Wat is filosofie?
Er is niet een ding wat filosofen bestuderen. Ze bestuderen bijvoorbeeld de volgende filosofische
problemen:
- Wat is kennis? Epistemologie
- Wat betekent het om te zeggen dat iets waar is? Metafysica
- Bestaat er zoiets als vrije wil? Filosofie van de geest
- Wat is de beste manier om in het leven te staan? Ethiek
- Is schoonheid een kwestie van smaak? Esthetiek
Waarom zijn dit filosofische problemen?
- Omdat het diepe problemen zijn. → Er is niet echt bewijs om iets te verantwoorden.
- Omdat wetenschap ze (nog) niet kan oplossen. → Vragen uit de natuur- en scheikunde zijn
vragen waar vroeger filosofen over nadachten.
- Omdat ze onoplosbaar zijn. → Tram probleem: 1 opofferen voor 5?
Wat is wetenschapsfilosofie?
Vragen die een wetenschapsfilosoof stelt:
- Wat is wetenschap?
- Wat is de beste wetenschappelijke methode?
- Wat is het verschil tussen wetenschap en pseudowetenschap?
Waarom zijn dit belangrijke vragen?
- Omdat we in een samenleving leven die gedomineerd is door wetenschap. →
conserveringsmiddelen
- Omdat we een wetenschappelijke opleiding volgen.
o nadenken over wetenschap
o grondslag van eigen discipline
o kritische houding ten opzichte van je eigen studie
- Onderscheid maken tussen wetenschap en pseudowetenschap
- Wetenschapsfilosofen kunnen verschillende rollen spelen in de wetenschap.
Vooruitblik van de cursus
- Deel 1: Is wetenschap ook maar een mening? zo nee, waarom niet?
o Wetenschappelijke revolutie
- Deel 2: wat is het verschil tussen sociale en natuurwetenschappen?
,HC2 DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE
Wat is filosofie?
- Filosofie kan over veel verschillende onderwerpen gaan (wetenschap, bewustzijn,
schoonheid).
- Vragen over deze onderwerpen zijn filosofisch omdat ze fundamenteler, conceptuelere en
mogelijk onoplosbaar zijn.
Wat is wetenschapsfilosofie?
- Wetenschapsfilosofen denken na over de aard van de wetenschap.
- Onderscheid maken tussen wetenschap en pseudowetenschap
- Toegepast op Sociale Wetenschappen
- Wetenschapsfilosofen kunnen verschillende rollen spelen in de wetenschap.
Achtergrond bij de vraag die we de komende colleges gaan beantwoorden
- De wetenschappelijke revolutie
- de opkomst van het scepticisme.
- twee historische invloedrijke antwoorden op het scepticisme; rationalisme en empirisme
De wetenschappelijke revolutie Galileo Galilei
- achtergrond: Wetenschappelijke revolutie (1550 - 1700)
- voor 1550 dachten we zo een beetje alles te weten wat er te weten viel.
o bijvoorbeeld de astronomie die volledig werd onderbouwd vanuit het geloof.
Mensen dachten dat alles om de aarde draaide en dat alle planeten in een perfecte
cirkel om de aarde bewogen. God had alles perfect geschapen en de aarde was het
centrum.
o ook in de scheikunde, geneeskunde en psychologie zie je de behoefte aan
symetrische theorieën. Er werd telkens teruggegrepen naar de theorie van vier
elementen. Vuur, aarde, water en lucht.
- 150 jaar later was dat compleet veranderd. De astronomie veranderde en Newton ontdekte
de zwaartekracht. In de scheikunde werd gezien dat er wel honderd elementen waren. In de
geneeskunde zag men steeds beter de functies van de verschillende organen.
- Resultaat → Enorme strijd tussen kerk en wetenschap!
o Niet blij met de theorieën van de nieuwe wetenschap. wat we dachten te weten
bleek anders te zitten.
Strijd werd ingezet door Galileo clash wetenschap en kerk.
Wat is kennis? Hebben we wel kennis?
Dat we dingen niet zeker kunnen weten en of we überhaupt wel kennis hebben
Een definitie van kennis
- Een manier om een begrip te definiëren, is door te vragen naar noodzakelijke en voldoende
voorwaarden.
noodzakelijke voorwaarde: als a niet eigenschap S heeft dan is het geen X.
Voldoende voorwaarde: Als a niet eigenschap S heeft is het sowieso een X
Om een goede definitie te vinden, moet je een lijst condities hebben die allemaal noodzakelijk en
samen voldoende zijn.
,Bijvoorbeeld wanneer groeit een plant?
- Genoeg water noodzakelijk
- Genoeg licht noodzakelijk
- Genoeg vruchtbare aarde noodzakelijk
- Goede temperatuur noodzakelijk
- Goede luchtsamenstelling noodzakelijk
Al deze punten zijn samen voldoende.
Plato: Er zijn drie condities die individueel noodzakelijk en gezamenlijk voldoende zijn:
- overtuiging → je moet X geloven om X te kunnen kennen
- waarheid → X moet waar zijn om X te kunnen kennen.
- rechtvaardiging → je overtuiging moet gerechtvaardigd zijn, er moet een reden voor zijn om
X te geloven,
Met andere woorden: Je hebt kennis over X wanneer je overtuiging m.b.t. X waar en gerechtvaardigd
is.
Scepticisme Michel de Montaigne
scepticisme we hebben geen kennis omdat één van de drie componenten nooit vervuld is.
- Want hoewel we overtuigingen hebben, en sommige daarvan waar kunnen zijn weten we
nooit zeker dat ze waar zijn en dus hebben we geen rechtvaardiging. Daardoor hebben we
eigenlijk nooit echt kennis.
Observatie is helemaal niet betrouwbaar. Een rietje in een glas lijkt gebroken, maar het is niet zo,
waarom zou je dan in andere situaties wel kunnen vertrouwen op je observatie.
Michel de Montaigne → onze zintuigen en ons verstand zijn onbetrouwbaar.
twee historische invloedrijke antwoorden
- rationalisme → er zijn bepaalde dingen die we wel zeker kunnen weten!
- empirisme → ervaring opgedaan via zintuiglijke waarneming is een bron van kennis.
Rationalisme René Descartes
Er zijn bepaalde dingen die we wel zeker kunnen weten. → Descartes → omdat hij zelf dacht wist hij
dat hij zelf bestond.
- Ik denk dus ik ben. I doubt therefore I think, I think therefore I am.
Descartes was een rationalist
- Alle zintuigelijk waarneming is onbetrouwbaar
- Dus je kan alleen vertrouwen op heldere en duidelijke ideeën
- Voorbeeld cogito I doubt therefore I think, I think therefore I am
- daarna kun je met behulp van deductie alle andere kennis afleiden.
deductie is als je zeker weet dat de premissen waar zijn, dan weet je ook zeker dat de conclusie ook
waar is.
deductie
P1: Alle mensen zijn sterfelijk. P1:Alle Brabanders zijn intelligent
P2: Socrates is een mens P2 Roy donders is een Brabander.
C: Dus Socrates is sterfelijk. C: Dus Roy donders is intelligent.
Deductie heeft de eigenschap dat het zijn waarheid behoud mits de premissen ook waar zijn.
Heldere duidelijke ideeën Deductie Kennis.
, Empirisme. Bacon
Empirisme → ervaring opgedaan via zintuiglijke waarneming is een bron van kennis.
Tabula Rasa theorie → (Gaat vaak samen met Empirisme) Een bestaat geen ingeboren kennis, baby’s
worden geboren zonder kennis en alles wat ze opdoen via zintuigen bepaald de kennis.
- Daarom observaties → inductie → kennis
- Bacon was een empirist
o ‘Niets is in het intellect dat zich niet eerst in de zintuigen bevond.’
o je gebruikt geen deductie maar inductie om tot kennis te komen.
Inductie als je zeker weet dat de premissen waar zijn, dan is het waarschijnlijker dat de conclusie
ook waar is.
Deductie Inductie
Zekere kennis Feilbare kennis Niet zeker, maar wel waarschijnlijker.
Rationalisme Empirisme
Beginnen met wat je zeker weet, daarna met Beginnen met observaties, daarna met inductie
deductie nieuwe kennis afleiden hypotheses formuleren en die testen.
empirisme is de common sense opvatting.
- Als je wilt weten hoe iets zit, moet je beginnen met observeren hoe de wereld in elkaar zit.
- Lijkt ook het beste te passen bij hoe wetenschap werkt.
twee problemen voor de empirist
1. Empirisme leidt tot scepticisme.
o Als je een object observeert → Je ziet dus nooit de sinaasappel zelf (door de
weerkaatsing van de lichtstralen), maar altijd de lichtstralen die weerkaatst worden
door het object.
o Waarnemingen zijn onbetrouwbaar → Hoe weet je zeker dat het kopie wat je ziet
werkelijk lijkt op het origineel → scepticisme.
2. het inductieprobleem
o Hoe weten we dat we mogen vertrouwen op inductie?
Omdat het in het verleden ook altijd gewerkt heeft.
o Probleem → dit is zelf ook een inductie. je kunt dus alleen gerechtvaardigd geloven
dat inductie betrouwbaar is als je er al vanuit gaat dat inductie betrouwbaar is. → je
kan ook geen Wikipedia gebruiken om te laten zien dat Wikipedia betrouwbaar is.
Je kan daardoor dus ook niet laten zien dat inductie betrouwbaar is door middel van inductie → Dit is
het inductieprobleem
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dillanvv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.