Samenvatting H.23 urologische tumoren:
Prostaatcarinoom:
Epidemiologie en etiologie:
Prostaat behoort tot de 5 meest voorkomende tumoren en is bij de man de meest voorkomende
tumor.
Risicofactoren:
- Aanwezigheid van het mannelijk hormoon testosteron zonder ook geen kanker.
- Hogere leeftijd, boven de 50jaar neemt het risico toe.
- Erfelijke factoren.
- Afrikaanse voorouders.
- Overgewicht.
- Leefgebied (vooral in westerse landen).
Symptomatologie en metastasering:
Meestal geen klachten, pas bij metastasen.
Verhoogd PSA (prostaat specifiek antigeen) of voelbare afwijking bij het rectaal touche dan verder
onderzoek.
LUTS klachten meer plassen, pijn bij plassen, zwakke straal, nadruppelen, nachtelijk plassen (door
zwelling prostaat/protaatitis, hematurie en hemospermie.
Bij metastasen: pijnlijke botten. Lymfekliermetastasen kunnen slagpijn in de flank geven door
obstructie urethra. Groot lokaal kan in de blaas groeien met afvloedbelemmering en hydronefrose tot
gevolg.
Preventie:
De oorzaak is onbekend dus preventie is moeilijk. Screening PSA is zinvol. Mortaliteit verminderd
hiermee met 20%, wel het gevaar dat andere tumoren eerder gevonden worden tegenover één
prostaatcarcinoom. Kosten wegen dus niet op.
Diagnostiek en stadiëring:
Eerste test is PSA, is niet kanker specifiek. Verhoogde waarde hiervan betekend verhoogd risico op
tumor. Samen met rectaal touche is dit de standaard diagnostiek. Verder onderzoek door echo
prostaat (kunnen ook gelijk biopten worden afgenomen) onder algehele narcose en antibiotica.
Ook kan een urine test gedaan worden (micro-hematurie) en geeft risico schatting. Hierna volgt verder
onderzoek op metastasen.
Botscan en CT voor bot en lymfeklierdiagnostiek en een MRI voor precieze locatie van de tumor.
Bij vermoeden uitgebreide ziekte moet bloedbepaling gedaan worden;
- Alkalische fosfatase (bij verhoging toename kans op botmetastasen).
- Creatinine (verhoging kan duiden op nierfunctiestoornissen, hydronefrose door obstructie bij
lymfekliermetastasen).
Behandeling:
Bij lokaal zonder vermoeden/bewezen lymfekliermetastasen;
- Actieve surveillance (T1-2, NX-0, MX-0):
Monitoren tumor, iedere 3maanden PSA met biopten volgens PRIAS-protocol. Het behoedt
mannen voor de bijwerkingen van actieve therapie. Soms kan door angst en psychische druk
toch gekozen worden voor een actieve therapie.
- Radicale prostatectomie (T1-2-3, NX-0, MX-0):
De prostaat, het kapsel en zaadblaasjes verwijderen. Is curatieve methode en kan
laparoscopisch met of zonder Da Vinci robot; beperkt bloedverlies, korte opname (1-2dagen),
betere besparing van vitaal weefsel zoals zenuwen en sneller herstel.
Abdominaal/perineaal als laparoscopisch niet mogelijk is, bijwerkingen hiervan; (tijdelijk)urine-
incontinentie en erectiele disfunctie.
- Uitwendige bestraling (T1-2-3, NX-0, MX-0):
Dit is in curatieve opzet waar tegenwoordig meer gebruik wordt gemaakt van goudmarkers en
worden klieren mee bestraald/verwijderd bij metastasen of de sentinel-nodeprocedure.
Bijwerkingen zijn; plasklachten, frequente mictie en urge. Deze verdwijnen na de bestraling.
9
, Verder; darmklachten zoals onregelmatige defeacatie, wisselende consistentie en bloed/slijm
mogelijk. Erectiele disfunctie en vermoeidheid.
- Inwendige bestraling (T1-2, PSA):
Radioactieve zaadjes inbrengen onder narcose waarbij omliggende weefsels bespaard
blijven. Na een tijd verliest het zijn radioactiviteit.
Bijwerkingen zijn; plasklachten als bij uitwendige bestraling, obstructie urethra waarvoor
katheterisatie en erectiele disfunctie (30-50% van de mannen afhankelijk van de erectie vooraf
te behandeling). Stralingsveiligheidsvoorschriften.
Bij lokale uitbreiding T4 buiten het kapsel van de prostaat/lymfeklieren of metastasen moet externe
radiotherapie plaats vinden. Bij bewezen lymfeklieren en botmetastasen vindt hormoontherapie in de
palliatieve setting plaats. Chemotherapie heeft geen effect.
Lokale therapie:
HIFU (high intensity focused ultrasound), cryotherapie (bevriezing) en is nuttig na lokaal recidief na
radiotherapie.
Hormonale therapie:
Testosteron speelt een belangrijke rol voor het ontstaan en hormonale manipulatie kan dit remmen.
Dit kan door een orchidectomie of chemische castratie ( door LHRH-agonist/antagonist en/of
androgenen). Bij hoog risico prostaatcarcinoom; uitwendige bestraling met 6maanden tot 3jaar
hormonen waardoor overleving verbeterd. In palliatieve setting kan het gemiddeld 2-3 jaar werken. Het
doorstijgen van PSA kan duiden op castratieresistent prostaatcarcinoom (CRPC).
Chemotherapie:
Bij CRPC en geeft winst van ongeveer 3 maanden.
Palliatieve behandeling:
Gericht op het beperken van tumorgroei of kleiner maken van de tumor. Behandelen op klachten.
Ureterobstructie; door kliermetastasen (sluiten ureteren af en ontstaat hydronefrose, geeft pijn in de
nierstreek, verminderde urine productie en sufheid). Er wordt dan een nefrostomie uitgevoerd en
eventueel later gevolgd door een inwendige J-stent van de nier naar de blaas.
Botmetastasen; hierbij hoeft de pijn niet gerelateerd aan activiteiten te zijn, kan ook ’s nachts. Dan
gebruik maken van pijnstillers met voorkeur voor NSAID’s, bestraling (meestal is 1 voldoende) en
bisfosfonaten geven.
Prognose en follow-up:
Na een curatieve behandeling T1-2, N0, M0 is de 5jaars overleving 80-90%. Gemetastaseerde ziekte is
anders, kan wel jaren leven door hormoon therapie. Follow-up door PSA op respons tumor.
Specifieke zorgproblematiek en mogelijke interventies:
Urine incontinentie: - na prostatectomie, hierna 7 dagen een katheter om de anastomose te laten
genezen. Stress-incontinentie, start oefenen bekkenbodemspieren. Na
ongeveer 1 jaar is 90-96% weer continent.
Erectiele disfunctie: - binnen 3 maanden beginnen met erectie revalidatie. Ejaculatie zonder
erectie is mogelijk maar zonder sperma. Erectie kan ook deels verloren gaan.
Het initiatief om dit bespreekbaar te maken moet vanuit de zorgverlener
komen.
Hulp bieden bij het maken van een behandelkeuze door middel van voorlichting geven, de
verpleegkundige taak hierin is om alle voor- en nadelen op een rij zetten en te individualiseren op de
patiënt.
9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanne_blonde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.