Dit is wegens ziekte het hoorcollege van vorig jaar.
Gelijke behandeling is wel een ingewikkeld onderwerp. Vind je het nou interessant, kom dan
ook bij Europees arbeidsrecht want daar gaan wij op een hele hoop aspecten veel dieper in. Ik
probeer mij nu zoveel mogelijk te beperken tot echt de Nederlandse artikelen die in jullie gele
wetboek staan. Maar ik kan niet om het EU recht heen want het is allemaal
implementatiewetgeving. Dus wij weten gewoon niet precies wat allemaal de betekenis is van
onze Nederlandse regelingen als wij het daarboven hangende EU-recht niet kennen. En het
EU-recht is natuurlijk vooral ook: hoe heeft het HvJEU het uitgelegd? Daar gaan we dus ook
vandaag een paar naar kijken. Maar weet wel: ik probeer hier een basis te pakken.
Ik vind het altijd aardig om even te starten met een filmpje om te laten zien hoe diep de
behoefte aan een gelijke behandeling in onze genen zit. Het komt erop neer dat als je aan het
werk bent. De aapjes moeten hetzelfde werk verrichten. Daar krijgen ze dezelfde beloning
voor. Dat is dat je een stukje komkommer krijgt als je je taak hebt verricht. Maar er zijn
natuurlijk veel lekkerdere dingen als je je taak hebt verricht. Het andere aapje krijgt iets
lekkerders en en het komkommer aapje wordt boos. Het filmpje wordt afgespeeld.
*Two Monkeys Were Paid Unequally: Excerpt form Fans de Waal’s TED Talk’
Ik zou zeggen, duidelijk. Of niet. En ik denk dat veel van jullie precies hetzelfde hebben. Als je
precies dezelfde taak uitoefent als je collega en je krijgt er bijvoorbeeld 4000 euro voor, dan
kan je er lang tevreden mee zijn tot je erachter komt dat je collega 5000 euro krijgt. Dus dat
is waar het over gaat. Die gelijke behandeling. Dan heb je geluk als je naar die collega kan
wijzen en een bijzonder discriminatieverbod ziet. Jij bent bijvoorbeeld gekleurd of van
buitenlandse afkomst en die collega is wit en Nederlander. Of jij bent een vrouw en dat is een
man of jij bent gehandicapt en die ander niet. Dan heeft u als het goed is al gezien, allerlei
mogelijkheden dat je je op specifieke discriminatiemogelijkheden kan wijzen met allerlei
bewijslastvoordelen die daaraan verbonden zijn. Daar gaan we allemaal naar kijken.
Is dat er nou niet, dan wordt het veel lastiger om te zeggen: hé, maar ik heb toch eigenlijk
recht op dezelfde beloning als die collega? Dan moet ik terugvallen op de algemene gelijke
behandelingsnorm, namelijk dat je in NL toch voor gelijke arbeid onder gelijke
omstandigheden recht hebt op gelijk loon? Of toch niet zomaar? Dan zitten we bij de parallel
entry norm van de HR. En dat is een stuk minder stevig. Daar kom ik helemaal aan het eind
van het college op. Dus we beginnen met die specifieke discriminatieverboden en voor dat we
daarnaar gaan kijken wil ik even kijken naar de bron waar dit uiteindelijk op terug valt te
brengen. Dan houd ik het even bij gelijk loon.
Man-vrouw! Want daar is het allemaal mee begonnen.
De bron…
Gelijke behandeling = EU-wetgeving.
1957 Verdrag van Rome
Doel EEG: economische eenwording lidstaten d.m.v. gemeenschappelijke markt.
Kern: naast douane-unie, vrij verkeer van personen, diensten, goederen en kapitaal
Europees sociaal beleid was nog geen doel op zichzelf, maar werd soms nodig geacht in het
belang van de gemeenschappelijke markt
Maar wel al beginsel van gelijk loon m/v…! (zie nu art. 157 VWEU)
Ik zei net al, die gelijke behandelingsregelingen die wij hebben, die komen eigenlijk bijna
allemaal uit de EU. Die EU is in 1957 natuurlijk ontstaan, zeven Europese lidstaten hebben
1
,die opgericht. Dat ging nog om een Europese Economische Gemeenschap, de EEG. Dat werd
pas later de EG. De Europese Economische Gemeenschap. En het idee van die gemeenschap
was, behalve dat het ook goed zou zijn voor vrede en veiligheid, maar was vooral van wij
willen economisch meer een worden en daar zullen wij met zijn allen beter van worden. En
voor economische eenwording, economische samenwerking, werden alle pijlen gericht op die
ene gemeenschappelijke markt, daar moest het gebeuren. En die gemeenschappelijke of wel
interne markt, die houdt onder andere in vrij verkeer van werknemers. Dus economische
eenwording, o.a. door een gezamenlijke arbeidsmarkt te creëren. En er was nog helemaal
geen specifiek sociaal beleid in die tijd, dat kwam pas zo midden jaren ’70. Tot die tijd was
het idee van we richten ons op de economische samenwerking als onze interne markt
functioneert dan worden we daar allemaal beter van en zal sociale vooruitgang wel volgen.
Dat was het idee.
Waarom zien wij dan, dat is natuurlijk interessant, in dat allereerste EEG verdrag van 1957,
daar zagen wij al een beginsel, een bepaling in het verdrag: gelijk loon voor mannen en
vrouwen. Dat is dan opmerkelijk. Waarom stond die bepaling dan al in dat verdrag? Als je
met al die lidstaten zogenaamd een gemeenschappelijk arbeidsmarkt, een
gemeenschappelijke kapitaal/goederenmarkt wil creëren. Dan is het wel handig als je ook een
gelijk speelveld op die markt hebt. Dus dat betekent dat de kosten van die bedrijven in al die
verschillende lidstaten die opeens allemaal op één markt functioneren, dat je die kosten een
beetje gelijk wil trekken. En dan gaat het natuurlijk vooral ook om arbeidskosten, de
belangrijkste kostenpost voor de meeste bedrijven. Dus je wil een gelijk speelveld creëren
door dus concurrentieverstoring en ook concurrentievervalsingen weg te nemen en op die
manier dus ook social dumping te voorkomen. Voelt u dan aankomen waar het over gaat? Als
je dan namelijk weet dat in die tijd, en ik laat u straks zien dat het nog steeds zo is, dat er in
die tijd enorme verschillen waren tussen die helemaal niet zo veel lidstaten. Dat er grote
verschillen waren in hoeverre zij al gelijk loon hadden voor mannen en vrouwen. In Frankrijk
was er maar een beloningsverschil tussen mannelijke en vrouwelijke arbeiders van iets van
7%, dat is wat wij nu hebben gecorrigeerd. Terwijl in Nederland en Italië zaten we ergens
tussen de 20 en 40% dat vrouwen minder verdienden voor hetzelfde werk. Dus u voelt hem al
aankomen: als je dan een gemeenschappelijke markt gaat creëren, wat gaan dan die Franse
bedrijven doen, gaan die niet produceren in Italië in verband met de goedkope
vrouwenarbeid? Dat moest dus worden voorkomen.
Ik laat u ook vast even zien wat de Franse AG in het beroemde Defrenne I arrest zei over wat
de bepaling in het EEG-verdrag nou betekende:
A-G Lamothe:
‘aan iedere poging tot ‘social dumping’ door tewerkstelling van vrouwelijke
arbeidskrachten tegen een lagere beloning dan mannelijke arbeidskrachten wordt een halt
toegeroepen, zodat het artikel de verwezenlijking bevordert van een der fundamentele
doelstellingen van de gemeenschappelijke markt, namelijk de invoering van een regime
waardoor wordt gewaarborgd dat ‘de mededinging niet wordt vervalst’.
Daar gaat het om. Social dumping door goedkope vrouwenarbeid gaan we een halt toeroepen.
Dan zie je iets met fundamenteel. Dan denk je fundamenteel mensenrecht, vrouwen zouden
misschien fundamenteel recht hebben op hetzelfde loon als mannen, maar het ging daar
helemaal niet over hier. Het ging om een fundamentele doelstelling van de
gemeenschappelijke markt. Namelijk mededingingsvervalsing opruimen. Dus dat idee vanuit
een sociaal of moreel motief dat je gelijk loon voor mannen en vrouwen misschien hoog in het
vaandel moet hebben, dat kwam pas later. Dat zagen we ook voor het eerst terug in het
Defrenne II arrest van het HvJ. Dan zitten we al wat verder in de jaren ’70.
U weet, het is inmiddels volkomen verandert. Want Europa is de voortrekker in Europa en
met name ook voor Nederland geweest. Om gelijke behandeling niet alleen voor mannen en
vrouwen, daarmee is het begonnen, maar ook op allerlei andere specifieke gebieden. Dat
2
,komt allemaal van Europa naar ons toegedrukt gekregen. En als u zich nu afvraagt: social
dumping is op deze manier al geprobeerd te voorkomen, om mannen en vrouwen hetzelfde
loon te geven. Hoe zit het dan nu wij een veel grotere interne markt hebben en natuurlijk veel
goedkopere werknemers hier op onze markt hebben, op onze eigen Nederlandse
arbeidsmarkt hebben. En wat dacht u van de Britten, de Brexit. En met de goedkope Oost-
Europese werknemers. Hoe zit dat dan? Dat is een vraag die voor Europees arbeidsrecht
bewaren.
Ik zei al, wij zijn voortdurend door Europa op het matje geroepen. En als je dan kijkt, dat gaat
iets verder terug in de tijd maar ik vind hem altijd zo mooi om te laten zien wat er in 1936
stond in de textiel-CAO, namelijk dat vrouwelijke arbeiders die hebben toch recht op 80%
recht op het loon van de man. Dat stond gewoon in de CAO. Daar was natuurlijk een goede
reden voor. Je vraagt je af waarom het er nu niet meer in staat, toch? Wat zou je daarvoor
kunnen aanvoeren, want er zat wel degelijk een reden achter. Het argument dat hier werd
aangevoerd werd dat vrouwen elke maand een periode ongesteld zijn en dan dus minder
productief zouden zijn. En dat komt kennelijk erop neer dat wij 1/5 van de tijd niet in staat
zijn om goed te werken. Dat werd daar nog gewoon gezegd. Zo ziet u, als kijkt naar boek 3 art.
12, dat het recht verandert als ook maatschappelijke opvattingen veranderen. Dat is nog
steeds bezig.
Twee drukken geleden werd in Van der Grinten nog gezegd dat je bepaald onderscheid
rechtstreeks op grond van zwangerschap toch als Nederlandse werkgever misschien soms een
beroep kon doen op art. 6:248 lid 2. Dat kan helemaal niet als je kijkt naar het EU-recht. Dus
er zitten bepaalde percepties. Je kan er natuurlijk ook anders over denken in hoeverre zal ik
een zwangere werkneemster beschermen. In hoeverre mag zij zwijgen ook al gaat het om hele
relevante zaken voor die werkgever waar je in dienst zult treden.
Zo zie je dat opvattingen door de tijd heen toch wel veranderen. Dat we dit niet meer zo
expliciet zullen aantreffen. Dit zijn cijfers die door de Europese Commissie in maart vorig
jaar zijn gepubliceerd, dat zijn cijfers uit 2016. Dan zie je, en dit gaat dan over de
ongecorrigeerde loonkloof man/vrouw, bruto uurloon. Dus deeltijd zit hier niet in. Dan kan je
zien wat dan nog steeds gemiddeld het verschil is van beloning van mannelijke en
vrouwelijke werknemers. De EU zit gemiddeld op 16,2% in 2016. In 2015 was het nog 16,3%
dus we gaan vooruit, maar niet zo heel snel. Je ziet ook het verschil tussen de lidstaten. In
Roemenië en Italië zitten ze nog maar op 5,2 en 5,3% terwijl NL zit op 15,6%. Terwijl de
Belgen zitten op 6,1%. Waarom is die loonkloof bij ons zoveel groter dan bijvoorbeeld in
België of Italië? Dat heeft nog steeds heel veel te maken met de deeltijd-arbeidscultuur onder
vrouwen. Dus die deeltijd-arbeidscultuur, ook al zit dat hier niet bij in, dat betekent wel dat je
veel minder carrièrekansen hebt. Dat hangt daar direct mee samen. Er zijn nog andere
oorzaken, die laat ik u zometeen zien. Maar dit is dus niet gecorrigeerd. Dit gaat gewoon over
de hele economie, het verschil tussen mannen en vrouwen. Als je het gecorrigeerd hebt zitten
we met het bedrijfsleven ergens tussen de 7 en 8% en bij de overheid ergens tussen de 4 en
5%, als verschil. Dat zegt dan niet zoveel.
3
, Daarom vond ik dit wel aardig: WOMEN Inc: ‘Waar is mijn 300000 euro gebleven? Daar
komt het dan ongeveer op neer in een heel werkzaam arbeidsleven. Dus dan kan je zien als
vrouw en misschien ook als moderne man wat het je kost als jij ervoor kiest dat jij vooral de
zorgtaken op je neemt terwijl je partner alleen de carrière verzorgt. Dat gaat natuurlijk over je
arbeidsleven die drie ton, dat speelt daarna natuurlijk door in je pensioen. Die is ook een stuk
lager. Als je dan ook nog eens weet dat meer dan 40% van de huwelijken strandt dan zou ik
daar wel rekening mee houden.
Die loonkloof die neemt wel degelijk af, het grafiekje begint bij 2008 en loopt door tot 2012.
Dan zie je dat het afneemt. Je ziet ook dat in al die jaren die kloof enorm stijgt naarmate je
ouder wordt. Dit zijn wat oude cijfers, anno 2018 zegt Yvonne Benschop (hoogleraar
bedrijfskunde in Nijmegen) in het NRC: ‘Jonge vrouwen tussen 25 en 30 jaar verdienen nu
zelfs iets meer dan mannen. Dat weten we al wat langer. Een verklaring is dat tegenwoordig
meer vrouwen in NL hoger opgeleid zijn dan mannen. Maar zodra ze een jaar of 35 zijn groeit
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kleinganseijm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.