Biologie (Biologie voor jou) Samenvatting Hoofdstuk 1 Inleiding in de biologie
62 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
HAVO
Book
Hand-opdrachtenboek 4a Biologie voor Jou 2e Fase Havo
Samenvatting van Biologie Hoofdstuk 1 Inleiding in de biologie,
Methode: Biologie voor jou (5e druk),
4a HAVO
Jullie mogen mij altijd vragen stellen over mijn samenvattingen, powerpoints, bundels en/of mijn oefenvragen. Mail me dan even naar
Succes met leren en met je toets!
Wat is een emergente eigenschap? Bijvoorbeeld op niveau van organel naar cel?
Answer: Het is een eigenschap die je op een lager niveau niet kan waarnemen. Op het niveau organel naar cel ontstaat de emergente eigenschap leven. Een cel leeft een organel niet.
6.
Wat is autotroof?
Answer: Dat organismen hun eigen voedsel kunnen maken en dus uit anorganische stoffen organische stoffen kunnen maken. Ze hebben geen andere organismen nodig om te kunnen leven.
7.
Wanneer vind zelfregulatie plaats?
Answer: Bijvoorbeeld door herstel na schade en om zichzelf te verdedigen tegen indringers.
8.
Wat kan je waarnemen in de door zelforganisatie ontstane structuren?
Answer: In de door zelforganisatie ontstane structuren van biologische eenheden is ordening waar te nemen. In die geordende structuren is een verband te zien tussen vorm en functie.
9.
Wat is natuurlijke selectie?
Answer: De individuen met de beste aanpassingen hebben de grootste kans om nakomelingen te krijgen en dus hun genen door te geven aan de volgende generatie. Ze hebben dus een grotere overlevingskans.
Content preview
Hoofdstuk 1 Inleiding in de biologie
Paragraaf 1 Wat is biologie
Organisme zijn levende wezens. Onder organisme vallen planten, dieren en
mensen. Alle organisme vertonen levensverschijnselen. Voorbeelden daarvan zijn
voortplanting en stofwisseling. Stofwisseling is alle chemische reacties in een
organisme. Organisme kunnen ook groeien en zich ontwikkelen. Bij ontwikkelen
treden er veranderingen op in de bouw en het functioneren. Als een organisme geen
levensverschijnselen vertoont noemen we het dood. Dingen die nooit geleefd
hebben noemen we levenloos. Elk individueel organisme (individu) heeft een
levensloop en die eindigt met de dood. Elk soort heeft een levenscyclus.
Individuen behoren tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en
daaruit vruchtbare nakomelingen komen. Bij de omzetting van moleculen spelen
enzymen een belangrijke rol, ze versnellen de chemische reacties bij
stofwisselingsprocessen.
Paragraaf 2 Organisatieniveaus van de biologie
Organisme zijn georganiseerd biologische eenheden van hele kleine moleculen tot
de samenleving van alle organisme op aarde en hun interactie met de levenloze
natuur. De kleinste biologische eenheid is een molecuul (1). Een belangrijk molecuul
is DNA. Na de molecuul komt de cel (2). Alle organisme bestaan uit cellen. Een cel
kan op verschillende manieren zijn opgebouwd. Prokaryoten zijn eencellige
organisme zonder celkern. Doordat er geen celkern is ligt het DNA los in de cel. De
celkern is een voorbeeld van een organel (3). Een organel is een deel van een cel
dat je kunt onderscheiden door de bouw en functie. Veel organellen zijn omgeven
door membraan. Eukaryoten zijn organisme waarvan de cel wel een celkern bevat.
Het DNA ligt in de celkern en bevat ook andere organellen zoals bladgroenkorrels in
plantencellen. Eukaryoten zijn een- of meercellig organisme. Een groep cellen met
dezelfde functie en vorm heet een weefsel (4). Een orgaan (5) is een deel van en
organisme met een specifieke bouw en functie. Een orgaan is meestal opgebouwd
uit meerdere weefsels. Een organenstelsel (6) bestaat uit een aantal organen die
samen dezelfde functie uitvoeren, bijvoorbeeld het bloedvatenstelsel. Een
organisme (7) kan bestaan uit meerdere organenstelsels bij sommige eukaryoten of
uit 1 cel bij prokaryoten. Organisme kunnen zich organiseren tot een populatie (8).
Een populatie is een groep individuen van dezelfde soort die in een bepaald gebied
leven en zich onderling voortplanten. Binnen een bepaald gebied leven populaties
van verschillende soorten. De populaties samen vormen een levensgemeenschap
(9). Een ecosysteem (10) is min of meer een begrensd gebied met bepaalde
eigenschappen waarbinnen de abiotische en biotische factoren een eenheid
vormen. Biotische factoren zijn invloeden uit de levende natuur en abiotische
factoren zijn invloeden uit de levenloze natuur. Voorbeelden van abiotische factoren
zijn temperatuur en hoeveelheid zonlicht. Het geheel aan ecosystemen op aarde
vormt de biosfeer of systeem aarde (11).
Emergente eigenschappen
Op elk hoger organisatieniveau verschijnen nieuwe eigenschappen die noemen we
emergente eigenschappen. Een emergente eigenschap is niet waarneembaar op
een lager niveau.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingenstuviac. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.