Inhoudsopgave
Voorwoord.........................................................................................................................................2
Inleiding.............................................................................................................................................3
Wettelijk kader...............................................................................................................................3
Numerus clausus-beginsel.............................................................................................................3
Enkele begrippen...........................................................................................................................4
De modernisering van het goederenrecht.....................................................................................6
Belang van het goederenrecht.......................................................................................................6
Zaak – voorwerp – goed – vruchten – opbrengsten - vermogen....................................................7
Hoofdstuk 1. De leer van de indeling van de goederen (Titel 2, boek 3 BW).....................................9
1.1. De goederen volgens de graad van toe-eigeningsmogelijkheid..............................................9
1.2. De goederen volgens hun gebruik.........................................................................................11
1.3. Roerende en onroerende goederen......................................................................................12
1.4. De publieke goederen...........................................................................................................15
Hoofdstuk 2. De zakelijke hoofdrechten..........................................................................................18
2.1. Het eigendomsrecht..............................................................................................................18
2.2. Vruchtgebruik.......................................................................................................................57
2.3. Recht van opstal....................................................................................................................66
2.4. Erfpacht.................................................................................................................................70
2.5. Erfdienstbaarheden...............................................................................................................74
Hoofdstuk 3. De zakelijke zekerheden..............................................................................................84
Begrip en belang..........................................................................................................................84
3.1. (bijzondere) Voorrechten......................................................................................................85
3.2. Hypotheek.............................................................................................................................89
3.3. Pand......................................................................................................................................91
3.4. Retentierecht........................................................................................................................93
Hoofdstuk 4. Publiciteit....................................................................................................................93
4.1. Roerende goederen..............................................................................................................94
4.2. Onroerende goederen...........................................................................................................96
Hoofdstuk 5. Zakelijke rechten: gemeenschappelijke principes.....................................................100
5.1. Algemene regels inzake zakelijke rechten...........................................................................100
5.2. Algemene regels inzake het voorwerp van zakelijke rechten..............................................102
5.3. Algemene regels inzake het verkrijgen en tenietgaan van zakelijke rechten.......................105
,Voorwoord
Praktische informatie
Hoorcollege’s op vrijdag: 8u30-11u15
Leermateriaal: handboek
Examen:
o Leerstof:
alles wat in de les is gezegd (meer dan enkel de slides), dit bekijk je best
samen met je handboek
Teksten of opdrachten tegen de volgende les
o Schriftelijk examen met open vragen (geslotenboek)
o Wetboek mag je meebrengen!
Vragen
o Tijdens, voor of na de les
o Of op afspraak met assistent Julie Marchau via julie.marchau@ugent.be
o Geen vragen op email
,Inleiding
Wettelijk kader
Boek 3: Goederen (inwerkingtreding 01/09/21) van het Nieuw BW
o Titel 1. Algemene bepalingen
o Titel 2. Indelingen van goederen
o Titel 3. Eigendomsrecht
o Titel 4. Mede-eigendom
o Titel 5. Burenrelaties
Hierin vindt je verschillende regels over burenhinder, erfdienstbaarheid, gemene
afsluiting
o Titel 6. Recht van vruchtgebruik
o Titel 7. Erfpachtrecht
o Titel 8. Opstalrecht
! Boek 3 is niet van toepassing op toestanden die VOOR 1 sept 2021 ontstaan zijn.
Bv. afstanden van bomen voor perceelsgrens zijn veranderd. Voor bomen die voor 1 september 2021 geplant
waren, blijven de oude regels van toepassing. De nieuwe regels zijn van toepassing op bomen die er zijn
gekomen sinds de inwerkingtreding van het boek 3 (1 sept 2021)
Oude situaties blijft het oude recht van toepassing!
Bepalingen van Boek 3 zijn van aanvullend/suppletief recht (art 3.1 BW)
o = Partijen kunnen afwijken van de bepalingen van Boek 3 bij overeenkomst
o TENZIJ
1. Definities ⭢ partijen kunnen niet afwijken van definities
2. Andersluidende wetsbepaling (als de wet zelf anders bepaald)
Numerus clausus-beginsel
= dit betekent dat ons stelsel van zakelijke rechten een gesloten stelsel is & dus bijgevolg enkel
de wetgever kan zakelijke rechten creëren
o Partijen kunnen zelf geen nieuwe zakelijke rechten creëren)
Opsomming van zakelijke rechten in art. 3.3 BW:
o 1) Eigendomsrecht
o 2) Mede-eigendom
= je bent met verschillende personen eigenaar van hetzelfde goed, Bv. met 2
samen 1 huis kopen
o 3) Zakelijke gebruiksrechten (erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, erfpacht en opstal)
= zakelijke rechten die de titularis het recht geven een goed van een ander te
gebruiken
4 soorten zakelijke gebruiksrechten:
, Erfdienstbaarheden
o Bv recht van overgang: Stel je hebt 2 percelen grond langs elkaar
(perceel A en perceel B) en eigenaar van perceel A is ook eigenaar van
een weide die zich bevindt langs perceel B ⭢ de beide eigenaars
kunnen overeenkomen dat er een recht van overgang wordt gevestigd.
Vruchtgebruik
Erfpacht
Opstalrecht
o Hierbij krijgt de opstalhouder het eigendomsrecht op één of
meer volumes op, boven of onder de grond
o 4) Zakelijke zekerheden (bijzondere voorrechten, pand, hypotheek en retentierecht)
Bijzondere voorrechten
Pand (vooral op roerende goederen)
Hypotheek (vooral op onroerende goederen)
Retentierecht
⭢ worden nog geregeld door het oud BW (pandwet en hypotheekwet), maar titel 1
(algemene bepalingen en titel 2 (indeling van goederen) van boek 3 zijn wel van
toepassing op de zakelijke zekerheden
Enkele begrippen
! Gelijkenissen + verschillen kunnen geven (typische examenvraag!!)
Goederenrecht maakt deel uit van het vermogensrecht
Vermogensrecht
= Recht tot regeling van de patrimoniale (= op geld waardeerbare zaken) subjectieve rechten.
o Zaken: NIET altijd materieel soms ook immaterieel ⭢ kruisverband: komt later nog aan bod
3 soorten patrimoniale subjectieve rechten:
1. Zakelijke rechten ⭢ Hier vooral aandacht aan besteden
2. Vorderingsrechten ⭢ bestudeerd i/h Verbintenissenrecht
3. Intellectuele rechten ⭢ IER
Wat is een vorderingsrecht?
= Geven een rechtssubject het recht op een prestatie (iets doen, iets niet doen/iets laten en iets
geven) van een ander rechtssubject (wordt bestudeerd in het verbintenissenrecht) (art 5.46, lid 2
BW)
o Gaat over rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten
Wat is een intellectuele recht?
= Geven de titularis van dat recht een tijdelijk en exclusief exploitatierecht op een originele creatie
van de menselijke geest.
o Als je iets naar de buitenwereld brengt, beschermen tegen misbruik van derden
o Bv. Het auteursrecht, octrooirecht (zie IER)
Wat is een zakelijk recht?
= geven een rechtssubject (fysieke of rechtspersoon) een rechtstreeks zeggenschap over een
bepaalde zaak/op een bepaald goed ⭢ verhouding mens-zaak ⭢ gaat over relatie rechtssubject en
rechtsobject
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentRechten2023. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.80. You're not tied to anything after your purchase.