Voor het vak 'Kernvragen organisatiewetenschappen' is het gehele boek Organization theory & design van Richard L. Daft in het Nederlands samengevat. Op deze manier is de Engelse inhoud beter te begrijpen. Het boek biedt ondersteuning voor de hoorcolleges, zodat de stof beter te volgen is.
Alle ho...
Organisatiewetenschappen
Organization theory & design – Richard L. Daft
Hoofdstuk 1 t/m 14
Hoofdstuk 1: What are organizations?
- Organisaties zijn niet statisch
• Er is een continu proces van aanpassing als reactie op veranderingen buiten de
organisatie
• Organiseren is een vol en kwetsbaar proces
• Organisaties hebben continu de uitdaging om zichzelf of hun omgeving te veranderen om
technisch, economisch en etnisch sneller te kunnen reageren en effectiever te zijn
- Het organisatorisch ontwerp is één factor die bij kan dragen aan het succes van een
organisatie
Hedendaagse uitdagingen
1. Globalisatie
▪ De tijd om informatie te verspreiden en ontvangen is flink afgenomen
▪ Markten, technologieën en organisaties worden meer met elkaar verbonden →
onderdelen van organisaties worden steeds meer verspreid
▪ Trend: uitbesteden van bepaalde functies aan andere landen of het aangaan van een
partnerschap met andere landen om zo globale voordelen te krijgen
▪ Door taken in minder ontwikkelde landen te laten uitvoeren, kan een organisatie
veel kosten besparen
▪ Grote en kleine bedrijven zoeken naar structuren en processen die hen helpen om
voordelen van globale interdependence te oogsten en de nadelen te minimaliseren
2. Etnische en sociale verantwoordelijkheid
▪ De maatschappij streeft naar ecologische duurzaamheid → bedrijven worden steeds
meer geacht om deze problemen te adresseren
▪ Er zijn veel schandalen in het bedrijfsleven → burgers vormen snel de mening dat
alle bv. alle leidinggevenden en managers oplichters zijn
3. Responsiviteit
▪ Organisaties moeten snel en beslissend reageren op omgevingsverandering,
organisatorische crisis en veranderende verwachtingen van consumenten
▪ Globalisatie en geavanceerde technologieën → hebben een aanpassingstempo
gecreëerd waarin organisaties mee moeten veranderen om te blijven bestaan
▪ De financiële basis van de hedendaagse economie is informatie → werknemers en
hun kennis zijn belangrijk
4. De digitale werkplek
▪ Tegenwoordig werken veel mensen via de computer of in virtuele teams →
organisaties raken verstikt in elektronische netwerken
▪ Meer zaken worden gedaan via digitale processen i.p.v. in levende lijven
▪ End-to-end digital supply-chains worden gebruikt om in contact te blijven met de
consument (bestellingen aannemen, inkopen doen, coördinatie met
productiepartners en het verzenden van op maat gemaakte producten) → leidt tot
disintermediatie (= het wegvallen van tussenpersonen door de toename van
technologie)
5. Diversiteit
▪ De gemiddelde werknemers is ouder
▪ Meer vrouwen, etnische minderheden en immigranten willen een baan en
doorgroeimogelijkheden
▪ Diversiteit is vaker de uitzondering dan de regel
, ▪ Door diversiteit zijn er ook veel soorten werkstijlen binnen organisaties
▪ Glazen plafond → vrouwen kunnen vaak niet doorgroeien tot topposities
Wat is een organisatie?
- Definitie: sociale entiteiten die doelgericht zijn, zijn ontworpen als opzettelijk
gestructureerde en gecoördineerde activiteitenstelsels, en zijn gelinkt aan hun externe
omgeving
▪ Sociale entiteiten
• Cultureel, politiek en economische fenomenen
• Omvatten mensen die hun situaties kunnen interpreteren en in staat zijn om
collectief of individueel, vaak op subtiele en moeilijk te beheersen manieren,
eisen van hen te negeren of te weerstaan
▪ Doelgericht
• Er is één, afgesproken doel
• Soms misleidend als de belangen van stakeholders en managers niet op één lijn
liggen
• Er kunnen vraagtekens geplaats worden bij ‘gemeenschappelijke’ doelen of het
gedeelde ‘doel’ die worden toegeschreven aan een organisatie
▪ Ontworpen als opzettelijk gestructureerde en gecoördineerde
activiteitenstelsels
• Formele taakomschrijving en procedures
▪ Gelinkt aan de externe omgeving
• Organisatie bestaat binnen een bredere context
• De omgeving wordt gevormd en veranderd door de organisatie
- Organisaties bestaan uit mensen en hun relaties met elkaar → empowerment van
werknemers door ze toenemende kansen om te leren te bieden en ze te laten bijdragen aan
het behalen van het doel
- Managers structureren en coördineren organisatorische resources om het bedrijfsdoel te
behalen
- Tegenwoordig wil men horizontale coördinatie verbeteren → leden van teams van
verschillende afdelingen samen laten werken
- Grenzen tussen afdelingen en organisaties worden steeds flexibeler → snellere reactie op
verandering is noodzakelijk
Soorten organisaties
- Grote, internationale organisatie vs. kleine familiebedrijven
- Produceren van producten vs. aanbieden van diensten
- Profit vs. non-profit (Ngo’s) → activiteiten van de managers van organisaties met een
winstoogmerk zijn primair gericht op het produceren van goederen en diensten op een
manier die het vertrouwen van de stakeholders behoudt. Mangers in non-profitorganisaties
hebben deze beperking niet; zij hebben soms wel moeite met het behouden van zekerheid
van subsidies/het inzamelen van kapitaal of het concurreren met profit-organisaties
Profit organisatie Non-profitorganisatie (Ngo’s)
Inkomsten Verkoop van goederen en diensten Overheidssubsidies, donaties en particuliere
aan consumenten stichting
Focus van Positioneren en ontwikkelen van de Bedienen van een grote groep van potentiële
managers producten en diensten om de klanten met een beperkt inkomen → kosten zo
verkoopomzet te vergroten laag mogelijk houden en zeer efficiënt gebruik van
resources aantonen → sociale impact creëren
, Belang van organisaties
1. Het samenbrengen van resources om gewilde doelen en uitkomsten te behalen
• Organisaties brengen resources samen om rijkdom te genereren uit de productie van
goederen en diensten die gekocht worden door klanten
• Organisaties staan continu onder druk door stakeholders om innovatieve manieren om
te produceren te ontwikkelen en het verspreiden van gewenste goederen en diensten →
via e-business en het gebruik van computer gebaseerde productietechnologieën
2. Produceren van goederen en diensten
3. Innovatie faciliteren
4. Gebruikmaken van moderne productie-, service- en informatietechnologieën
5. Aanpassen aan en beïnvloeden van een veranderende omgeving
6. Waarde creëren
7. Tegemoetkomen aan de voortdurende uitdagingen van diversiteit, ethiek en de motivatie en
coördinatie van medewerkers
Hoofdstuk 2: Perspectives on organizations
- Er zijn verschillende soorten perspectieven van waaruit naar organisaties gekeken kan
worden
Van gesloten naar open systemen
- Gesloten-systeem perspectief = focus ligt exclusief in de organisatie. Er wordt weinig
rekening gehouden met de afhankelijkheid van elementen uit de omgeving (buiten de
organisatie).
1. Organisaties zijn op zichzelf staand, effectief afgesloten van de buitenwereld
- Open-systeem perspectief = aandacht gaat uit naar de (open) grens tussen de organisatie en
haar context. Gaat samen met een ontwerp die effectief omgaat met uitwisseling
(grondstoffen, mensen, producten) aan de andere kant van de grens
1. Organisaties worden opgevat als consumenten van hulpbronnen (resources) en
exporteurs van hulpbronnen
2. Organisaties worden gedreven om zich aan te passen aan de veranderende omgeving
of een poging te doen tot het controleren van de veranderende omgeving
3. Belangrijk om resources te vinden en te behouden, interpreteren van en reageren op
omgevingsverandering, beschikken over productie en het controleren en coördineren
van interne activiteiten in het licht van omgevingsstoringen en onzekerheid
- Input van open systemen omvatten werknemers, grondstoffen en andere fysieke resources,
informatie en financiële middelen → transformatieproces → input wordt iets waardevols dat
weer terug naar de omgeving geëxporteerd kan worden (output bestaat uit producten en
diensten voor consumenten; soms ook werknemers tevredenheid, vervuiling en andere
bijproducten van het transformatieproces)
- De subsystemen worden geïdentificeerd in relatie tot de specifieke functies die ze geacht
worden uit te voeren voor het overleven van de organisatie
- Subsystemen = een kleiner systeem binnen een groter systeem van productie (input –
transformatie – output); ieder systeem hoort meerdere subsystemen te omvatten (2.1)
- In een systeemperspectief is het productiesubsysteem geacht de product- en service-output
van de organisatie te produceren
- Grenssubsystemen worden geacht verantwoordelijk te zijn voor het mogelijk maken van
uitwisselingen met de externe omgeving → inkoopbenodigdheden of marketingproducten
- Het onderhoudssubsysteem wordt geacht het behouden van de goede werking en
instandhouding van de fysieke en menselijke elementen van de organisatie te handhaven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jc99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.27. You're not tied to anything after your purchase.
