Een membraan bestaat uit een dubbele laag lipiden. De binnenkant is hydrofoob, de buitenkant
hydrofiel. Hierdoor kunnen vetoplosbare deeltjes makkelijk door het membraan diffunderen, water
oplosbare deeltjes niet. Om het membraan zitten watermoleculen, want die worden door de
hydrofiele koppen aangetrokken.
De drijvende kracht voor passief transport of diffusie is het concentratieverschil of de
elektrische gradiënt. Er zijn non-gated kanalen (lekkanalen , altijd open) en gated kanalen
(spanningsafhankelijk). Deze laatste worden geactiveerd door een transmitter, een 2nd messenger
(bijna hetzelfde als een neurotransmitter, maar komt van binnen uit de cel) of mechanisch
geactiveerd (door verbuiging van een membraan gaan ionkanalen open).
De binnenkant van een membraan = -70 mV ten opzicht van de buitenkant. De buitenknt
wordt altijd als 0 mV gezien.
Negatief geladen eiwitten zitten alleen intracellulair. Door het concentratieverschil
diffundeert K+ naar buiten, maar na een tijdje weer naar binnen door de elektrische gradiënt (=
evenwichtspotentiaal Ekalium = -90 mV). Enatrium = +40 mV.
Om de evenwichtspotentiaal te berekenen, gebruik je de Nernst vergelijking.
Ex = 61 log [Xextracellulair] / [Xintracellulair] (let op: alleen voor 37 graden Celsius!)
Je zou er vanuit gaan dat de rustpotentiaal de helft is van natrium en kalium (-25 mV. Maar er zijn
meer lekkanalen voor Kalium dan voor natrium, dus hij ligt rond de -70 mV.
Een natrium/kalium pomp pompt 3 Natrium de cel uit en 2 kalium de cel in (om het
rustpotentiaal in stand te houden). Deze is altijd aan het werk. Chloride speelt hierbij alleen een rol
als er sprake is van actief transport.
Spanningsafhankelijke natriumkanalen openen sneller dan spanningsafhankelijke
kaliumkanalen. Als de natriumkanalen open gaan is er een influx van natrium en gaan er nóg meer
natriumkanalen open (= regeneratieve natriumstroom).
Hyperpolarisatie ontstaat doordat er meer kalium efflux is dan natrium influx, het
potentiaal wordt dus meer negatief. De tijd die nodig is om het potentiaalverschil te herstellen
noemt men de refractaire periode. Er is dan sprake van een natrium inactivatie (de Na kanalen
sluiten). Er wordt zoveel geïnactiveerd dat er te weinig kanalen beschikbaar zijn om een nieuw
actiepotentiaal te maken.
Om door een zenuw te kunnen moet een actiepotentiaal steeds opnieuw worden gemaakt.
Dit AP kan steeds maar één kant op, doordat er aan de andere kant een refractaire periode is.
Een zenuwvezel is een hele slechte geleider, omdat er veel lekkanalen inzitten en door de
hoge weerstand. Een AP is dus aan het begin heel sterk, maar zwakt snel af. Myeline zorgt voor een
betere geleiding van de vezels. Het zorgt ervoor dat er minder lekkanalen zijn (want in de knopen van
Ranvier liggen alleen Na kanalen). Dit noem je saltatoire impulsgeleiding: sprongsgewijs, van knoop
naar knoop.
College 2
Dendrieten hebben heel veel vertakkingen (met synapsen). Ze ontvangen AP’s van axonen. Axonen
geven signalen ook af aan synapsen.
Anterograad = van cellichaam naar axon
Retrograad = van axon naar cellichaam
Tussen twee membranen die dicht bij elkaar liggen kan er een verbinding ontstaan. 2x6 connexonen
vormen samen zogenaamde gap junctions.
Elektrische synaps Chemische synaps
Pre- en post synaptische cellen zijn verbonden Niet verbonden (gaat via neurotransmitters)
Geen vertraging, gaat heel snel Wel vertraging (+- 1 ms)
Bidirectioneel (kan twee kanten op) Niet bidirectioneel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daandanielle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.