtmatige daad plegen, zoals a) hinder en b) misbruik van eigendomsrecht.
>> misbruik van eigendomsrecht:
1. Als je doel is schade te maken
2. Bij onevenredigheid tussen het belang van de uitoefening en het belang dat je
daarmee schaadt
2. Erfdienstbaarheid – alleen op een onroerende zaak
Hierin bestaat onderscheid tussen heersend erf en dienend erf. Het heersende erf bezit
een erfdienstbaarheid ten laste van anderen, het dienende erf. De meest voorkomende
vorm hiervan is het recht van overpad: als je niet rechtstreeks vanaf je huis de openbare
weg kunt bereiken. Iemand kan voor het gebruik van zijn grond aan een ander geld
vragen: retributie.
3. Erfpacht
Een zakelijk recht om de onroerende zaak van een ander te houden en te gebruiken. Dit
lijkt op het eigendomsrecht: de erfpachter heeft hetzelfde genot van een onroerende
zaak als de eigenaar ervan, alleen kan de erfpachter de zaak niet in eigendom
overdragen, dat kan alleen de eigenaar. Degene die het recht van erfpacht gegeven
heeft, maar zelf eigenaar is, noem je bloot eigenaar. De erfpachter betaalt soms geld aan
de eigenaar, dit noem je dan de canon.
4. Opstal
Verschijnsel van natrekking: voorbeeld van grond dat gebouwen aantrekt. Heeft A een
stuk grond, maar bouwt B daar een huis op, wordt A eigenaar van het huis van B. Maar,
daar is een uitzondering voor: geeft A het recht op opstal, is B eigenaar van het huis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissavatsamen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.