Inleiding en geschiedenis van de psychologie
Inleiding 4
Tentamen 4
Hoofdstuk 0 - Inleiding 5
Hoofdstuk 1 - Ideeën uit de oudheid 5
Socrates 5
Plato 5
Aristoteles 6
Thales 7
Hippocrates 7
Al-Kindi 7
Alhazen 7
Avicenna 8
Begrippen 8
Hoofdstuk 2 - Descartes, Locke en Leibniz 9
Descartes 9
Locke 12
Leibniz 14
Hoofdstuk 3 - Fysiologie van de geest 15
Hoe zijn de hersenen gerelateerd aan de geest? 15
Hersenstudies 15
Geheugen 17
Epilepsie onderzoek 18
Technologie 18
Hoofdstuk 4 - Sensatie en Perceptie 19
Helmholtz 19
Psychofysica 20
Gestalt psychologie 21
Hoofdstuk 5 - Wilhelm Wundt 23
Hoofdstuk 6 - Charles Darwin 26
Darwin’s invloed 27
Hoofdstuk 7 - Francis Galton en individuele verschillen 28
Hoofdstuk 8 - Americain pioneers 31
, William James 31
G. Stanley Hall 32
Mary Calkins 32
Thorndike 32
Hoofdstuk 9 - Behaviorisme 33
Behaviorisme 33
Pavlov 33
Watson 34
Skinner 35
Hoofdstuk 10 - Sociale beïnvloeding 37
Hypnose 37
Hypnose in de geneeskunde 38
De mens in groepen 39
Sociale psychologie 39
Ethiek 39
Hoofdstuk 11 - Sigmund Freud 41
Meta-psychologie 43
Adler 45
Jung 46
Hoofdstuk 12 - Persoonlijkheid 47
Allport 47
Maslow 50
Rogers 51
Hoofdstuk 13 – Intelligentie 52
Binet 52
Piaget 53
Hoofdstuk 14 - Cognitie 56
Computers 56
Cognitieve psychologie 59
Hoofdstuk 15 - Toegepaste psychologie 60
Hoofdstuk 16 - Klinische psychologie 62
Tentamen 66
,Inleiding
De psychologie van nu begrijpen door te weten waar het vandaan komt.
Volgende hoef je niet te leren:
Binnen en buitenwereld in de psychologie.
Omgeving - Psyche - Gedrag
Context verandert de ervaring.
Verwachting bepaalt of je iets ziet als iets anders.
Zelfbeeld wordt beter door motivatie. Mensen met depressie zien zichzelf bv realistischer.
Positief zelfbeeld is belangrijk want het heeft te maken met motivatie. Het zorgt ervoor dat je
dingen doet die je anders niet doet. Wat in je hoofd vervormd wordt heeft een functie.
Pareidolia het herkennen van gezichten, ook op plekken waar het geen gezicht is.
Voorkeur wordt bepaalt door cultuur, opvoeding en omgeving. Door wat je veel ziet in je
omgeving wordt dat aantrekkelijk.
Psychologisch onderzoek heeft last van common sense. Moeten zich afzetten tegen de
pseudowetenschappen (zoals mini persoonlijkheidstesten e.d.). De nadruk wordt gelegd op
onverwachte resultaten om van common sense af te wijken. Soms worden resultaten te
plausibel gevonden. Feiten veranderen in de psychologie.
Alle verschillende gebieden binnen psychologie gebruiken andere onderzoeksmethode,
maar hebben allemaal dezelfde oorsprong.
Tentamen
5e editie van het boek Pioneers Of Psychology
60 multiple choice van 3 antwoorden, 42/60 goed = geslaagd.
● Het boek en colleges bestuderen
● Kernbegrippen leren
● Belangrijke personen en hun ideëen
● Belangrijke onderzoeken en resultaten
● GEEN jaartallen, GEEN exacte uitkomsten (getallen), GEEN biologische trivia
(persoonlijke info over personen)
,Hoofdstuk 0 - Inleiding
Pagina’s 3 - 21
Geschiedenis gaat over:
● Personen → in het boek
● Ideëen
Waarom hadden bepaalde ‘pioneers’ bepaalde ideeën → dat lees je in het boek
Ideale ideeën in de wetenschap zijn er niet. Sommige ideeën hangen in de lucht, in de tijd. Het
boek probeert een eerlijk idee te geven.
Alleen zaken die interessant zijn voor de psychologie zijn interessant. Alleen welke
ontwikkelingen ervoor gezorgd hebben dat er iets nieuws in de psychologie gevonden
werd, waardoor nieuwe ideeën tot stand zijn gekomen.
Stel de vraag → Waarom is dit interessant voor de psychologie
Hoofdstuk 1 - Ideeën uit de oudheid
Socrates
De leraar van Plato. Geboren in Athene. Hij wilde dat zijn studenten zouden waarderen wat
waar en permanent is, in tegenstelling tot tijdelijk handig en populair. Hij gaf les d.m.v.
studenten zelf te laten achterhalen wat de waarheid is i.p.v. ideeën overbrengen. Hij vroeg maar
weinig of niets aan zijn leerlingen voor zijn diensten. Hij gelooft in reïncarnatie, je ziel is
eeuwig, je lichaam tijdig. In jouw geest en ziel zit al kennis. De ziel heeft al kennis als een baby
geboren wordt. Nativisme, aangeboren kennis. Het nadruk leggen op aangeboren in
tegenstelling tot verworven eigenschappen. Door vragen te stellen aan iemand die nooit
onderwijs heeft gehad, konden toch vragen beantwoord worden. Oftewel: kennis zit al in je
hoofd. Ratio vond hij belangrijk. Socrates noteerde niks, daarom is er weinig echt van hem
gevonden. Socrates vond dat dingen opschrijven het geheugen verzwakte en vond dat je
ideeën nooit zo sterk kon opschrijven als dat ze in je hoofd zitten. Plato daarentegen schreef
wel dingen op. Socrates is uiteindelijk geëxecuteerd, omdat hij de atheense orde verstoorde.
Plato
Leerling van Socrates en leermeester van Aristoteles. Plato begon zijn eigen Academy, op land
dat hij geërfd had in Athene. Leerlingen van verschillende leeftijden en met verschillende
interesses konden op de Academy hun intellectuele doelen nastreven. Plato hield zich bezig
met de vraag: wat is waarheid? Hij was voorstander van nativisme en rationalisme, hij zette
de ideeën van Socrates voort. Nativisme beschrijft het idee wat in jouw geest afspeelt is
,waarheid, waarheid en kennis zit in je ziel en in je hoofd. Aangeboren ideeën over de wereld.
Deductie het afleiden van dingen, dit is zo dus dit is zo enzovoorts. Logisch reduceren.
Idealisme: Plato dacht dat je je zintuigen niet kan vertrouwen, dingen veranderen soms. Je
hebt een abstract ideaal beeld van bepaalde dingen. Alles daaromheen is een variatie op dat
thema (voorbeeld van tafels, je hebt veel verschillende tafels maar het heet allemaal een tafel,
geen enkele tafel is de perfecte tafel). Filosoof moest zich niet bezighouden met alledaagse
dingen, maar moest zich bezighouden met idealen. Als je iets zeker wilt weten, moet je kennis
gebruiken die je al hebt in de hoofd.
Psyche (ziel) heeft drie aparte componenten: lust, moed en rede. Lust de directe prikkel
(hedonistische dingen). Moed, je kunt weerstand bieden aan moeilijke dingen, je hebt een eigen
ideaal waarnaar je je gaat gedragen, over je interne gevoelens heen gaan denkend aan je
gemeenschap. Rede, de ratio, het vermogen om onderliggende waarheden van de wereld te
waarderen. De rede houd lust en moed in toon. Rede balanceert.
Een van zijn bekendste werken is de allegory of the cave.
https://www.youtube.com/watch?v=1RWOpQXTltA
Aristoteles
Groeide op dicht bij royalty. Leerling van Plato, ging naar de Academy in Athene van Plato,
maar had een tegenovergesteld idee. Hoe kun je kennis halen uit de wereld. Wat in je geest
afspeelt komt van buiten naar binnen.
Begon als eerste met taxonomie. Taxonomie is, in wetenschappelijk en technologisch verband,
het indelen van individuen of objecten in groepen, een vorm van classificatie.
Empirie, de theorie dat alle kennis is afgeleid van zintuiglijke ervaring. Het idee dat echte
kennis eerst en hoofdzakelijk door zintuigelijke ervaringen vanuit de buitenwereld komt.
Inductie, een argumentatie- of bewijstechniek die geen logisch onontkoombare conclusie
oplevert, maar een conclusie die aannemelijk is, die een zekere waarschijnlijkheid heeft.
Waarheid is een blanco blad, je doet kennis op door ervaring en waarneming.
Zielen: vegetatief, sensitief en rationeel.
● Vegetatief, de simpelste vorm van leven (planten), voedsel nemen en reduceren.
● Sensitief, complexer, kunnen bewegen (dieren) en kunnen dingen ervaren en
onthouden, hebben een geheugen.
● Rationeel, meest complex (mens), die kan actief met geheugen omgaan en abstraheren
en categoriseren, zij kunnen logisch nadenken over hun herinneringen en ervaringen.
Mensen nemen dingen waar op een specifieke manier, de menselijke psyche heeft een
aangeboren set van categoriën waarin de herinneringen en ideeën van eigen ervaringen
worden geclassificeerd en georganiseerd:
● substantie (wat iets is,welk materiaal),
● kwantiteit (de hoeveelheid),
● kwaliteit (welke kleur, welke vorm),
● Locatie,
● Tijd,
● relatie (groter, smaller, voor, achter…)
, ● activiteit (wat het doet of ondergaat).
Dit zijn de filters waardoor je naar de wereld kunt kijken. Over hoe je psyche interacteert met de
buitenwereld.
Later zette ook Aristoteles een eigen school op in Athene, het Lyceum.
Plato vs Aristoteles
De binnenkant (je ziel) is de waarheid vs de buitenkant is de waarheid
Socrates, Plato en Aristoteles en hun bijdrage aan de psychologie van vandaag
1. Het bedenken van de ‘psyche’, daar een onderwerp van maken.
2. De discussie of kennis aangeboren of aangeleerd is: nativisme vs. empirische
verklaring.
Thales
Een presocratische filosoof , wiskundige en astronoom uit Milete in Ionia. Hij promoot het idee
dat water het belangrijkste element is.
Hippocrates
Humorale theorie
Volgens de oude Grieken werd de gemoedstoestand van mensen bepaald door het
(on)evenwicht tussen vier lichaamssappen of, in het Latijn, humores: bloed , gele gal , zwarte
gal en slijm. Vier vloeistoffen in je lichaam (humeuren), daar de verhouding van, bepalen je
temperament. Zwart gal, mensen waren melancholisch. Balans tussen de vloeistoffen. Dit gaat
over typologieën. Toen was het idee er al: persoonlijkheden waren anders.
Al-Kindi
De man die algebra heeft bedacht. Hij vertaalde griekse teksten naar het Arabisch. Hij
commentateerde de ideeën van Aristoteles. Hij ging gebruik maken van de later zogenoemde
Indo-Arabische cijfers, een mathematisch nummeringssysteem dat ontwikkeld is in India in de
twee eeuwen voor Al-Kindi. Hij heeft het indiaanse decimalen getallensysteem geïntroduceerd
als getallensysteem. Dat rekende makkelijker dan latijns. En het toevoegen van het getal ‘0’.
Niet interessant voor psychologie.
Alhazen
Belangrijk idee over perceptie. Discussie over waarnemen: wat is zien?
1) Zien is het stralen uit je ogen en tasten een object aan, met dat licht tast je dingen af en krijg
je een beeld.
2) Zien is licht van buiten, vanaf objecten die jouw oog in komen, zien is ontvangen.
De Camera Obscura bewijst dat punt 2 klopt. Lijkt op het oog, het oog werkt net zo. In je ogen
,vallen licht wat wordt gebroken en projecteert achterop ondersteboven op je netvlies. Zien is
licht van buiten naar binnen. Dit wordt iets psychologischer.
Avicenna
Studeerde geneeskunde. Maakte onderscheid tussen externe en interne zintuigen. Externe
zintuigen bevatten de basis capaciteiten voor het ontvangen van indrukken via organen of zicht,
horen, voelen, proeven en ruiken. De interne zintuigen betrekken iets doen met die externe
sensaties. Je kan naar binnen en naar buiten kijken. Estimations and appetites. Estimations
van buiten naar binnen, voorzien intuïties over de mogelijke voordelen of gevaren van het
object, zetten de ziel in staat om een gewenst of ongewenst object te onderscheiden. Appetites
van binnen naar buiten, een interne organiserende motiverende functie, voorzien de impulsen
en energie om de gewenste objecten te benaderen en de ongewenste objecten te ontwijken.
Estimations is inschatten hoe de wereld was. Wensen en motivatie gaat van binnen naar buiten.
Zelfbewustzijn heb je altijd, ook zonder zintuigelijke ervaring, is aangeboren. Zelfbewustzijn was
een aangeboren capaciteit van de menselijke rationele ziel en het bewijs voor het duidelijke
bestaan van de geest, onafhankelijk van het lichaam en zijn fysieke gewaarwordingen.
Je percipieert de binnen- en buitenwereld.
● Floating man
Zwevende man, vliegende man of in de lucht zwevende man is een
gedachte-experiment van Avicenna om te pleiten voor het bestaan van de ziel. Het
argument wordt gebruikt om te pleiten voor de kennis door aanwezigheid. Hij gelooft dat
de ziel een ongemedieerde en reflexieve kennis heeft van haar eigen bestaan.
Begrippen
Deductie
Deductie is een argumentatie- of bewijstechniek. Het bewijs bestaat uit een redenering
waarvoor geldt dat de conclusie logisch onontkoombaar volgt uit de premissen (aannames).
Inductie
Inductie is een argumentatie- of bewijstechniek die geen logisch onontkoombare conclusie
oplevert, maar een conclusie die aannemelijk is, die een zekere waarschijnlijkheid heeft. Het
betreft vaak de afleiding van een algemene regel uit een beperkte verzameling specifieke
gevallen.
Nativisme
Aangeboren kennis. Het betreft kennis die bij de geboorte al in aanleg aanwezig is en niet
tijdens het leven hoeft te worden vergaard.
Sofisten
Hoog aangeschreven leraren die de vaardigheid retoriek en publiekelijk spreken aanleerde.
,Hoofdstuk 2 - Descartes, Locke en Leibniz
Er ontstaan door de tijd heen verschillen tussen de Engelse (Locke) en Duitse (Leibniz) filosofie.
Zoals we hebben gezien, was de traditionele opvatting dat levende wezens voelden,
reageerden en bewogen omdat ze gevoelige zielen hadden, en de analyse ging niet verder. Nu
werden de psychische functies zelf dingen om te verklaren, in termen van meer fundamentele
mechanistische processen.
Descartes
Een Franse filosoof, wiskundige, natuurkundige, fysioloog.
Hij was de beste student van het college La Flèche. Later verhuisde hij naar Nederland door het
relatief vrije intellectuele klimaat in Nederland, wat hij waardeerde. Hij schreef brieven naar
prinses Elizabeth waarin veel van zijn ideeën staan.
Hij had een idee hoe de wereld in elkaar zat. Hij ging nadenken hoe je kennis kon krijgen en de
vraag: wat is de kennis en de ziel?
Hij bedacht de analytische geometrie (x, y, z). Hij trok fictieve assen
in ruimtes en bewegingen. De analyse die jouw geest kan maken is
waar.
Dualisme, de geest is iets anders dan het lichaam.
Voordelen van dualisme
● Sluit aan bij de ervaring (alsof je uit 2 bestaat)
● Sluit aan bij lekentheorieën
● Sluit aan bij religie
● Sluit aan bij de notie van vrije wil
Descartes methode
Hoe weet je nou zeker wat waar is? Zijn oplossing: zelf nadenken. Jouw zintuigen bedriegen
jou, die kloppen niet. Met je geest kun je nadenken en abstracte principes verzinnen.
Methode: twijfel aan alles
1. Accepteer nooit iets als waarheid behalve als het zich zo duidelijk presenteert in mijn
geest dat er geen reden of aanleiding is om te twijfelen. Twijfel aan alles.
2. Om dingen te weten kan je beter alleen werken, want anders krijg je discussies en dus
imperfecte kennis
3. Je moet dingen hebben die zeker zijn waaruit je kan afleiden wat er waar is.
4. Axioma’s (simple natures) dingen die je aanneemt, waarvan je zeker kunt zijn, boven
iedere twijfel verheven.
,Primaire kwaliteiten
Vorm, hoeveelheid en beweging
Secundaire kwaliteiten
Zichtbare dingen, geluiden, geuren en gevoelens.
→ Onze bewuste ervaringen van de wereld zijn secundair en compleet anders dan de
elementaire primaire kwaliteiten die dat tenslotte veroorzaken.
Fysica
De wereld zit vol met bewegende deeltjes. Vuur (kleinste deeltjes), lucht (iets groter maar nog
steeds niet individueel waarneembaar, in de grootste aantallen) en aarde (alle vaste materialen,
de zwaarste deeltjes) deeltjes en die vullen de ruimte. De lucht wordt continu hervuld met
deeltjes, net zoals water de leegtes vult als het verplaatst wordt. Alle dingen staan continu met
elkaar in verbinding.
Zien is niks anders dan kleine deeltjes die als een soort domino beweging tegen je ogen aan
drukken. Het zien werkt hetzelfde als tast.
Mechanische fysiologie
Er is maar een rationele ziel en dat is de mens. De rest heeft geen ziel en zijn mechanische
dingen. Dieren en planten zijn machines, reageren automatisch op prikkels van buitenaf.
Lichaam als machine:
● Zenuwen lijken op buisjes, gevuld met vocht. Daardoor voel je bijvoorbeeld dingen →
het vocht stroomt door de druk, waardoor een verandering waargenomen wordt.
● Hersenvocht (animal spirits) in ventrikels zijn de kleinste deeltjes
● Reflex is iets mechanistisch. Het vocht verplaatst en zorgt voor drukverandering in de
hersenen waardoor het vocht weer naar andere delen stroomt waardoor je ledemaat
beweegt en reageert.
● Hij beschrijft menselijk gedrag puur uit mechanische termen. Je hoeft de binnenkant niet
te kennen.
Als je hersenen van structuur veranderen verandert de reactie die je hebt op dezelfde stimulus,
wat leidt tot ander gedrag. Je kan dingen aanleren. Dit zijn aangeleerde reflexen. Interne
factoren kunnen ook veranderen. Sensaties kunnen ontstaan door prikkels van buitenaf.
Emoties zijn sturingen en sturen wat meer hersenvocht naar andere wegen. Descartes ging op
een mechanistische manier verklaren hoe interne factoren als emoties en dromen werkten.
Descartes verving het concept van Aristoteles van vegetatieve en sensitieve zielen met
mechanische toelichtingen.
Je kunt overal aan twijfelen, maar niet aan het feit dat er iets twijfelt. De kern van mijn ziel, wie
ik ben is denken. De ziel is denken, ratio en staat los van het lichaam. Die staan los van de
sensorische informatie uit de buitenwereld.
Lichaam-geest interactie (interactief dualisme)
Je hebt een lichaam zonder geest → automaat
Je hebt een geest zonder lichaam → aangeboren ideeën
, Lichaam is dubbel, ziel is één
Het lichaam is imperfect, alles is dubbel. Perfectie is altijd één. Zien is ook één.
De sensorische informatie van zien komt ergens samen. Hij zocht naar een plek in de hersenen
die één is. De epifyse (pijnappelklier) leek dat te zijn, ligt in het midden en is er maar één van.
Daar moet de plek zijn waar de ziel interacteert met het lichaam. Dit is de enige plaats waar de
ziel en het lichaam met elkaar in contact komen. Je denken kan daar je lijf aanzetten.
Descartes noemde de bewuste ervaringen van de geest van deze commoties de passies, het
bewuste bewustzijn van gevoelens zoals liefde, woede, angst of verlangen.