Boekhouden Geboekstaafd 1 - Samenvatting Tekstboek H.1 t/m 9, 12, 13, 14 en 18 (inclusief aantekeningen en voorbeelden/belangrijke opgaven)
212 views 16 purchases
Course
Bedrijfsadministratie (MEFAPVR119_2019)
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Boekhouden geboekstaafd 1
Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak bedrijfsadministratie in de propedeuse van de opleiding Finance & Control / Bedrijfseconomie aan de Hogeschool Utrecht. In deze samenvatting vind je alle stof voor het tentamen van het vak bedrijfsadministratie. Daarnaast zijn er ook aantekeningen uit...
Hoofdstuk 1 – De boekhouding als informatieproces ...................................................................................... 3
§1.2 – Het informatieproces............................................................................................................................... 3
§1.3 – Administratie en boekhouding ................................................................................................................ 3
§1.4 – Informatiesystemen ................................................................................................................................ 3
Hoofdstuk 2 – De inventaris, de balans en de winst- en verliesrekening ......................................................... 4
§2.1 – Bezittingen, schulden en eigen vermogen ............................................................................................... 4
§2.2 – Inventaris en balans ................................................................................................................................ 4
§2.3 – Veranderingen in bezittingen en schulden, eigen vermogen onveranderd ............................................. 5
§2.4 – Veranderingen in bezittingen, schulden en eigen vermogen................................................................... 5
§2.5 – De winst- en verliesrekening.................................................................................................................... 5
Hoofdstuk 3 – Het grootboek ......................................................................................................................... 6
§3.1 – De inrichting van het grootboek .............................................................................................................. 6
Hoofdstuk 4 – De kolommenbalans ................................................................................................................ 6
§4.1 – De proef- en saldibalans .......................................................................................................................... 6
§4.2 – De kolommenbalans ................................................................................................................................ 7
§4.3 – Het afsluiten en heropenen van grootboekrekeningen ........................................................................... 7
§4.4 – Omzet en brutowinst op verkopen .......................................................................................................... 8
Hoofdstuk 5 – De rangschikking van de rekeningen in het grootboek ............................................................. 8
§5.1 – Beginselen van het decimale rekeningenstelsel ...................................................................................... 8
Hoofdstuk 8 – Dagboeken ............................................................................................................................ 12
§8.1 – het ordenen van financiële feiten in dagboeken ................................................................................... 12
§8.2 – de dagboeken – een voorbeeld.............................................................................................................. 12
§8.3 – Kruisposten ............................................................................................................................................ 12
Hoofdstuk 9 – Inkoop- en verkoopretouren en kortingen ............................................................................. 13
§9.1 – Inkoopretouren ...................................................................................................................................... 13
§9.2 – kortingen bij inkoop............................................................................................................................... 13
§9.3 – verkoopretouren .................................................................................................................................... 14
1
, §9.4 – kortingen bij verkoop............................................................................................................................. 14
Hoofdstuk 12 – De permanence in de kosten en de opbrengsten.................................................................. 15
§12.1 – het inkoop- en verkoopproces ............................................................................................................. 15
§12.2 – de permanence en het perioderesultaat ............................................................................................. 15
§12.3 – het berekenen van het perioderesultaat met behulp van zuivere grootboekrekeningen .................... 17
§12.4 – uitgaven en zuivere kostenrekeningen ................................................................................................ 18
§12.5 – ontvangsten en zuivere opbrengstrekeningen .................................................................................... 18
§12.6 – gemengde kostenrekeningen .............................................................................................................. 19
§12.7 – gemengde opbrengstrekeningen......................................................................................................... 19
§12.8 – het gebruik van zuivere grootboekrekeningen en vergeleken met gemengde grootboekrekeningen 19
Hoofdstuk 13 – De brutowinst bij wisselende inkoopprijzen ......................................................................... 19
§13.1 – het perioderesultaat bij wisselende inkoopprijzen .............................................................................. 19
§13.2 – administratie van de voorraad tegen fifo-prijzen ................................................................................ 19
§13.3 – administratie van de voorraad tegen vaste verrekenprijzen ............................................................... 20
Hoofdstuk 14 – De brutowinst bij ontvangst/afgifte van goederen en facturen op verschillende tijdstippen 22
§14.1 – voorfacturering en nafacturering ........................................................................................................ 22
§14.2 – inkoop: de ontvangst van goederen en facturen op verschillende tijdstippen .................................... 23
§14.3 – verkoop: de afgifte van goederen en facturen op verschillende tijdstippen........................................ 24
,Hoofdstuk 1 – De boekhouding als informatieproces
§1.2 – Het informatieproces
¨ Bedrijfshuishouding – Economisch zelfstandige duurzame organisatie van arbeid en
kapitaal, die zich richt op het leveren van goederen en/of het verlenen van diensten.
¨ Onderneming – Een bedrijfshuishouding die gericht is op het maken van winst.
¨ Informatie – Gegevens waarmee de kennis van een bepaald persoon wordt vergroot.
¨ Informatieanalyse – Een onderzoek naar de informatiebehoeften van de diverse
functionarissen in een onderneming.
Fasen in het informatieproces:
• Het verzamelen van gegevens;
• Het vastleggen van deze gegevens;
• Het bewerken van de vastgelegde gegevens;
• Het doorgeven van de bewerkte gegevens aan de vragers ernaar.
® Doel = Kennis van de ‘vragers’ vergroten ® Informatie.
¨ Management Informatie Systeem (MIS) – Systeem waarbij allerlei gegevens die zijn
verzameld binnen het bedrijf en daarbuiten, worden omgezet in voor het
management bruikbare informatie.
§1.3 – Administratie en boekhouding
¨ Financiële administratie – Onderdeel van de administratie waarin de financiële
gegevens worden vastgelegd.
¨ Boekhouding – Gedeelte van de administratie waarin gegevens over financiële feiten
worden vastgelegd, die leiden tot veranderingen in de bezittingen, de schulden en het
eigen vermogen.
Bij de financiële gegevens die we in de boekhouding van een bedrijf vastleggen, gaat het
altijd om de veranderingen in:
• De bezittingen,
• De schulden en
• Het eigen vermogen.
Alle andere gegevens horen wel tot de financiële administratie, maar leggen we niet vast in
de boekhouding.
¨ Handelsonderneming – Onderneming die goederen inkoopt met de bedoeling deze in
onveranderde vorm met winst te verkopen.
¨ Waardenkringloop – Weergave van de relaties tussen geld- en goederenstromen
binnen een onderneming.
§1.4 – Informatiesystemen
¨ Geïntegreerd informatiesysteem – Informatiesysteem dat alle aspecten van een
transactie in verschillende deelsystemen tegelijkertijd registreert.
¨ Externe integratie – Integratie van het interne informatiesysteem met een of meer
externe informatiesystemen.
3
,Hoofdstuk 2 – De inventaris, de balans en de winst- en verliesrekening
§2.1 – Bezittingen, schulden en eigen vermogen
¨ Debiteuren – Afnemers – klanten – van wie een onderneming nog geld te vorderen
heeft.
¨ Crediteuren – Leveranciers aan wie een onderneming nog geld schuldig is.
¨ Geldgever = Hypotheeknemer (Meestal een bank of een verzekeringsmaatschappij).
¨ Geldnemer = Hypotheekgever (Eigenaar van bijvoorbeeld een winkelpand).
Bezittingen – schulden = eigen vermogen
§2.2 – Inventaris en balans
¨ Inventaris – Een lijst van alle bezittingen en schulden op een bepaalde datum met
vermelding van de hoeveelheden (waar mogelijk) en de waarden.
¨ Inventariseren – De werkzaamheden die nodig zijn voor het samenstellen van de
inventaris.
¨ Balans – Een overzicht van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen op een
bepaald moment.
¨ Scontrovorm – Presentatievorm met naast elkaar een linkerkant (debetkant) en een
rechterkant (creditkant).
De debetzijde van de balans toont de middelen waarmee we produceren, de investeringen.
De creditzijde geeft aan de wijze waarop de investeringen zijn gefinancierd (eigen en vreemd
vermogen). En de term balans geeft aan dat beide zijden in evenwicht moeten zijn.
¨ Toenemende liquiditeitsvolgorde – Bij het opstellen van de bezittingen op de balans
gehanteerde volgorde in toenemende mate van liquiditeit.
De volgorde waarin de bezittingen debet op de balans vermelden, is afhankelijk van de mate
van liquiditeit. In een handelsonderneming wordt deze bepaald door de tijd die nodig is om
een bepaalde bezitting door het verkopen van producten om te zetten in geld (liquide
middelen = cash). Zo is in het omzetten van het bedrijfsgebouw heel wat meer tijd nodig dan
voor het omzetten in geld van de voorraad handelsgoederen.
De bezittingen op de debetkant van de balans noteren we in toenemende
liquiditeitsvolgorde. We beginnen dus met de minst liquide bezitting (het bedrijfsgebouw) en
eindigen met de meest liquide bezitting (het kasgeld).
Op de creditzijde van de balans plaatsen we eerst het eigen vermogen en daarna de
schulden. De volgorde waarin we de schulden credit op de balans vermelden, is afhankelijk
van het tijdstip waarop ze moeten worden betaald.
Volgorde na het eigen vermogen op de balans:
1. De schulden op lange termijn ® pas te betalen in de periode die begint één jaar na
de balansdatum, dus bijvoorbeeld na vier of tien jaar. ® Bijvoorbeeld een
hypothecaire lening.
4
, 2. De schulden op korte termijn ® Deze schulden moeten we betalen binnen één jaar
na de balansdatum, dus bijvoorbeeld na drie maanden of tien maanden. ®
Bijvoorbeeld het te betalen bedrag aan leveranciers = crediteuren.
§2.3 – Veranderingen in bezittingen en schulden, eigen vermogen onveranderd
¨ Financieel feit – Gebeurtenis waardoor veranderingen ontstaan in de posten op de
balans en/of de winst- en verliesrekening.
¨ Boekingsstuk of boekstuk – Document dat een financieel feit weergeeft; ook wel
genoemd boekingsdocument.
¨ Kwitantie – Boekingsstuk van een betaling per kas.
§2.4 – Veranderingen in bezittingen, schulden en eigen vermogen
¨ Brutowinst als periodewinst – Opbrengst verkopen in een bepaalde periode
verminderd met de inkoopprijs verkopen in die periode.
¨ Brutowinst als transactiewinst – Opbrengst verkopen van een bepaalde transactie
verminderd met de inkoopprijs verkopen van die transactie.
¨ Nettowinst – Brutowinst verkopen in een bepaalde periode verminderd met de
kosten van die periode. De nettowinst is een periodewinst.
¨ Opbrengst verkopen – Omzet; verkoopprijs van de verkopen.
¨ Vermogensvergelijking – Het berekenen van de nettowinst over een periode door de
vergelijking van het eigen vermogen aan het begin en aan het eind van die periode.
§2.5 – De winst- en verliesrekening
¨ Winst- en verliesrekening – Een overzicht dat de oorzaken aangeeft waardoor het
eigen vermogen in een bepaalde periode als gevolg van bedrijfsactiviteiten is
toegenomen respectievelijk afgenomen.
Twee manieren om nettowinst over een bepaalde periode te berekenen:
1. Eigen vermogen eind periode – eigen vermogen beginperiode = toename eigen
vermogen in de periode = nettowinst van de periode.
2. Brutowinst verkopen van de periode – bedrijfskosten van de periode = nettowinst
van de periode.
Winst- en verliesrekening die is opgesteld in de scontrovorm laat zien:
• Op de creditkant de opbrengst van de verkopen (= omzet);
• Op de debetkant de inkoopprijs van de verkopen en de bedragen van de diverse
bedrijfskosten;
• De nettowinst of het nettoverlies.
Omdat bij de scontrovorm het totaal van de debetkant gelijk moet zijn aan het totaal aan de
creditkant, noteren we de nettowinst op de winst- en verliesrekening aan de debetkant. In
geval van nettoverlies noteren we deze aan de creditkant op de winst- en verliesrekening.
5
, De balans en winst- en verliesrekening zijn beide financiële overzichten, maar ze verschillen
principieel van elkaar:
• Een balans is een financieel overzicht op een bepaald moment;
• Een winst- en verliesrekening is een financieel overzicht over een bepaalde periode.
Hoofdstuk 3 – Het grootboek
§3.1 – De inrichting van het grootboek
¨ Boekhoudkundig model – Model dat de volgorde van handelingen aangeeft om met
behulp van een beginbalans + nieuwe financiële feiten te komen tot een winst- en
verliesrekening en een eindbalans.
Het boekhoudkundig model kent de volgende fasen:
1. Het bijhouden van de rekeningen in het grootboek;
2. Het opstellen van de proef- en saldibalans;
3. Het opstellen van de winst- en verliesrekening en de eindbalans;
4. Het afsluiten van de grootboekrekeningen.
Fase 1: Het bijhouden van de rekeningen in het grootboek
¨ Grootboek – De verzameling van alle grootboekrekeningen.
¨ Grootboekrekening – Overzicht van de beginstand en de wijzigingen die zich in een
bepaalde periode voordoen in een bezitting, in een schuld of in het eigen vermogen.
In het grootboek komen we tegen:
• Rekeningen van bezit (bijvoorbeeld: gebouwen, voorraad goederen en kas);
• Rekeningen van schuld (bijvoorbeeld: hypothecaire lening en crediteuren);
• De rekening eigen vermogen.
Hoofdstuk 4 – De kolommenbalans
§4.1 – De proef- en saldibalans
¨ Proefbalans – Een staat waarop periodiek van elke grootboekrekening de debet- en
de credittelling wordt opgenomen.
¨ Saldibalans – Een staat waarop periodiek van elke grootboekrekening het saldo
wordt opgenomen.
Op de proefbalans noteren we, in volgorde van de rekeningnummers, de namen van alle
grootboekrekeningen met daarachter twee tellingkolommen. Bij elke rekening vermelden
we:
• In de eerste kolom (debet): het totaal van de gedebiteerde bedragen op de
betrokken grootboekrekening;
• In de tweede kolom (credit): het totaal van de gecrediteerde bedragen op de
betrokken grootboekrekening.
Ook de proefbalans moet in evenwicht zijn.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickhildebrand. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.